Barcelos

4 mrt 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Het gerecht heeft mij berecht,

Ik word gerecht nog voor de avond,

En even onterecht zie ik

Een pelgrim naar de galg gaan.

Een vrouw die afgewezen

Is een leeuwin die niet loslaat,

Die aftastend met tanden

Naar de slagader op zoek gaat.

Het moordwapen is zilverwerk,

Kostbaar, onvervangbaar en

Toevallig in de tas van haar vlam,

Die ze vol wrok uitblaast.

Op heterdaad betrapt,

Zo zegt de rechter in wiens maag

Ik straks verteerd door sappen

Na gepluimd, verscheurd, gesmaakt.

Ik heb het niet gedaan, huilt hij.

De vrouw grijnst in haar baard.

Bij God, ik zal vrij zijn van blaam

Zodra uw lunch daar kraait.

De kruk die krijgt een harde trap,

Het koord verstijfd en strak.

De levenslust schiet door mijn lijf.

Ik leef!, kraai ik verrast.

De vrouw vloekt, maar de rechter

Haast zich naar de prooi die hangt,

Maar die zweeft in alle onschuld.

Hij geen dief, zo weet de Heer, en

Hij zet koers naar Compostela

En de vrouw eet haan met peren.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

4 mrt 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket