Ze zaten op het dak van de wagen en tuurden naar een horizon die net zo tegenstrijdig als adembenemend voor hen opentrok. De warme oranjetinten en de melkachtige roze wolken smolten als suiker in een azuurblauwe hemel, die afstak tegen het eindeloze traliewerk en de erbovenop gekrulde prikkeldraad. Het silhouet van het uitzichtloze kubusvormige gebouw torende op aan de kimme. De huilende wind voer de stilte met zich mee.
De gevangenis zal de buitenwereld beschermen voor een monster, maar hij beschermde zijn gezin, en voor mama en de kleine zal hij altijd een held blijven. Dus wachtten ze. Dag na dag…
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.