Billy Sønderland (3)

24 nov. 2016 · 1 keer gelezen · 0 keer geliket

De vuilniszak staat buiten en ik zelf ook. Gelukkig is er geen kat, geen kat die op de loer ligt om de zak open te scheuren, alsof er zilveren muizen zouden wonen achter het Gulden Vlies van de Heilige Maagd, en ook geen kat die weet wat er allemaal wél in steekt.

 

Alles wordt verbrand, bananenschillen, piep- en scheerschuim, flacons met restjes heimweewater, nageboortes van een schommelveulen, van een babydraakje, haakwerkjes, met liefde werden ze gemaakt om er een bierglas op te zetten en ze zwaait naar me, Doesjka, door het raam, onvoorzichtig, met een losse hand.

 

Op perron één zal hij op me wachten, de trein naar Zeebrugge-Dorp en na een kwartiertje stappen zal ik er zijn, in café The Old Steamer. Het zal een modern vehikel zijn, dat minder kabaal maakt dan de blauwe blokkentrein die even oud is als ik en van Hamburg via Basel helemaal tot in Genua kan rijden.

 

 

Als ik het etablissement achter de donkerrode gordijnen binnenstap, zie ik slechts één man zitten. Dat Marvin Gaye ooit in Oostende woonde, weet zowat iedereen, maar de kerel aan dit tafeltje daar, die woont in Zeebrugge en hij moet het zijn: B.B. King!

 

“Bernd Vanderbilt." Ik stel me voor, geef hem een hand, waarna hij een gebaar maakt, dat ik aan de andere kant van het tafeltje kan plaatsnemen. De dame die achter de toog twee fluitjesglazen droogde, staat intussen aan onze tafel: “Wat zal het zijn?”

 

Een Safir wil Billy en ik bestel een gueuze, terwijl ik met beide handen over de zachte flanelle van de zetel wrijf en wat te lang toekijk hoe ze haar boezem wat omhoogdrukt in de zwarte beha onder een spannend, synthetisch pulltje.

 

“Dat het geen hoerenborsten zijn,” zegt ze terwijl ze twee bierviltjes klaarlegt en een spel kaarten op tafel legt, “met de kaarten wordt hier soms gespeeld.”

“Manillen,” zegt Billy, “enkel met een Engels kaartspel."

 

B.B. King, Billy Bagger King of Hearts, deelt de kaarten uit terwijl voor die twee onbetaalbare borsten van Natascha een kraag schuim op een glas bier verschijnt, een gueuze ingeschonken wordt. Billy vertelt over zijn grootvader, Nils Sønderland, een Deense matroos die in Zeebrugge was blijven plakken, aan het vel van Louise De Wachter, die bij de vismijn werkte en dat hij nu de derde generatie is die baggert bij Decloedt, dat het dankzij hem is dat die Chinese containerchepen binnengeraken in de haven.

 

Ik zie het zo voor me: Chinese mastodonten die de havengleuf zoeken en Louise, die elke avond weer zich de garnaalpelhandjes, het ganse lijf, zorgvuldig waste met citroenwater, want Nils kon elk moment thuiskomen van het ruime sop om in haar een halve aardling, de vader van Billy te verwekken.

 

“Dat is mijn job,” zo gaat hij verder, “elke dag weer, baggeren, in de haven, en ook buiten de haven, de vaargeul vrijhouden want op de Noordzee staat een sterke stroming, die zand meesleurt en weer afzet. Dat baggeren kost de staat jaarlijks 70 miljoen en wie gaan daar mee lopen: DEME, Decloedt, De Nul.”

 

Als ik hem uitleg dat ik meer te weten wil komen over het bommenkerkhof voor het strand van Heist, kijkt hij in zijn glas.

“Piques troef”, zegt hij. We spelen, we drinken en telkens als hij als eerste aan slag is, legt hij, als hij kan, steevast de hartenkoning, die hij dan telkens aan mijn aas of harten tien verliest.

“Merci, drie punten kado,” dank ik hem in het begin nog. Daarna zwijg ik en zegt hij dat een mens soms gewoonweg verliest, terwijl hij de mouwen van zijn hemd oprolt en ik niet vragen durf naar de littekens op zijn polsen.

 

Van doorvragen over die duizenden tonnen bommen komt niet veel in huis.

“Wat interesseert jou dat,” is zijn antwoord en als ik hem probeer gerust te stellen, dat ik geen journalist ben, vraagt hij me: “Wat zijt ge dan wel, of leef je van de ziekenkas? Zoek toch een deftige job! Slijkspuiter of broldumper,” zegt hij smalend en staat dan recht. “Ik moet ervandoor, morgen vroeg op, weer aan de slag op de Vlaanderen Twintig,” en hij verdwijnt in het deurgat.

 

Ik blijf nog even zitten, raap de kaarten samen. Natascha komt afruimen, ik betaal het gelag en zij haalt de hartenkoning uit het pakje kaarten. “Neem hem mee,” zegt ze met een knipoog, “Slaap er eens over. Vergeet het niet. Engels kaarten, nooit Franse!”

 

 

 

King of Hearts

deel 3 van het historische kortverhaal ‘Billy Sonderland’

uit de reeks  ‘Waanhoop’

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

24 nov. 2016 · 1 keer gelezen · 0 keer geliket