Uiteindelijk is alles Een. Er valt misschien tot geen andere conclusie meer te komen. Het voelt de laatste tijd als een gegeven.
Man ligt op sterven. Intrinsiek een mooie man. De man had vroeger een spoorbaan. Geen spoormaatschappij of snelheidstreinproject, nee, eerder iets kleins. Een treinbaan.
Hij was schoenmaker en de treinbaan stond te midden van zijn atelier, een grote werkplaats achteraan het huis, waar het altijd lekker naar leer rook en alles proper opgekuist en opgeruimd erbijlag.
Vanwege de mans toewijding is de spoorbaan meer geworden dan een enorme eiken tafel, meer dan zomaar de optelsom van de onderdelen en panelen, aaneengeschroefd buiten de zichtbaarheid met heftig ingewikkelde betimmering, die op een manier knullig was.
De betimmering, ach, was knullig geweest om een specifieke reden. De man haalde daar namelijk meer plezier uit dan wanneer hij de perfecte volmaakte onderconstructie zou hebben gelast. Dat wist hij zeker. Waarom? Geen idee. Is dat belangrijk?
Hij zou ze na een tijd weer afgebroken hebben, de volmaaktheid, om opnieuw te beginnen.
Wat blijft er zo plezierig aan volmaaktheid?
---
Het waren zulke sullige vragen waar de man zich onder het werk had mee beziggehouden, terwijl hij eigenlijk wat meer had moeten genieten, feestvieren en buurten.
Maar hij had ingetogen genoten op zijn eigen manier, die soms moeilijk met iemand anders was te delen. Aandacht had hem doen blozen maar bekeken en betrapt voelen. Hij kende een paar lotgenoten, dus was hij niet alleen.
The chase is better than the catch, had hij onderweg ergens opgevangen, hij wist bijgod niet meer waar, maar zeker niet uit de krant, daar heeft hij nooit veel diepzinnige dingen in gelezen .. wel veel visgraat in verpakt .. nee, het moet uit een boek geweest zijn dat toevallig in de salon was beland, en later, knip, werd overgeplakt in een liedje van de Scooters op de radio over een vis ..
Zo verschijnt het allemaal nog waterig, vaag en grijzig zijn oude vernielde hoofd binnen .. Het zijn als iele slierten wolken die uiteengereten voorbijdrijven. Zijn lijf vindt niet de kracht meer om het allemaal nog in vaste vorm te musteren. Langzaam laat het leven dat vehikel dan maar los. Het is op.
---
Er bestaan nochtans een paar dingen die aardig in de buurt van perfectie komen, vond de man vroeger, dat klopt. Neem bijvoorbeeld dat kleine snoepje Daim. Schijnbaar de perfectie zelve. Een productje dat af is.
Pas wanneer je langs huisarts Janssens passeert die pleit voor mate met elk soort van genot, ook met Daim, ook met melk, dan pas daagt het in je hoofd als een minuscule dageraad dat die kleine imperfectie van dat karamellen snoepje, uitgedrukt in calorieën, er helpt voor zorgen dat je moet weerstaan aan overdadige genotszucht indien je nog ten volle van het klein genot wil blijven genieten.
Geniaal, eigenlijk.
Maar men staat er misschien te weinig bij stil.
Zo werd er door de man ook over zijn spoorbaan gedacht, op een manier.
---
Hij was natuurlijk liefst -het was zijn grote droom- in staat geweest om zelfstandige AI-wezentjes te creëren die hem konden helpen bij het organiseren en onderhouden van spoorbaan. Hij zou hen de uiterst mogelijke vrijheid hebben geschonken om dat te doen en er daarnaast ook veel plezier aan te beleven enzoverder. En hij was daar ooit misschien wel in gelukt hoor.
Mocht hij oud genoeg geworden zijn tenminste
Oneindig oud.
Stel nu.
Letterlijk oneindig oud ..
Zo oud dat zijn eigen naam hem niet veel meer kon schelen.
Dan was dat op een keer wellicht gelukt, ja. Zoals zoveel.