ik slaap en vraag me af
hoe ik op de zolderkamer van mijn grootouders ben beland
onder de taftzijden sprei uit mijn kindertijd
die nog aanvoelt als gisteren
en ik kijk naar het andere bed
het goeie bed
de holle wangen van mijn opa
die alle leven hebben weggezogen
zijn kleur die ik nooit zo gelig zag
en zijn gevouwen handen
boven het krakend ijs van gesteven goed
waarin zijn weduwe me nog heeft betrapt
maar dan jaren later
en plots hoor ik een stommeling op de trap,
't is vader
haha, nog altijd een goeie grap
maar nee: hij dwarrelt
als stof en as in mijn gedroomde ochtendlicht
vantussen het dakgebinte naar beneden
en bedekt me
ik strubbel tegen
schud hem van me af
maar hij klampt zich vast
onderhuids
waar zijn erfenis als stramme pezen
aan mijn botten plakt
ik probeer en probeer
al jaren probeer ik, maar
je kan niet verzaken
zegt de notaris der genetica
mijn eigen fouten zijn
blijkbaar niet genoeg
en plots hoor ik mezelf zingen van
I need you
Like the flower needs the rain
en ik berisp mezelf
want ik heb het niet voor dat soort
al te platte schijven
dus besluit ik dat ik wakker word
en dat het beter is om op te staan
zoals altijd:
klaar voor wat niet komen zal
op al de rest onvoorbereid
© Marc Terreur, 4 februari 2023