Gggod verr domme! Zijn vloek klonk als aanrollende donder alleen was het voor schuilen al te laat.
Zit je nu weer met je kop in een boek, brulde hij terwijl hij haar paardenstaart vastgreep, het rond zijn pols draaide en haar eraan uit de zetel omhoogtrok tot enkel nog de tippen van haar tenen de grond raakten.
Wat hebben we afgesproken? siste hij in haar oor, Zeg het mij ,wat?
De pijn deed haar naar adem happen.
Ik wacht, wat hebben wij afgesproken? en hij verstevigde zijn greep nog
Ze probeerde de pijn te verbijten.
Ik hoor niets? Kom zeg het dan, wat zijn we overeengekomen?
Examens voorbij, …boeken toe, lukte het haar om te zeggen
Wat, ik heb het niet goed verstaan, zeg het nog eens?
Examens voorbij, boeken toe, perste ze eruit
Hij liet haar paardenstaart los. Ze wankelde en moest zich vasthouden aan de zetelleuning om niet te vallen.
Inderdaad, examens voorbij, boeken toe en wat is dit dan?, zei hij en hij pikte met twee vingers het boek op dat uit haar handen gegleden was, hief het ter hoogte van zijn linkerknie en schopte het dan met zijn rechtervoet de lucht in. Als een vogel met kartonnen vleugels vloog het de kamer door om dan met een smak op de koude assen van de haard te vallen. Zo, grijnsde hij tevreden, daar maken we een lekker vuurtje mee. Waag het niet om het eruit te halen!
Maar Vake, dat boek is niet van mij! protesteerde ze
Ah neen? Van wie is het dan? Wie heeft jou een boek gegeven? Wie? Hij sloeg met zijn vlakke hand op tafel.
Het is van de bibliotheek, zei ze met een klein stemmetje en ze ging automatisch aan de andere kant van de zetel staan.
Wanneer ben jij naar de bibliotheek geweest? He? Wanneer? Heeft die van hiernaast je weer meegenomen?
Ze schudde haar hoofd.
Neen? Dan heeft dat wijf van Tavernier het voor jou meegebracht?
Ze schudde opnieuw haar hoofd.
Hij zuchtte ostentatief, ga je het mij nu nog zeggen Lisette of… Hij hief zijn hand dreigend de lucht in.
De bibliotheek heeft een bus waarmee ze één keer per week een ronde doet en die stopt aan het erf van Eggers.
Die informatie leek hij even te moeten verwerken. Waarom?
Om iedereen de kans te geven om boeken uit te lenen, ook zij die ver weg wonen zoals wij.
En die van Eggers die lezen boeken zeker?
Ja, allemaal.
Maar Prosper Eggers toch niet.
Jawel, Prosper leest graag verhalen over oorlog en spionage, zegt hij en Maria leest graag kasteelromans en de kleinkinderen lezen vooral stripverhalen
Mannekesbladeren! Voor kinderen die nog moeten leren lezen?
Die kinderen kunnen allemaal allang lezen en heel goed zelfs. Lisette besefte meteen dat ze dit laatste niet had mogen zeggen. Ze sloot de ogen en kromp ineen, klaar om de eerste slag te incasseren.
Maanden, zelfs jaren nadien was de schietpartij terugkerend onderwerp van gesprek aan de toog van café Het Zwarte Schaap. Dat Firmin Spapens op een dag de kleine Lisette zou doodslagen hadden ze allemaal allang gevreesd maar dat hij zijn buren als loslopend wild zou afschieten dat had niemand zich ooit kunnen indenken. Het was ook nooit helemaal duidelijk geworden wat de aanleiding hiervoor geweest was. Er werd gezegd dat toen de politie bij hem binnenviel hij rustig bij het haardvuur zat een boek te lezen, maar voor wie hem kende was dat flauwekul want Firmin kon amper lezen of schrijven. Toch moest het iets met boeken te maken hebben wist de waard van het café want de man van de bibliotheekbus had hem verteld dat de boeken die ontleend waren door de Eggers, de Taverniers en de kleine Lisette zelf, nooit zijn teruggevonden.