BLIJVEN STOFZUIGEN

Marlies
30 aug 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Solange neemt de hoorn van de telefoon.

‘Siam is al dood.’

De door een doek gedempte stem benadrukt de ‘al’. Toen Solange daarnet in het tuinhuis kwam, hing de poes opgeknoopt aan de houten dwarsbalk, gewurgd met de groengele elektriciteitsdraad. De stank was onverdraaglijk. Sinds Solange gestopt is met roken, ruikt alles overdreven.

‘Siam liep me voor de voeten, Solange. Ik raad je ten stelligste aan om dat niet te doen. Begrijp je mij?’

‘Ja, meneer,’ zegt de dienstmeid snel.

‘Ga jij doen wat ik je zeg?’

‘Ja, meneer,’ zegt Solange zonder haperen.

‘Neem dan je stofzuiger, pak het verlengsnoer en steek de stekker in het stopcontact in de hall en zuig het tapijt van de trap schoon, van onder tot boven, trede per trede. Als je iets hoort, reageer je niet. Jij doet je werk. Jij stofzuigt de hele trap. En oh wee, wanneer er nog ergens een poezenhaartje ligt.’

‘Ja, meneer.’

Solanges hart bonkt in haar keel wanneer ze de hoorn neerlegt. Wat moet ze doen? Telefoneer je de politie voor een dode poes? Bovendien durft ze het niet. Misschien houdt hij haar in de gaten.

Trillend haalt ze de stofzuiger uit de gangkast, ze knoopt de draden stevig aan elkaar, steekt de stekker van het apparaat in het verlengsnoer en die stekker in het stopcontact. Terwijl de stofzuigerslede nog op de begane grond staat, zuigt ze het vuil van de eerste vier, vijf treden. Dan licht ze de slede op en sleurt de stofzuiger hoger de trap op. Met de stang gaat ze verder aan de slag, ze maakt de volgende treden schoon. Ze bukt naar de slede, richt de stang op de volgende treden, bukt opnieuw en trekt aan het snoer. Elk ros poezenhaartje maar ook alle zwarte lange haren van mevrouw zuigt Solange op. Zelden is de trappenmat zo schoon gezogen. Ze heeft het warm in haar nieuwe roze schort. Toch durft ze haar taak niet te onderbreken. Neen, zij doet voort. Zij stofzuigt trede per trede. Elke keer weer een stap omhoog, steunend op de stang.

Meneer en mevrouw wonen in een heel modern huis, een paar jaar geleden gebouwd op een smal perceel aan de ringweg van de stad. Beneden bestaat het gebouw uit corstenstaal, de rest van de gevel is bijna uitsluitend glas. Al die ramen lapt ze altijd in het zicht van de straat. Daar staat ze nu te stofzuigen, zichtbaar voor alle autobestuurders. Het licht springt op groen, de auto’s vertrekken. Tot het rood wordt, de auto’s stoppen en de bestuurders omhoog kijken en haar zien. Zelf loert ze nu niet naar buiten, ze schaamt zich voor de vuile ramen. Die stonden vandaag op haar programma.

Na de eerste trap zuigt ze ook het smalle overloopje tot aan de volgende trap. Ze komt langs de badkamer. Vorige week toen mevrouw voor haar werk op reis was, lag daar in het spiegelkastje de positieve zwangerschapstest. Het waren Solanges zaken niet, maar omdat mevrouw jarenlang zoveel moeite had gedaan om zwanger te geraken, was ze blij dat het eindelijk gelukt was. Zelf is zij daar nooit toe gekomen. Solange heeft in haar jeugd nooit een man ontmoet die haar moeder goed genoeg vond.

Om nog hoger de trap op te gaan moet ze aan het snoer trekken, bukken naar de slede, richten met de stang, snokken aan het snoer. Minuten gaan zo voorbij, de minuten rijgen zich tot een half uur, tot een uur.

De voorbije maanden heeft ze soms gevreesd voor het huwelijk van meneer en mevrouw. Telkens wanneer mevrouw op zakenreis was, was er meer afwas. Het kostte haar veel moeite de lipstick van de glazen te wrijven. Maar was mevrouw opnieuw thuis dan kregen de planten water en Siam voldoende te eten.

De onbehaaglijkheid drukt zwaar door op Solanges schouders, maar ze doet verder. Bij elk poezenhaartje op het traptapijt ziet ze opnieuw hoe Siam in het tuinhuis hing, zo weerloos aan die draad. Zelf houdt ze niet van katten, ze verliezen overal hun haren, ze braken haarballen, ze moeten overgeven als ze weer vergif hebben gegeten. Ze is niet het type dat zich in een zetel nestelt met een poes op de schoot, integendeel.

Als mevrouw thuis was, bleef Siam in haar kantoortje. Maar als mevrouw op zakenreis was, volgde Siam Solange op haar stappen, ze miauwde klagend en smeekte om strelingen en af en toe een hapje. Zelfs nadat ze een keer per ongeluk opzij stapte en daarbij op de poezenpoot trapte waardoor de kat met een schreeuw opzij sprong, bleef de poes haar achtervolgen. Ze wachtte haar zelfs op wanneer ze de sleutel in het slot stak en drie keer moest draaien. Tegen dan stond Siam op haar achterste poten te drentelen. Een poes is aanhankelijk. Solange heeft het daar niet voor. Ze haalt haar schouders op. Ieder zijn ding.

En met een stevige snok aan het snoer neemt ze de volgende bocht van de betonnen trap. Al bij al heeft ze het getroffen met dit soort mensen. Ze maken weinig vuil, ze hebben weinig eisen, ze willen dat alles bij het oude blijft.

Behalve nu dan. Nu is er iets raars aan de hand. Waarom moest ze zo zorgvuldig de trap zuigen? Waarom mocht ze niet achterom kijken?

Anderzijds heeft ze dit stuk van het trappentapijt de voorbije maanden verwaarloosd. Ze strijkt enkele keren extra over elke vierkante centimeter. Trede per trede. Zorgvuldig tot in de voegen. Af en toe strekt ze zich om de haren van het zuigborsteltje te plukken. Maar algauw bukt ze zich opnieuw en stofzuigt verder. Bukken, richten, snokken, bukken, richten, snokken. Elk haartje, elk pluisje stof verdwijnt in de slang, in de slede.

Solange heeft een minnaar. Zo durft ze pastoor Walter sinds kort te noemen, hij is haar minnaar. Het is goed dat hij elke maand komt en dat hij nadat hij gulzig haar eten heeft gegeten bijna achteloos bij haar in bed kruipt. Ze is ontroerd als ze samen de liefde bedrijven. Van een pastoor had ze minder ervaring verwacht.

Bukken, richten, snokken, bukken, richten, snokken. Een lastig haartje, drie keer beweegt ze de stang heen en weer, de mond zuigt pas alles op als ze de zuigkracht van de stofzuiger verhoogt. Daarna draait ze die kracht weer lager, op 600 eenheden. In dit huis houden ze ervan zo min mogelijk energie te verbruiken. Zo. Nog een flinke snok aan het snoer want ze gaat opnieuw een serie traptreden hoger.

 

Pas wanneer ze de zolderdeur bereikt, hoort ze beneden stemmen.

Op het ‘Wie is daarboven?,’ draait Solange zich voor het eerst om. Vier agenten met het pistool in de aanslag, stormen op haar af. In het zicht van de hele straat slaan de agenten Solange in de boeien en trekken haar de trap af. Ze hebben zelfs hun voeten niet geveegd, op de trap lachen de brokjes modder haar uit.

Helemaal beneden aan de trap ligt mevrouw, gewurgd door het stofzuigersnoer.

Meneer staat te wenen, zijn blik verwijtend op Solange gericht. Net alsof hij het niet was die haar belde om de trap te stofzuigen.

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Marlies
30 aug 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket