Ik ken geen rood meer, voel enkel nog mijn hartslag, weet dat aderen die kleur verdragen.
Ondanks alle wreedheid van de wereld die met vuile ijver bovenop een laag met oorlogspuin gebouwd werd, eet men daar gewoon tomaten in de tinten van verscheurd erbarmen.
Wie zonnebloemen schildert die men rond een kerkhof heeft gezaaid, gebruikt een geel dat grijs een deklaag poogt te geven.
Liefste, weten de flamingo's wel in welk bruin hun poten staan? Hebben eieren die kleur gestolen van een zalm die zich wat bleekjes voelde op een zieke dag?
Wat mijn ogen vrede geeft wanneer de maan zich leeggezogen heeft, is zonder twijfel zwart waarin de ogen van de uil niet reflecteren durven.
Ik ben gerust dat ik zelfs zonder beelden die mijn kijk verzamelde, nog dromen maken kan waarin jij weer verschijnt.
Er ging genoeg vooraf. Zo denk ik soms verkeerd. Ik kon de regenbogen niet negeren toen er zonnestralen blinde druppels een toneeltje deden spelen.
De oorlogen die in jouw wereld woeden, weten zonder twijfel dat het wit van vrede nooit in deze regenbogen leeft. Zelfs wolken de zijn nooit helemaal gezuiverd van de grijze tinten die een schaduw altijd in zich draagt.
Vandaag is de sinaasappel niet eens verdrietig omdat het oranje plots bezoedeld werd met veel onzichtbaar rood.
Daarom heb ik nog hoop, dat wegen zonder richting mij ooit vinden zullen, groene aren spreken willen tegen stemmen die om uitleg vragen over nut en reisdoelen.
Wacht wel geen eeuwigheid, mijn lieveling, want de moerassen breiden zich voortdurend uit. Ze reiken haast tot aan de lippen van de moed die ik nog heb.
uit de reeks 'Waanhoop'