Waarom vraag je me waarom? Onder mijn ogen lopen sporen van de afgelopen nachten. Als je bij me bent kan ik niet slapen maar dat zal ik je nooit vertellen.
"Alles is heel snel gegaan en ik wil je niet teleurstellen" hangt als de voorste kapstok in mijn kleerkast. Wanneer ik de deuren 's ochtends opentrek om te beslissen met welke stukken stof ik vandaag mezelf tot uiting zal brengen denk ik aan je woorden. En ik weet dat ik best kan geloven dat je nog graag bij me bent. Dat je het me zal vertellen als alles voorbij is. Maar ik denkt dat het nooit op tijd zal komen. dat een einde nooit geschikt zal zijn.
"we denken teveel na". "Spreek voor jezelf". "Zal ik doen lieverd".
Als ik spreek voor mezelf kan ik alleen maar zeggen dat ik mezelf voel vervagen. Dat mijn huid dunner lijkt te worden, en nog witter dan gewoonlijk. Dat ik mijn spaarrekening plunder om te pieken en het volwassen zijn te verdragen. Maar zelfs dat is niet genoeg om het gewicht van de routine van het menszijn te dragen. Die laqué laarzen veranderen niets aan het feit dat de gesprekken met collega's me ontnemen van mijn laatste energie. En dat ik niet uit bed geraak, nooit, en toch altijd op tijd kom.
Mijn hart slaat in mijn linker heup, om me eraan te herinneren dat de wegen glad zijn, dat het winter is, altijd donker is, dat remmen niet helpt.
Ik vraag me af wanneer ik mijn binnenste ooit zal kunnen tonen. Al die uren aan gesprekken, alle moeite om mezelf te begrijpen. Het geld, de verloren moeite. Hoe meer ik van mezelf zie, hoe meer ik mezelf wil verstoppen. Zo groot is die eeuwige optimist, die ik regelmatig ook echt ben. Maar meestal wil ik hem zijn zodat mijn instortingsgevaar geheim blijft. Toen er een stuk plaaster uit het plafond viel begreep ik dat.
Lieverd het gaat altijd zo blijven. De vragen stoppen nooit. Ik wil weer in iets geloven, maar alle goden hebben me tot nu te verraden. Ach, als ik dit lees besef ik dat ik me vergis. Alle mensen hebben me verraden. Toen ik in god geloofde, maakte ik mijn gebeden werkelijkheid. Abraxas deed me mijn menselijke complexiteit in zijn volledigheid aanvaarden. Kali deed me vernietigen wat allang weg had moeten zijn. En nu, nu ben ik Sisyphus. Heb ik mijn goden verraden? Heb ik mezelf verraden?