Er is zoiets als
schoenen op tafel
hoeden draagt men niet meer
het blikken uit het raam
de haag die steeds dichterbij komt
het hoeft allemaal zo snel niet meer
je ligt alles op te vouwen
boeken, deuren, kleren
het genezen van de ander
en het spreken
steeds minder tot bijna niet meer
steeds gestager komt het opzetten
gebonden aan een geloof, kortaf
het kanten van de zijlijn op de tijd
het punt waar je het niet precies meer
kunt zeggen hoe de weg bergaf loopt
waarom je alles in dozen steekt
hoe je terug kruipt in de paar lijstjes die je
aangelegd had, hoe je neigt te gaan staren