Ik herinner mij de zonneslag in een grijze Peugeot
zwaarbeladen als een muilezel
de helse zomerexodus van mijn geborgen zolderkamertje
vol frisse dromen in het Land van Waas
naar ons wit huis in Oujda waar mijn moeder
in de keuken khobz kneedde die ik met mijn zus
naar de farran bij de plaatselijk bakker bracht
Er werd gegeten in een salon met sederi aangekleed
met bontgekleurde kussens, in harmonie met lage tafels
waaronder onze voeten bengelden op handgeweven tapijten
Centrale verwarming hadden we niet
Er werd geslapen op matrassen en dekens op de grond
Onze behoefte moesten we achterlaten op een hurktoilet
en onze huid gingen we scrubben in de hamam
tot alle dode schilfers en preutsheid eraf vielen
Jurkjes, broeken, kousen, ondergoed, T-shirts
werden gewassen in grote zinken wasteilen
met water uit de waterput en later uit de kraan
Handen en bruine zeep waren onze wasmachine en
de zonnestralen op het dakterras onze droogkast
Het uitzicht vanuit de hoogte was stoffig, maar
op dat terras smulden we met de vriendjes amandel- en
honingkoekjes die we hadden gejat uit de keukenkast
terwijl we ons verstopten achter handdoeken en lakens
We hadden een codetaal ontwikkeld
voor die weken van komen en gaan van familieleden en buren
die vroegen naar het reilen en zeilen
tijdens de rest van het jaar in Belgika, voor hen het paradijs
maar voor mij een hopeloos gevecht
tegen vreemde roots, traditie, religie en
sociale controle door vader en zijn kompanen
Het zondebokgevoel woekerde tussen mijn vingers, maar
was het geen onrecht om rekensommen te moeten
maken op de oude lessenaar bij zuster Serafien terwijl
Ann, Hilde, Lieve, Sabine, Tiny en Katrien werden
ingewijd in de geheimen van school-, vlinder- en rugslag?
was het geen onrecht zoveel haram?
Geen toneel-, piano-, of tekenles maar Arabische les
geen Chirokamp maar opruimen, kuisen en mondje dicht
geen salami en hotdog maar sterk geurend schapenvlees
geen glinsterende kerstballen, geen barbiepop met nieuwjaar
geen zakgeld voor de cinema, geen geflirt in discotheek Carré
maar familiegeroddel tot in de late uurtjes
geen strakke jeans of hippe minirok maar afdankertjes
waarin ik me voelde als een grijze muis
Nu nog krijg ik rillingen in een speeltuin waar ik
de schoen van mijn baba opnieuw voel schoppen op mijn kont
en een rode voortand zie landen over de schommel
in de zandbak waar mijn zelfvertrouwen bedolven ligt