Om te lezen heb ik tegenwoordig enige versterking nodig. Het is een gewone zwarte leesbril, maar af en toe is het toch leuk om de wereld ook door een roze bril te bekijken. Want naast dit fenomeen kan je gewoon niet kijken. Je moet zelfs uitkijken of ze botsen tegen je op, de Pokémonjagers, omdat ze al wandelend naar hun smartphone turen.
Tijdens onze vakantie verpoosden mijn vrouw en ik op een terrasje. Achter ons hadden vier jonge gasten postgevat. We hadden al snel begrepen dat ze het nieuwe populaire virtuele spel speelden. In het midden lag een extra externe batterij en de rare namen en punten vlogen door de lucht. Net als de beestjes, want af en toe trok er een gast op uit omdat er in de omgeving eentje werd gesignaleerd. Waarbij ze onze glazen bijna van de tafel stootten, want het moest snel gaan om het ding te vangen. De vier jongens waren duidelijk van het gamerstype, als ik dat mag zeggen. Zo hadden ze alle vier een nogal bleke huidskleur. Van meestal aan die pc te zitten natuurlijk. Daarom alleen was het goed dat ze een keertje buiten kwamen. De ene jongen had het nog gedurfd om een korte broek aan te trekken. Zijn benen mochten ook dat kleurtje krijgen.
Zo trok ik zelf een keer nogal vroeg op het jaar met korte broek naar het containerpark. Daar kreeg ik te horen dat mijn tl-buizen niet in de container mochten. Een geslaagde grap, dat wel.
Afijn, we hebben met veel plezier naar de Pokémonjacht zitten kijken. Zoals zij ook plezier hadden. Kortom, iedereen content. Maar waar ik aan dacht, die namiddag op dat gezellige terras. Mochten de mensen van ‘toen’, van voor het internet, nog eens terugkomen en dit fenomeen aanschouwen, ze zouden zeggen: ‘ze vangen’.