In De Volkskrant van 3 augustus publiceert Murat Isik een column over het probleem Airbnb in Amsterdam (https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/de-oplossing-voor-amsterdam-pak-airbnb-eindelijk-eens-serieus-aan~b6fbcc12/ ). De auteur van “Wees onzichtbaar” heeft zeker een punt maar het probleem gaat veel verder en we zien hetzelfde gebeuren in de meeste steden van Europa. Brussel blijft hiervan niet gespaard.
Het geval Airbnb is maar één van de gevolgen van niet alleen een verziekte wegwerpmaatschappij van ‘likes’ en ‘belevenis-on-the-spot’, evenzeer van een op hol geslagen en falend politiek beleid van politieke partijen die niet meer kunnen of willen samenwerken en waar prestige en postjes belangrijker zijn dan een leefbare ruimte waar inwoners, leefruimte en toerisme convergeren.
Ik ben geboren in hartje Brussel. In mijn leven heb ik ruim 15 jaar geflirt met Parijs. Maar een kind komt altijd terug bij zijn moeder, zo kwam ik in 2007 terug naar huis. Dat was Brussel toen : warm, gezellig, volks, menselijk en geruststellend. Ik zag de vooruitgang van haar inwoners, ik zag hoe mensen het elkaar naar de zin maakten en met elkaar praatten, in contact kwamen. Brussel was ook een rustige stad. Niet zo’n saaie stad waar na het avondmaal van 19u niets meer gebeurt, niet zo’n hectische stad waar iedereen in totale onverschilligheid over het hoofd van iedereen kijkt maar waar mensen naar buiten kwamen; mensen gingen op restaurant, op café. De bruine kroegen ten spijt, amuseerden mensen zich. Er werd geleefd in respect naar elkaar, zelfs in de rij om 2 uur ’s nachts aan het frietkot kon je gemakkelijk nog met onbekenden aan de praat gaan en nadien weer op café gaan.
Vandaag ontkomt Brussel ook niet aan het vandalisme van het massatoerisme. De collectieve verkrachting van mijn stad gebeurt niet alleen ’s nachts, in donkere steegjes, in duistere kroegen of in ongewassen lakens van een hotel de passe. Het gebeurt dag in dag uit voor mijn deur, in de voegen van haar straten, over de koppen van haar kasseien, in volle daglicht. Schaamteloos, selfievol, boertig en luidruchtig. Daar waar pendelaars Brussel discreet en met angst voor de grootstad ontvluchten, vallen toeristen van allerlei allooi uit bussen en treinen neer om zich sans retenue over te geven aan goedkoop vertier. Met als gevolg dat Brussel meer een pretpark wordt, een amusante aangelegenheid voor toeristen, eerder dan een stad met gewichtige geschiedenis en cultuur. Vandaag staan mensen liever in rijen aan te schuiven voor een industriële wafel, een prularia van een souvenirwinkel, een overdreven geprezen Gourmet Burger, een kledingstuk van schande bij Primark. Dat is het nieuwe beleven. Mensen denken dat ze een unieke belevenis meemaken maar in werkelijkheid zitten ze in hetzelfde stramien als eenieder lambda persoon. Zelfs op Instagram maken mensen dezelfde foto’s : https://www.onemorething.nl/2018/07/dezelfde-fotos-instagram/ .
Het is sign of times en Airbnb is maar één van de spelers die inzet op het dierlijke van de meeste toeristen. Toeristen met honger naar belevenis, likes en selfies. Niet meer dan dat. Instant satisfaction. Mensen komen niet meer naar Brussel voor haar geschiedenis, voor haar volkse karakter, voor de locals te ontmoeten, voor een rondleiding, voor een museum (zelfs in Antwerpen vinden jongeren de weg niet meer naar kunst : “Voor zowat de helft van de museumbezoekers is een bezoek aan een museum ongewoon : https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/08/04/antwerpse-musea-zetten-een-avond-de-deuren-open-tjidens-museumna/ ). Mensen zijn bedwelmd door de vrije markt, kopen, eten en drinken van hetzelfde en razen door de hoofdstad als op hol geslagen vee. Een gulzig monster dat de grenzen van fatsoen niet meer waardeert. Niet voor zichzelf, nog minder voor een ander. Langs de andere kant zie je dezelfde trend terugkeren in de horeca en vooral in de retail : mensen moeten kost wat kost werken, de klant boet in kwaliteit in. Men neemt kwaliteit in service en goederen niet meer zo nauw. Why should I care? Tell me, really, why should I care, care for you?
Net als in Amsterdam is het Disney Brussel 24u op 24 open. Het massatoerisme bedwelmt ons door de Ryanairs, de Flexibussen, de Izzy’s en de zoveel andere goedkopere low cost initiatieven. Onlangs nam ik de Thalys naar Parijs. Ik ging voor drie weken schrijven in de Franse lichtstad. Ik was de enige die twee koffers meehad, en ik reisde 1ste klasse. Rondom mij zag ik alleen maar een rugzakje, een handtas of een tas voor de computer. Een vreemde ervaring. Reizen was vroeger iets dat je lang vooruit plande, je spaarde ervoor, je had connecties in het buitenland. Je keek ernaar uit. Je leefde er naartoe. Vandaag ligt de hele wereld niet meer in onze achtertuin maar in onze woning.
Is ons leven dan gemakkelijker geworden? Allicht wel. We hebben aan comfort gewonnen maar we hebben onze kritische geest verloren. We hebben het fatsoen voor onze voorouders en het respect voor de natuur verloren. De meeste van die toeristen die ik iedere dag in mijn straat zie en die ik ook tegenkom in de column van Murat Isik lijken deze tendens van het tomeloze handelen en lege denken te onderschrijven.
Iedere avond heb je op de warme kasseien van de Brusselse Grote Markt honderden mensen die elkaar onderling treffen voor enkele uurtjes lachen, praten… en drinken. Op zich niets mis mee. Ik kan betreuren dat deze mensen de Brusselse kroegen niet meer beleven en ik kon daar redelijk pissed off over zijn maar ik heb het gelaten voor wat het is. Alleen wanneer diezelfde mensen naar huis gaan, laten ze een berg afval achter, gewoon daar, op de grond. Hetzelfde zie je op bv. festivals (Werchter, Tomorrowland..) waar mensen tenten, frigoboxen en allerlei plastic achterlaten want waarom zou ik alles weer moeten opruimen? Onlangs ben ik met enkele vrienden naar de Abdij van het Ter Kamerenbos gegaan om gezellig samen iets te drinken. Er staan enkele tafels, er is een bar met basic eten en drinken en eco-toiletten. Er waren veel families met kinderen en ook veel mensen met linnen ecozakken (én met opschrift : “Moi, je suis ecolo. Je trie”). Wanneer die mensen dan weggingen, lieten die gewoon alles staan op de tafels. Met een beetje wind en alles waait over naar het park, de bomen… kortom, naar onze stad, onze gezamenlijke leefruimte. Het is zoals die mensen die het nooit kunnen laten hun voeten op de banken in de metro te zetten. Alors quoi, c’est quoi ton problème?
Moet dan achter iedere burger blauw staan? Ik ben geen voorstander van repressief blauw maar met dergelijke attitude is het alsof al die goedbedoelde en goedlachse mensen donkerblauw op straat willen. Wat is er toch met de civilisatie gebeurd…
Mensen zouden heropgevoed kunnen worden. Mensen zijn niet meer kritisch. Mensen staan niet meer stil bij het gewone van het dagelijkse leven, mensen zijn blind geworden voor zichzelf en voor elkaar. Ik kan me niet van de indruk onttrekken dat er ergens in overdracht van fatsoen en van kennis, iets wat generaties met elkaar doen, iets verkeerd is gelopen. Wat is er gebeurd? Wie zijn die toeristen die achteloos met hun vuile voeten onze steden vertrappelen? Zijn het onze jongeren? Zijn het mensen van mijn generatie? Zijn het mensen die nooit iets beleven in hun leven? Hebben ze een specifiek sociaal profiel? Wie maakt onze steden kapot door wansmakelijk gedrag? Zijn wij locals even schuldig want wij verhuren toch aan Airbnb…? Wie denkt alleen op de wereld te zijn, onoverwinnelijk en onbedwingbaar te zijn en het je m’en foutisme te prediken? Wie, wie toch?
Je ziet het ook hoe (gewone) mensen de stad beleven : niemand gaat nog naar de film, tenzij iets in de trend van Mamma Mia Here We Go Again. Iets gemakkelijks, iets wat je meteen kan consumeren. Vergeten the following week. Georges Jetter, mede-uitbater van de inmiddels gesloten Actor’s Studio Cinema, zegt zelf dat het centrum meer een aangelegenheid is geworden voor toeristen (https://www.bruzz.be/film/bioscoop-actors-studio-sluit-2018-07-29 en verdere analyses rond dit artikel in dezelfde media).
Kortom, er is iets gebeurd in de stad dat we hebben zien aankomen, iets wat we niet verhinderd hebben en dat vandaag in etter gegroeid is. Brussel heeft generaties Brusselaars gekend die het zwanzen en het goedlachse leven kenmerkte. De meeste van die Brusselaars zijn vertrokken. Een stad evolueert, een stad groeit, een stad ontvangt generaties. Maar het is vandaag dat ik met tranen in de ogen en woede in de vuisten naar zoveel leegte, zoveel debiliteit en zoveel belediging kijk en hoe een stadsmens, een Brusselaar, een burger van de wereld, het zwijgen wordt opgelegd door gemakzucht en individualiteit. Het is iets wat gebeurt, het is iets van onze tijd. We zien het, we beleven het maar we doen niets meer. Of is het monster al zo groot geworden dat het niet meer te temmen valt?
Mensen heropvoeden. De schuld treft evenzeer hoe politiek de stad en het bestuur inkleurt. Brussel wordt bestuurd door een burgemeester die de burgers niet hebben gekozen. Dat kan al tellen. De huidige en ook de vorige burgemeester ziet Brussel eerder als een pretpark, een Franstalig Disney (zie bv. het ééntalige gangsterlogo van de stad), een tempel van fast en furious vertier. Een bestuur zonder visie voor openbare ruimte (Het slaperige De Mint, de kale betonnen pleinen aan de Opera, De Brouckère en het idee alleen al voor vier ondergrondse parkings). Een bestuur zonder gevoel voor de stad. Een bestuur met koele sympathie voor de burgers. Een bestuur dat liever restaurantketens de stad laat bezetten dan lokale talenten te ondersteunen. In hartje Brussel vind je zelfs geen enkele bakker, geen enkele beenhouwer meer. Toerisme is een belangrijke bron van inkomen voor een stad, voor de kas te spijzen, de mensen aan het werk te krijgen en eigen geschiedenis voelbaar te maken. Alleen lijkt dit bestuur louter voor gadgets te gaan eerder dan voor duurzame belevenis en kwaliteitsvolle lokale investering met visie op Brussel.
Het Amsterdam van Murat Isik is onherkenbaar geworden. Voor de burgers van Venetië, Rome of pakweg Barcelona gebeurt hetzelfde. Brussel gaat dezelfde richting uit. Brussel is altijd een speelbal geweest tussen verschillende lagen bestuur, nu eens in het Nederlands maar dan zint het de Franstaligen niet en omgekeerd. Brussel sterft, of moet ik schrijven : het Brussel dat Brussel zou kunnen zijn, is aan het sterven. Tenzij onze Brusselaars opstaan et qu’on laisse à nouveau chanter et bruxeller Bruxelles.