daar
op een stoep waar enkel onze vaders kwamen
zijn wij geboren als mens
als man en vrouw getogen
je witte benen geaccentueerd door bebloede kleren
je tanden nog hopend op een witte glimlach
we hadden zoveel vragen
en nog veel meer dromen
dat was voordat ze de oorlog binnenlieten
voordat ze de straten open gooiden
en ons verlangen op de bakstenen strooiden
voor er kinderen waren
en nog langer voordat er volwassenen waren
het was onze stad
niet alleen waar het begon
maar ook waar het zou eindigen
mensen spraken er een eigen taal
een taal van veel mogen en weinig moeten
daar zouden we worden begraven
kinderen van de mogelijkheden
en toen werd ik veertig.