21
Na een uitputtende fietsrit, eerder emotioneel en psychisch dan fysiek, komen Reginald en Jimmy thuis. Reginald duwt de voordeur open en steekt zijn fiets binnen, gevolgd door Jimmy, die door Reginald met uitgestoken hand wordt tegengehouden.
‘Wat denkt ge wel dat ge gaat doen?’ vraagt Reginald.
Jimmy duwt nog eens met zijn fiets.
‘Mijn vélo binnenzetten, tiens.’
‘En wat geeft u het recht om te denken dat die vélo binnen mag staan? Alléén postfietsen hebben dat voorrecht – omdat ze dienen om te werken. Ge weet waar de uwe moet staan. En avant,’ zegt Reginald.
‘Maar, pa, er is toch nog net plaats genoeg voor mijn vélo? Als ge nu de paraplubak verzet…’
Reginald balt de vuisten.
‘Ei. Gij gaat nú uw velo aan de reling van de kaai vastmaken. Hebt ge dat goed verstaan? Of moet ik het er in kloppen?’
Marjolein komt de gang binnen. Ze ziet haar man met gebalde vuisten tegenover haar zoon staan.
‘Jimmy, doe wat hij zegt. Ge kent hem. Hij is baas.’
Jimmy gaat terug naar buiten, vloekend, en Reginald ontspant terug. Hij hangt zijn kepie aan een kleerhaak en ontsteekt een sigaret.
‘Waar is den anderen?’ vraagt hij.
‘Billy,’ zegt Marjolein, met nadruk, ‘is uw beesten gaan eten geven.’
‘En is zijn wijf mee? Allez, wijf, scharrel.’
‘Ja. En ge zult uw manieren houden ook, vanavond.’
Marjolein klinkt meer vastberaden dan ze is, maar Reginald heft zijn hand op.
‘Of anders wat? Denkt ge dat ik benauwd ben van u, stom foorwijf?’
Instinctief zet Marjolein een stap achteruit. Reginald doet zijn uniformjas uit en trekt zijn zondagse vest aan.
‘Maar goed,’ zegt hij, ‘dat zal moeten wachten. Ik moet achter pa gaan, sinds den anderen het nodig vond zijn negerin met míjn auto te gaan halen. Ge moogt de auto dan uitkuisen als ze weer weg is, dan hebt ge nog iets gedaan vandejaar.’
‘Reginald, ik wil niet dat je zo’n woorden gebruikt als Célestine, want dat is haar naam, Célestine, bij ons aan tafel zit.’
Reginald heft zijn been op en laat een forse wind.
‘Dat is wat ik denk van Célestine,’ zegt hij en hij trekt de gangdeur dicht.
Marjolein hoort de Lada starten en wegscheuren. Ze slaakt een zucht van verlichting.