Goeiemorgen, Katrien.
Goeiemorgen, Hugo.
Stuurs bleven ze voor zich uit kijken. Hij stapte in zijn auto, zij reed weg op haar fiets.
Vroeger was hun goeiemorgen hartelijk geweest. Ze hadden de tijd genomen om een
babbeltje met elkaar te doen. Zelfs wanneer ze maar vijf minuten hadden, bleven ze minstens een kwartier met elkaar kletsen. Beter een goede buur dan een verre vriend, maar nog beter is het wanneer je beste vriend naast je woont, zeiden ze vaak lachend.
Dat was vroeger, vóór de fietsostrade. Toen de provincie aankondigde dat ze een fietsostrade door hun straat zouden trekken, had Hugo meteen een actiegroep opgericht. Natuurlijk had hij eerst bij zijn lieve buur Katrien aangebeld. Groot was zijn verbazing toen ze enthousiast bleek over de geplande fietsostrade. 'Hugo, je snapt dat toch, ik zou elke dag tien minuten vroeger op mijn werk zijn.' 'Maar Katrien, mijn tuintje ...' Hugo zijn volkstuintje zou er inderdaad aan moeten geloven, daar had ze wel al aan gedacht.
Het werd een verhitte discussie. Zij had hem NIMBY genoemd. Hij had haar apathisch en asociaal genoemd. Ze hadden meteen spijt van hun woorden, maar waren allebei te koppig om zich te excuseren. Hoe meer jaren er verstreken, hoe moeilijker het werd om hun fout toe te geven. Elke keer hij haar zag vertrekken op haar fiets verweet hij haar dat ze niet met hem op de barricaden had gestaan. Zij verweet hem dat hij hun vriendschap op het spel had gezet voor een fietsostrade waar hij toch niets tegen kon beginnen. Wat ze elkaar en zichzelf nog het meeste verweten was de verloren vriendschap. Ze miste hem, haar lieve buurman die elke week langskwam met een emmer verse soep van de groenten uit zijn tuin. Hij miste haar, zijn lieve buurvrouw, die honderduit kon vertellen over wat ze beleefde op haar werk en die altijd goede boekentips had.
Die avond kwamen ze op hetzelfde moment terug thuis.
Ze zag hem uit zijn auto stappen en vroeg zich af: 'zou ik het hem zeggen, dat er een volkstuintje vrij is op 500 meter hiervandaan?'
Maar ze zei het niet.
Hij zag van haar fiets afstappen en dacht: 'zou ik het haar vertellen, dat ik van werk verander binnenkort, en nu ook elke dag over de fietsostrade zal fietsen? Misschien kunnen we zelfs samen fietsen.'
Maar hij zei het niet.
Stuurs wandelden ze elk naar hun eigen voordeur zonder elkaar aan te kijken.
Goeienavond, Hugo.
Goeienavond, Katrien.