Lieve Jeanneke,
Een paar dagen na de start van die bevreemdende lockdown, hebben wij gejubeld en gelachen. Het voelde bijna ongepast om temidden van zoveel drama zo’n intens geluk te voelen. Alsof je de slappe lach krijgt tijdens een uitvaartplechtigheid. Maar er was nu eenmaal wonderlijk nieuws, zo massief dat het simpelweg niet te onderdrukken viel: in mijn buik zou een kind groeien. Jij! En groeien doe je volop. Nog 7 weken en dan maakt de wereld kennis met jou, en jij met de wereld.
Maar ik kan het niet helpen: ik maak me zorgen. Want op wat voor een wereld zal ik je zetten? Fraai is die er niet aan toe. Onze samenleving wankelt onder een pandemie. Er is een klimaatcrisis die met de dag tastbaarder wordt. En het publieke debat geraakt verzuurd met polarisatie, racisme en gecrispeerde bekrompenheid. Op Facebook en in de media overstemt een handvol roeptoeters al wie zich kwetsbaar opstelt, al wie niet meekan, of wie vooral een knuffel nodig heeft.
Net nu iedereen nood heeft aan wat mildheid, trekken velen zich terug in het starre eigen gelijk. De muurtjes rond de eigen mening worden hoger, wat zich daarachter afspeelt, wordt minder zichtbaar en moeilijker te ontrafelen. Net nu een klein gebaar van vriendelijkheid, zoals de glimlach van een toevallige passant, zo’n deugd zou doen, verdwijnt die achter een masker. Corona heeft ons veel afgepakt, maar misschien wel vooral: de vanzelfsprekendheid en spontaniteit van het alledaagse.
En toch. Terwijl jij veilig in mijn buik groeide, groeiden er ook mooie dingen in Vlaanderen, dingen waardoor we weer hoop kregen dat het alsnog goed komt. Zoals Herman Van Veen het zingt: de wereld is niet mooi, maar jij kan haar een beetje mooier kleuren.
Want misschien lijk je wel op je tante, die elke dag de stormloop aan ongeruste patiënten in haar huisartsenpraktijk trotseert. Of op die andere tante, die er op alle mogelijke manieren voor zorgt dat nieuwkomers toch nog Nederlands kunnen leren en hier een toekomst kunnen opbouwen. Misschien heb je wel wat weg van die Afghaanse vriend die al zoveel tegenslagen kende en ook nu weer rechtkrabbelt. Of heb je de ruime blik van die kranige grootnonkel, die zich ondanks zijn ziekte zorgen maakt om mensen in armoede. Of misschien ontpop jij je wel tot een soort van sociale superlijm, zoals die ene vriend die onze vriendengroep op creatieve wijze bij elkaar weet te brengen. Misschien treed jij wel in de voetsporen van die zeldzame experte die de nuance zoekt en ruiterlijk toegeeft dat zij het ook allemaal niet zo goed weet. Of word je zoals die koppige buurman, die blijft klappen voor de mensen in de zorg, nog lang nadat iedereen daarmee gestopt is.
Misschien raak je wel geïnspireerd door die zonderling, die tussen al het geweeklaag door, mildheid predikt. Mildheid tegenover onszelf en tegenover elkaar. Of krijg je energie door die kleine, maar groeiende groep politieke leiders, die de strijdbijl en het gekibbel begraaft, en zich eindelijk echt wil inzetten voor de toekomst van ons allemaal.
Wat zijn we ontzettend benieuwd naar jou. Zal je de schone krullen van je vader hebben, en de aanstekelijke lach van je moeder? Of erf je ons piekergedrag en je moeders ambetante voeten? Maar vooral: wat voor iemand zal je worden? Soms dromen we daar hardop over. Dan word jij een handelaar in goeds, een geluksmarchand die wiegende bomen plant, een bellenblazer onversaagd, die alles en iedereen met vrolijke glans belaagt. Een liefdesverspreider, een armoedebestrijder, een onvermoeibare levensbegeleider.
Maar het is niet aan ons om jouw pad uit te stippelen. Word maar gewoon helemaal wie je zelf wil. En ongeacht wat de toekomst brengt: jij bent er nu al in geslaagd om de wereld mooier te maken de voorbije maanden. Uitkijken naar jouw komst was een kristalhelder lichtpunt, het bracht ons en onze families en vriendengroepen dichter bij elkaar, en deed ons beseffen wat er echt toe doet.
En nee, onze samenleving is er nog niet. We hebben nog heel wat voor de boeg. Maar maak je maar geen zorgen, daarvoor is het nog te vroeg. Veel te vroeg.
Bemoedigende groetjes,
Je mama in spé
(en je papa schreef mee)
Auteurs: Lies Steurs (17-11-1990) & Hendrik Moeremans (27-07-1987)