- Zou je schrikken wanneer ik zeg het niet leuk te vinden je terug te zien?
- Euh, wat? Wat bedoel je? Is dit een bedreiging of zo? Meen je het echt?
- Ach schat, het bewijst dat je me nog steeds graag ziet. Je schrok duidelijk.
- Je zou voor minder. Waarom stelde je die vraag eigenlijk?
- … Ik …
- Hoe zomaar? Ik was bijna kwaad geworden. Hoe durf je zulke botte vragen te stellen? Het was heel kwetsend, weet je!
- Oh sorry. Je zegt dat je bijna kwaad geworden bent. Zou je het woordje ‘bijna’ niet even laten vallen? Echt, het was niet bedoeld om je boos te krijgen, zeker niet. Wat heb ik daaraan. Ruzie maken of niet meer spreken, geen van beide reacties zou leuk zijn. En ik wilde deze fijne avond zeker niet vergallen.
- En toch is het je gelukt. Ik hoor hier liever prettiger dingen dan zo’n vreemde vraag.
- Schatje, schatje. Mag ik vragen om dit te vergeten. Ik ben er volledig van overtuigd dat je mij nog steeds graag ziet. Het was zeer dom van mij om het op deze manier uit te testen. Het was voor niets nodig. Ik wist het gewoon.
Ondertussen is het niet alleen Carla die naar Dirk kijkt. De twee oudere dames die een rijstdessert aan de tafel naast hen aan het eten zijn, kijken afwisselend naar Dirk, Carla en de vriendin aan de overzijde. Bij de laatste verschijnt een lachje om de lippen wanneer de ogen elkaar ontmoeten. Carla en Dirk merken dit ook en kijken elkaar nu ook even in de ogen. Bij beide krullen de mondhoeken zachtjes naar boven. Plots begint Carla luidop te gieren, onmiddellijk bijgestaan door Dirk. Nu kunnen ze elkaar niet meer aankijken of ze proesten het nog erger uit. Gelukkig heeft de ober net de borden van het hoofdgerecht afgeruimd of ze hadden mogelijk brokken gemaakt. En ook gelukkig dat ze het beide vandaag bij water hielden, die glazen staan stabieler op de tafel. Carla zit te dicht en haar buikbeweging brengt het tafelblad aan het trillen. Wijnglazen zouden gesneuveld zijn bij deze schuddende beweging.
De twee dames kijken nogmaals naar elkaar. De oudste, zo lijkt het toch, trekt haar schouders even op. De ander verroert, bijna bewegingloos, haar hoofd. Duidelijk dat ze reeds lang met elkaar optrekken, ze hebben niet veel nodig om elkaar te begrijpen. Bij het zoveelste lachsalvo verschijnt toch een glimlach bij de jongste. Ze buigt zich voorover om iets te fezelen tegen de ander. Toch blijkt ze onvoorzichtig. Een glas cava twijfelt op het voetje, een kleine slok verspreidt zich op het tafeltje.
Dirk merkt dit en verslikt zich bij het lachen. Een hoestbui neemt meesterschap zodat hij de concentratie helemaal kwijt is. Ook zijn sterkere glas kan zich niet rechthouden wanneer hij met een bruuske beweging zijn rechterarm naar de mond brengt en het even aanraakt. Het klettert op de grond.
Carla smoort het hoesten op een fluweelzachte manier door met ietwat geopende lippen deze van Dirk te beroeren.
Scherven brengen geluk.