Schuld viel als dood gewicht op de nacht
en ik werd wakker in een slotregel
die mij dwong:
Lag zij mij op de lever omwille van een vuur
dat ik lang geleden van haar roofde,
misdaad die ongewild maar noodlottig
alle licht en redelijkheid in haar ogen doofde?
Het onbewuste is een spons die lekt
en ik moest mij nog zuiveren, wassen
in het orakelbad van de stad, waar ondergrondse
wateraders hun gezoem door ijle hoofden jagen,
ik moest u nog vragen, o Sulis, wijze godin,
om mij bij haar vrij te pleiten, bij leven,
van deze onbedoelde diefstal en mij te genezen
van dit vervloekte beven, dit koortsig zweet
waarin ik iedere nacht weer badend wakker word.