Op de tafel ligt een brief met woorden
in potlood, half opgegeten. Hij was bijna
schoongemaakt : de laatste kruimels op
een hoopje geveegd. In het watermerk
het punt gekrast van grafiet en schilfers
klei. Ze arceerden samen houtskooletsen,
veegden met de bal van hun hand zachter
vlekken. De lijnen in almaar dichter parallel
nu bruusk uiteen, lichter. En krast hij
met inkt de naam in het blad, in de palm.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.