Billy Sønderland (1)

24 nov 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Doesjka woont er nog altijd, in het zonnige achterhuis. Een hersenchirurg zou haar logeerkamer, dat bed met spiralen, dons en overtrek met oermotieven omschrijven als “een broeinest, ergens achter het gebied van Broca, een nest met kraaienkuikens, boven in de vezels van de achterhoofdskwab, waar zij te veel ziet maar zelf niet gezien wordt”, en ze roept naar me dat ik naar de Spar moet, "om drank en drugs!”

 

Ik zeg haar dat ze mij nooit aan de nicotine of marokkanenhennep zal krijgen en zeker niet op deze quade saterdach, want het stormt, stormwinden heersen over het land, stormschade zal er zijn, een overbelaste noodcentrale, en een eik zal ongelukkig vallen, op een krijsend wijf dat loopt te vechtscheiden in het bos. Haar man zal met zachte hand de schors, het mos en het bloed van haar gezicht vegen, haar optillen, op de achterbank van zijn leasingwagen leggen en naar een ziekenhuis voeren. Hoe het zal aflopen weet ik niet, maar Frank had gewaarschuwd: blijf binnen!

 

Fuck Frank!  Tegen de wind in ga ik. Bladeren, meeuwen, brokken PUR-isolatie van een in aanbouw zijnde residentie vliegen door de lucht, maar ik geraak er voorbij, voorbij de kraan en de nieuwe blok, die nog grijs is, vanbinnen en langsbuiten. Alles wacht behalve ik, rode pakken baksteen op een metser, kalende mensen op de oplevering, op die eerste druppel water uit de sproeikop van de inloopdouche met handgrepen voor wilde rimpelseks en ik hoor haar naroepen, als een echo die op een grassprietje fluit, dat ik bier moet meebrengen, spekkelbrood, kip curry, chips met paprika. “En chocomoes!”

 

Het moet jaren geleden zijn dat ik ze nog kocht: een flesje Piraat Tripel Hop en een tijdschrift omwille van de kop. Doch vandaag, nu al dat kwaad dreigt onder een grauwe hemel, laat ik me vangen en koop ik de Knack. Vijf euro vijftig cent voor enkele Russische callgirls. “Dat hij daar nooit voor uitgenodigd werd,” houdt de kop vol. Hij kijkt streng, de lippen op elkaar en boven zijn voorhoofd, staat het, dat Trump een fascist is, over de revolutie van de blanke merderheid, dat De Winter het weer eens gaat uitleggen waarom in een hogedrukgebied de windhozen altijd naar rechts, met de klok meedraaien.

 

“Het waren beschouwingen over populisme, Piet Piraat, het zwakke vlees op pagina 35 en de malse blik van de kassierster die mij aanzetten tot de aankoop van dit tijdschrift,” leg ik uit aan Doesjka, die op het aanrecht gekropen is, de benen niet stil kan houden terwijl ik het bier, de kip, curry, choco, moes in de frigo steek.

 

Frank heeft gelijk: binnen blijven, cocooning is in. Straks met Doesjka het bad in, schuimbellen blazen en nadat ze zich afgedroogd zal hebben, zal ze zich de mond roden, met de lippenstift een neerwaartse pijl op haar buik tekenen. Daarna en met dezelfde kleine lepel zullen we proeven uit hetzelfde potje, komen er bruine vlekken op haar warme tong, van de chochomoes.

 

Met haar wil ik immer, blijven leven, uit dezelfde pot eten, zoals weleer, gewoon, pap van twee broden, bouillabaisse van vijf vissen en hij kijkt toe vanuit zijn kader, de grootvader van mijn grootvader, Victor Vanderbilt, wiens foto niet vergelen wil en die me eraan herinnert: vrijdag is het zover, de ontmoeting met B.B. King te Zeebrugge.

 

 

 

Fuck Frank!

deel 1 van het historisch kortverhaal "Billy Sønderland'

uit de reeks 'Waanhoop'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

24 nov 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket