zonlicht dringt de kamer binnen
langs een spleet tussen gordijnen.
hij staat op uit zijn zetel,
opent de gordijnen,
laat nog meer licht
de kamer binnendringen.
de zon werpt licht
op de stoffige oude zetel.
stof dwarrelt door
verlichte lucht in de kamer.
hij kijkt en beslist.
hij blijft en sluit
zorgvuldig de gordijnen.