Er zijn dagen waar ik mij slechts in avondzon waag.
Haar timbre verzacht de contouren
van een koppige aard
die slaapt zolang alles hem helder en scherp
in de ogen staart.
Nee, ik wil niet opstaan.
Ik kan niet opstaan.
Men wil vergaan in dagen en dromen
maar mijn wil vergaat
het slecht vandaag.
Eén mens zien is er één teveel
want we denken nu hetzelfde
bij een beeld van een afgesloten speeltuin,
het geluid van een sirene,
de geur van bloesem.
Onze mentale privacy
werd collectief opgeheven
en even wil ik hier niet in mee.
Het koor zingt:
we zijn verenigd.
Ver enig is dat niet
hetzelfde als
alleen.