waag het niet mij uit te doven als een laatste sigaret
want ik heb zomertijd in mei
het hoestje hier en daar houdt zich bezorgd aan de pols
ik wil blijven kijken naar de mensen
grazende glimlach in het gras
de bal die erover heen vliegt, niet meer terug keert, mij in de ruimte
vast houdt met twee handen
als laatste overlever teken ik
contract met de hemel: ik het rollend leven, zij het hoogste landschap
dat over ons heen schuift als het dak van een cabrio
het ijsje hier en daar houdt woorden zoet
het regent mooie mensen in alle uithoeken van mijn hoofd
dat belooft