Alleen het zuiden kan dit gestamel horen,
wanneer het voor de derde keer vandaag,
een toonladder met hoogtevrees,
haperend mijn mond uitkomt.
Daarbij ook vergeet hoe namen anders moeten vallen,
belachelijk slis, en stomweg door het verkeerde hoofdstuk
verlangende grammatica zit te ploegen.
Er is geen andere weg.
Als kind van Babel word ik naar het eenvoudige,
nederige begin geleid: man - aap - staart.
Ik weet, met elk veroverd woord groeit de dag.
Zie ik hoe je me aankijkt, je oor naar me wendt.
voor Gospa.