Storm en liefde
Om verder te vertellen, zodat het opschiet voor Meeke, die graag wil weten hoe het afloopt, voordat Sturm der Liebe begint.
"Haasten? Stolz der Liebe?"
Dat was niet de afspraak.
De jonge Laïs kijkt ons teleurgesteld aan.
"Opschieten? Snelsisnel? Nee toch.." denkt ze.
"Weeral moeten haasten wij."
Het riekt hier met vlaagjes zeer lekker van de wasbenzine of alcoholstift ofzoiet, zegt haar neus.
Ze is gevoelig, ja .. Wie is het niet, misschien?
"Kan ik dan nooit rustig van de dingen mogen genieten?" trekt Laïs in haar gedachten al verder. "Tiktok moet al snelsnelsnel. Alles moet op een-twee-drie."
Haar blik slaat naar de grond neer.
Zij wil niet te snel gaan. Halt, jongens, wees kalmmm.
Zij houdt van een mooi verhaal..
"Boeie die Streich der Liebe. VerdAmmt de Schmerz der Liebe. Wat een saaie soapsie.. Welk een saaie Duitsers."
"Meeke heeft iets met de Germanen," vermoedt ze. "In de middelste schuif van Mee, bovenop TeVe-BLAD, ligt een zwarte dolk met Germaanse runen. Staat volgekrast met îhaz en sôwilô's.."
Tegen de dieven, zegt Mee dan rap.
---
Laïs laat het hoofd zakken. Tegen Mee valt toch niks te beginnen.
Het is wat het is, denkt ze. Que sera, sera.
Het is haar dag al niet.
Tranen wellen op.
Ze denkt verslagen aan vanmorgen terug, aan het whatsappje dat ze had gekregen.
Ze veegt een traan weg met de mouw.
Meeke mag niks merken.
Het liefst wil ze nu tegen haar grote zus aankruipen. Liefst wil ze opgaan in rook. Liefst wil ze verdwijnen in een van de verhalen die ze thuis met haar grote neef verzint, ook een beetje een stille dromer.
Zij houdt van een mooi verhaal. Maar Meeke houdt helaas van Sturm.
Zucht.
"Gaat er nu echt niemand voor mij opkomen? Gaat iedereen weer naar Mee luisteren?"
---
Uit de Technics-platenspeler op de achtergrond klinkt ouderwetse elektrische blues.
Muziek verzacht de zeden.
"Tiens.." mijmert Laïs.
Zoiets ouds en bijzonders heeft ze nog nooit gehoord..
De rauwe woorden raken haar.
Nog iemand met smart. Een forse sterke man, aan de robuuste stem te horen. Hebben die ook zoveel verdriet, soms?
Oh I asked her for waterOh she brought me gasolineThat's the troublingest womanThat I ever seen
---
"Soaps zijn meestal toxische rommel," oordeelt Cato, het nichtje van Laïs.
Ze knikken mekaar aan.
"Maar er zitten ook wel goeie tussen, twee of drie, zo."
Ze dragen elk een paar prachtige oorbellen en armbandjes die hen aan leuke dingen doen terugdenken. Ook aan guilty pleasures, waar iedereen ten volle recht op heeft, stelt Cato, gedachten zijn vrijheid, beschermd door ieders privacy, die anders maar weer zou eroderen.
Laïs is dankbaar wanneer ze steun krijgt van Cato, die vastberaden en wilskrachtig is.
"Het is allemaal onzin," wuift Cato weg. "Schnickschnack. Propaganda van Nyarlat. Geklasseerd. Ziezo."
Cato probeert alles in het hoofd netjes te organiseren. Zin hoort aan de rechterkant / onzin aan de linker. "Dat lukt maar half hoor," glimlacht ze geruststellend.
Een mens zou van haar ratio een paar stappen terugdeinzen. Soms is dat net goed, vindt ze. Het geeft haar de ruimte om rijen en kolommen vol oplossingen te bedenken voor andermans problemen.
---
Hannah fronst, controleert haar nagels, plukt de pluisjes van haar t-shirt af.
"Straks praten ze weer allemaal door elkaar," vreest ze. Haar familie is druk, druk samen. Het zijn er, hier alleen al, een slordige 23. Het leven is vol prikkels en sensaties. Er is geen tijd om alles ordentelijk te verwerken, gewoon geen tijd, als je het altijd goed wil doen. Het is haast om nijdig van te worden. Och toch Yog-Sothoth! Gij smeerwijf. Goele. Bitch.
"Tuurlijk heeft Zus gelijk," zegt ze tegen Celia, "Meeke en de tantes zouden beter naar een docu kijken over de voedingsindustrie, over alle seksisme en corruptie op de wereld, over de onwil van zoveel schijtleiders en f*cking boomers om er gezamenlijk nog iets moois van te maken voor ons, voor onze generatie."
"Ssshh," sust Celia, "Je moet altijd een balans willen bewaren, Hannah, tussen de zienswijze van de ene en de zegswijze van een ander. Ik probeer er dan steeds tijdens vergaderingen en consultaties met een verenigende mening tussenin te gaan staan."
Meeke fronst. "Courage, mijn engelke. Een verlorene strijd."
---
Mee zet haar flegmatieke striplezertje Isaak weer veilig aan de grond. Hij is de allerjongste maar kijkt al prentjes in De Rode Ridder. Dat wordt een hoofse knaap, zodra hij op z'n eentje uit de maxicosi geraakt tenminste, een dwangbuis toch voor kleine avonturiers.
Isaak maatje, leg uit protest maar gewoon een dikke kaka neer. Weg met dat weinig-maxi, weinig-cosy kraam. Een groot avonturenpark moeten ze rond Isaak bouwen, met overal draken en gevaarlijke attracties, om Willem en Cleo en Rémi uit te nodigen, en trommel voor de lol ook Laure, Maarten en Kwinten maar op. Tot slot een mooie geluidsdichte stolp erbovenop, plop, en klaar. Speel maar, homootje Ludens.
Ga maar spelen. Hup. Speel maar.
---
Meeke neemt de frêle Alix op schoot, een Mini-Me van d'r tante Helen, met helderblauwe ogen en engelenhaar. Alix stelt veel Waaromvragen. Ze stelt vragen bij zowat alles, die kleine. Waarom zitten er twee Twixen samen opgesloten in zo'n smal zakje, terwijl die vuile Bifiworst een verpakking voor zich alleen krijgt? Waarom de wolken niet groen zijn terwijl het gras mooi blauw was geweest, wel, het is voor Alix soms een domper op een vergezicht.
"Tsjaka!" lacht Beyoncé. Bé probeert immer vrolijk te blijven, ze draagt al teveel mee om de moed nog te verliezen, maar ook zij kan zich enorm om de wereld lopen vermalen. "Mooi gesproken lieve Hannah. Waar houden die boomers zich in gOdsnaam mee bezig? Met heelder dagen soaps kijken, naar hun eigen miserie. Met keukens en verandas afbetalen, die na hun scheiding te groot zijn. Met almaar dat bodyshaming.."
"Met voze anonieme commentaartjes op de socials," springt Marijke bij.
"Terwijl ik," danst de guitige kleine Mila huppelend tussendoor: "Terwijl ik al direct zou zeggen: ik probeer iemand anders te behandelen zoals ikzelf gejespecteerd wil worden. Neh. Dansen dansen dansen!"
"Boomers," grijnst Vinnie. "Ze zitten vast in oude patronen. Ze zien het niet. Hun raad trekt meestal op niks. Maar, ze hebben ondertussen wel bijna allemaal een boek geschreven over inhoud."
Mila Mila, ai nu. Op haar lip gebeten. Ai ai. Bloed.
Dat komt ervan zegt Meeke, wilddoen: "Kzou u nog een lap moeten bijgeven."
"Een milap," giechelt Ilano.
---
Svens forse gestalte werpt een verkoelende schaduw over de spelende en duttende kleintjes neer. "Dank Svenneke," wrijft Kaartje hem dierbaar over de hand, "Ge zijn een schattenbeer."
"Enfin.. meer een lieve zilverruggorilla," denkt ze toegenegen.
Van ver, mocht het donker zijn, lijkt hij op Mike Tyson. Buffelschouders, de brede kop, het korte zwarte haar. Een toeval. Het is Tyson met wie Sven langs de tv opgroeide, knus dicht bij mekaar, als twee mooie schepsels met fouten.
Ze delen een nietig teer hartje, de twee verschoppelingen, maar ook een temperament dat in beestachtige knokpartijen uitbreekt. Op café, op de voetbal, op café en laatst nog op de barbecue van de voetbal.
(Daar liep hij een infectie aan de vuist op omdat zijn opponent, Benno Barnard, een pedante ploertige Noord-Hollander, alweer vijf weken de tanden niet had gepoetst. "Zelfs waar ik sta, kan ik uit zijn bek ruiken!" had ons Ilanootje geroepen, niet echt de beleefdste, vindt Mee.)
Gelukkig voor de brute southpaw-bokser Sven gaat het er dikwijls aan toe zoals Tyson vs. Ratliff of smijt hij soms het meubilair door alle vensters om duidelijk te maken dat het stoeien beter stopt.
Er wordt veel na Sven opgekuist maar ook door Sven, om schoorvoetend iets proberen goed te maken.
"Wiedergutmachung," hoest Mee. "Het moest."
"T.R.E.-oefeningen Sven," dringt Katy almaar aan, "Tension Release ventje."
Naar zijn familie toe is hij een lam, een zorgzame herder, een trouwe herdershond.
---
Meeke knikt haar kloekende Sven weer goedkeurend aan.
Zij beseft hoeveel waarde hij de familie toebrengt, hoeveel kolossale energie er in hem schuilgaat die hij meestal aanwendt om er goeds voor anderen mee te doen.
Svens favoriete docu, enfin: het is niet echt een docu, maar hij beweert van wel, is de verfilming van Jesus Christ Superstar uit '73, een excentrieke maar prachtige evocatie -vindt zelfs Mee- van Christus' lastige Passiedagen.
De muziek, in elk geval, is magnifiek. En de rest ook.
Traantjes van beroering..
Jaarlijks met Pasen kijkt heel de familie samen rond Mee vergaard naar de documentaire.
---
Er is soms een event nodig met chips en een blok kaas.
Vinnie draait het volume dan naar een vreedzaam niveau zodat ook de nieuwe gereformeerde buren kunnen meeluisteren die verstopt achter hun sobere, voorbeeldige gevel behoorlijk wat kabaal maken met huiselijk dronkemansgeweld.
"Moet dat nu elke week, gij kleingeestige vervelende pummel?" gromt Sven naar een blinde muur. "Ik zal sebiet eens aan uw venster komen kloppen!"
Meeke doet teken van niet.
"Bemoei u niet buiten onszelf, ventje. Er is al oorlog genoeg."
Ze slaat een kruisje om Ted Neeley, gewoon een hele aardige kerel, een normalen. Zover wij weten. Want tegenwoordig.
En om Maria Magdalena, "dat beschimpte arme schaap, dat allicht niks dan Goeds wou doen, maar onder de vroegste Christenen weer klof tegen een patriarchaat aanliep. Waarom halen ze dat niet als een boodschap uit de Bijbel, de Ouderlingen, die ouwe mannen? Het staat letterlijk in de Apocriefen."
---
Maxime ondertussen sleutelt aan de tuintafel in een notaboekje aan de oplossing voor het torsieprobleem op de nokaskoppeling van zijn matzwarte Damon Hypersport HS Premier. Trekt 200pk, voor een moto! Een prachtmachine.
Dat machtige geluid op kruissnelheid.. als van een McLaren.
Max draagt soms visies uit zijn dromen mee de baan op waar de ingenieurs van motorfabrikanten nog niet in kunnen volgen -en dat frustreert hem.
---
"Ik bezet en ik betoog!" Willem, schelms en guitig, is langs de regenpijp in de dakgoot geklauterd. De zussen Katy & Marie zijn gegêneerd.
Elise keuvelt met Cleo en Odile over de Belgische stoet raspaarden. Ze kijkt op en giechelt om de klimmende belhamel Wimpie, de Jean Genet van de familie.
"Ik lees De Standaard van mijn vier jaar. Maar er is al lang geen standaard meer. Ik verwerp de wereld die mij verworpen heeft!" roept de boef daarboven, "En ik bezet daarom het dak."
Kleine Cleo wijst kirrend omhoog en port Odile aan, die weinig interesse toont. Er bestaan blinkender dingen dan muurklimmers en bezettingspolitiek, denkt ze.
---
Als zij om jongens lacht, Odile, dan is het op ondoorgrondelijke wijze. Het is nooit duidelijk of ze met of jegens jongens lacht. De gulden Mona Lisa noemen ze haar op school in Latem, op de Latemse school.
Jongens langs de schoolpoort staan voor haar soms gevaarlijk onnozel te doen. Maar Odile glimlacht pas om zoveel dwaasheid nadat ze hen geruisloos in een wolk van wasverzachter is voorbijgeschreden. Ze wil aandacht, maar niet teveel. Juist genoeg zou goedzijn.
"Aanstellers," denkt ze keer op keer. "Hoe kan een meisje nu onder de indruk geraken van apenstreken? Een mooi gedícht mogen ze schrijven."
Ze doet soms denken aan De Roos uit dat prachtige jeugdboek van Anne Provoost. De Roos en Het Zwijn, geloof ik, is de titel. "Odile kan dan een roos zijn," zegt Simon, "Maar zwijnen zijn er genoeg."
---
Ook om Odiles dolle moeder Vinnie worden er door dolverliefde Vlaamse zangers sibillijnse liedjes als Domino gecomponeerd.
Zij houdt van verre landen, Vinnie, van godverlaten stranden. Wachten op Godot, daar heeft ze geen geduld voor, Koen. Er zijn ook mensen die morgen moeten gaan werken.
Ze heeft soms in haar ogen het rood van regenbogen na een nachtje Cava Mirgin met haar klinkende vriendinnen.
Giechelend, snaterend en schaterend galmen de prettige dames tot een holst in de nacht over de Leie.
Er wordt soms over venten gesproken.
Dan klimt het schateren omhoog.
---
Willem verliest bijna het evenwicht, daarboven in de goot, maar wil er nog geen kwaad in zien.
"Zulke fratsen gebeuren toch voornamelijk met de jongens," sakkert Katy, roodgeworden als een klaproos.
"Elaba" zegt Mee eindelijk, "Geen drukke bedoeningen hé daarboven. Willem weer? Doe maar kalm gij kleine boef. D'r valt hier nietnie te bezetten dan een plekske tussen ons op mijne schoot. Klim naar beneden, kom hier bij mij, manneke, waar ge veiligerstaat."
"Och Mee," bromt Sven, "Laat Wimpie daarboven toch smurfen. Otis & Ilano klimmen d'r ook maar bij. Hupatee. Ze kunnen thans straks minimaal wat taarten krijgen, de drie musketiers. Een goeie stevige peutering, hoort ge mij daarboven!"
"Jamaar manneke," wuift Meeke meteen weg, "Ons kindjes moeten altijd veilig met de voeten op de grond kunnen weerkeren. Verstaan?"
"Dikken beuzak!" roept Ilano zwierend rond de parasol.
"Ge geeft uw familie natuurlijk geen rammeling," denkt Helen, een ware Ondine Bosmans. "Maar de rest soms van de mensen?"
Er zijn dingen die Helen door de vingers wil zien.
---
Simon, de trouwhartige jonge kickboxer, hoort alles lijdzaam aan. Legt de telefoon neer waarop hij net de kranten overliep.
Onrecht, hij kan er moeilijk mee om, met de ellende uit onrecht.
Nu en dan betrekt zijn gemoed. Denkt geregeld aan later. Hij vreest soms om later op grotere schaal in mensen ontgoocheld te zullen geraken. Maar, soit, "we zullen wel zien." Hij schudt de bedenkingen af en gaat sporten - dat helpt.
Hij probeert in de vakanties met het hoofd in de natuur te leven, waar er ook wreedheid bestaat, jazeker, maar dan als offer, als een dienst aan het algemeen belang. "Bijna alle dieren doden uit noodzaak," weet Simon. "Ze martelen en folteren niet. Alleen de dieren die het meest op de mens lijken vertonen soms nijdige, sadistische neigingen."
Waar in de evolutie is dat uitgesplitst? Waarom? Waarom is dat laakbare gedrag niet uitgeroeid maar dominant geworden? Waarom laten wij zo vaak de wreedste regeren in plaats van 'm samen gewoon plat te leggen? "Ik moet Yuval Harari herlezen," besluit Simon.
Zijn favoriete docu is die over een grote getergde wolvenfamilie uit het park van Yellowstone. De edele dieren huilen vaak, zoeken 's nachts contact.
Mostly wolves depend on getting along.
Maar hij kijkt ook zeer graag naar 300. Kan er soms haast helemaal in wegverdromen. De trouw. De moed. De glorie. En de goeie zaak. Alles.
Enfin. Bijna alles.
Hij glimlacht om zichzelf, het jonge wonder, tot het weer die lach verliest. Enzoverder.
---
Enzovoort. Kwinten staat uit een sofa op met Rémi onder de arm en de kleine smiecht Otis als een tasmanian devil rond de benen.
Karen probeert Otis' teugeltjes te grijpen. Ze lokt met appelsiensap.
Van dat truttige woord 'fruitsap' wenst Otis niet te weten, het boeit hem niet, dat flauwe fruitsap. Nee. Hij heeft zelf een woord bedacht. "Zuipsap," vordert hij, "Grote fles. Zuipsap."
Kwinten wacht -zoals altijd- geduldig zijn moment af.
"Een student," begint Kwinten aan enkele verwarden te doceren, "Een clevere student onderbrak mij in de nabespreking van een college. We waren afgedwaald, ons thema reikte al bijna tot de kwantumfysica, toen ik plots werd onderbroken met een zeer boude stelling omtrent de paradoxen van het tijdreizen. Ik wou graag weten hoe jullie erover denken -mocht het iemand interesseren, tenminste. Iemand? Ik beloof dat het.."
Rémi bijt papa plots keihard in het oor. Hij lacht, onze Rémi. Gilt soms met plezier een trommelvlies aan flarden. Het is Maarten die behulpzaam voor zijn bloedende broer inspringt: "Er bestaat nochtans met onze kennis nog geen logica van het tijdreizen. Ze loopt spaak. Zelfs op de eenvoudigste gedachte-experimenten vinden we voorlopig geen uitkomst. Een voorbeeld:
Stel: je koopt hier bij het Paard van Troje een kopie van MacBeth, je reist in de tijd terug naar het jaar 1600, overhandigt het boek aan een verbaasde Shakespeare en flitst terug naar vandaag. Je stapt weer de boekhandel binnen en neemt een Macbeth. De vraag is nu: wie heeft het stuk eigenlijk geschreven?
---
"Dinges.." beweert Mee. "Toch?"
---
"Kak die Duitse liefde," licht Laïs aan de besnaarde Laure toe, een elf, een fee, die met een hoofd vol biotech en dansballet aandachtig naar haar jongere nicht probeert te luisteren.
"Goethe is wel wijs met zijn Werther. Ik wist niet dat jongens zo zielig konden doen, Laure. Maar de Kabale van Schiller ben ik niet doorheen geraakt hoor. Precies een roddelblad! Lijkt wel een soap. Een dwaze soap enfin. Een beetje zoals Sturm."
Laure lacht en vertelt haar nichtje dat er vele klassieke soapverhalen bestaan die op een prachtige manier herwerkt zijn tot balletstukken. Anna Karenina. Lady Chatterley. Coppélia. Don Quichot. "Gaan we samen naar Quichot kijken, Laïs?"
Laïs aanvaardt in dank. Ook zij houdt veel van dans. Maar haar gedachten dwalen weer af naar de rare boeken die ze het voorbije jaar doorbladerde en waarvan ze gokt dat ook Laure er een paar heeft gelezen.
"Een ander slag schrijver is Kafka, Laure, die schijnbaar nooit over de liefde rept. Schreef alleen maar over de zotste dagelijkse Zazieaanse toestanden. Dat was precies nogal een leutigaard."
"Misschien, Laïs, lag zijn missie hoger dan het persoonlijke leed uit liefde," spreekt Laure zacht en vast. "Misschien vond hij dat anderen dat beter konden beschrijven en voelde hij meer affiniteit met mensen die verdwalen in hun geest of in de gangen en de kelders van de maatschappij."
"Mmmm.. Da's mooi, Laure. Dat zou veel verklaren, ja."
---
"Okee. Maar wie doet er zich nu ombouwen tot een kever?" zegt Beyoncé.
"Zonder op voorhand een plan klaar te hebben," zucht Cato. "Tssss. Kafka toch. Ik had graag een handje toegestoken."
"Maar dat kan toch gebeuren, zonder plan vallen?" vecht Hannah tegen, "Er kan zoveel gebeuren. Dat wou K. bedoelen."
Vinnie knikt. Herkenbaar. Er kan veel gebeuren. Zeer veel.
"Verklaarbaar," bedenkt Maarten, "Het universum draait op chaos en entropie. Of toch, het schijnt dat te doen. We kunnen de Simulatiehypothese eigenlijk nooit diskwalificeren - en dat blijft mij fascineren."
"Ja-a er kan zeker veel voorvallen," beaamt Katy, "Het overkomt mij elke keer: proberen om een situatie vooruit te plannen en ommekeer, hups, de situatie verandert. Merde! Dan vloek ik de pannen van het dak. Ik heb al hele daken kaalgevloekt."
---
"Excuseer, m'n lieve dames, die kritisch zijn op Kafka," probeert Marie op het gebeuren vat te krijgen, "Maar wij moeten zijn proces niet maken, want ons verhaaltje is toch ook volledig uit het slot gerukt?"
"Hoezo?" kapt Laïs af, "Ge kan Kafka niet met ons verhaal vergelijken. De Plattelandsdokter is peanuts."
Oei. Ze voelt schuld zodra ze dat zegt en herneemt: "De dokter, bedoel ik, staat ver ver van ons bed vandaan. Dit verhaal hier is van ons, Marijke, ons allemaal. Het is ons sprookje, maar ook horror."
Cato denkt er het hare van maar zwijgt als een kluis. "Mijn meningen dienen niet om er mensen mee tegen te werken," is haar principe.
Schoon.
"Ik heb dat niet zelf bedacht, Dam."
---
"Kinders," tikt Mee op haar versleten koper horloge, "Over een halfuur begint Storm. Zet teevee maar al gereed. Oh! Ich freue mich.."
---
Laïs kijkt rond.
Niemand anders freut sich momenteel aan televisie, ziet ze.
Simon schenkt een glas Chablis voor Helen en voor Vinnie.
"Tchin-tchin," lacht H'tje stralend en werpt haar neven kusjes toe.
Stefano, in het hart getroffen, valt kermend uit de stoel. Mila schaterlacht. Hij acteert als een artiest. Cleo, kleine Alix, Elise, Bé, Helen, Hannah, hij brengt ze allemaal aan het lachen.
De grote Alix zet een verse kan koffie op tafel. Dim brengt thee. Ilano tracht vuur te stichten met een vergrootglas op een gordijn.
Oei, denkt Celia. Laat maar doen, denkt Vinnie. Het is jammer om te moeten zeggen, denkt Dim, maar die jongen hoort eigenlijk achter de tralies.
Iemand, in het dak gezeten, steekt je-m'en-fous een joint op.
Sven trekt uit de vuist een Duvel open.
"Ons verhaal," opent Laïs, "Is zwart als het leven, maar ook vol van kleur en licht. Het zijn verschillende sferen dooreen. Er gaat veel liefde in verscholen. Maar ook pijn. En wanhoop. En verraad. O, en zeemansliedjes! Die ken ik uit de zeescouts. Dus Maarten, Laure, Dim, wat moet een verhaal feitelijk nog meer hebben? Leg mij dat eens uit, dan, slimpies?"
Kaartje, een hartveroverende Zorgzaamheid, met voelsensoren overal, capteert zeer goed hoeveel de kaduuke familievertelling voor haar nichtje betekent.
Ook Karen vindt het gezellig om als familie rond het flikkerende vuur van een verhaaltje te verzamelen.
De lijm in een kleine gemeenschap bestaat tenslotte uit verhalen, weet ze, uit een mengsel van deernis, roddels en verhalen.
Karen gaat achter Laïs staan, strijkt haar door de haren en kust haar op het hoofd.
Vinnie fluistert Laïs iets aan het oor.
---
Ze beslaat een beetje rood, de mooisie Laïs, en aarzelt. Kijkt licht bevreesd naar Helen om, die schijnbaar op elk ogenblik in een kille wraakengel kan veranderen.
Ze durft veel, zeer veel, een moedige jonge vrouw is ze, Laïs.
(Muzikantes als Nele De Gussem kijkt ze stiekem naar op en Heleen Debruyne, met een sierlijke wondermooie pen, vlijmscherp als het moet, is een van haar favoriete columnisten.)
Maar ze durft niet te herhalen wat de plichtvergeten Vinnie daarzo zegt. Niet tegen Meeke.. En zeker niet met een statige Helen op de wacht. Ai..
Haar jonge innige ogen zoeken schroomvallig naar die van haar peter, haar eenzelvige neef, haar beschermengel, die gemesmeriseerd op afstand toekijkt, tegen de muur aangeleund, met naast hem zijn broer, een gelaten geleerde reus.
Hij glimlacht het meisje vertederd terug en spoort haar met een knikje aan om het toch maar te proberen.
"Wat is het ergste dat nu zou kunnen gebeuren liefje," stelt hij haar dikwijls gerust. "En zou het dan onvermaakbaar zijn?"
---
Ze haalt diep adem.
"Ge moogt ons niet afyakken, m-Meetje," zegt Laïs, "Wij gaan hem rustig laten vertellen. Hij doet zijn best."
Er valt een stilte. Het geroezemoes valt stil.
Haar neef gebaart naar Helen dat het niet nodig is, nee, om tussen te komen alvorens Meeke heeft gesproken. Laat die kleine maar moedigzijn, gebaart hij. Ze knipoogt terug.
Meeke ondertussen kijkt op. Haar strenge staalblauwe ogen zoeken naar het tegenlaweit. Ze pint de blik op Laïs vast en fronst. "Mmm," denkt ze, de wakkere krokodil, "Wa mee die kleine te doen.."
Vroeger zou ze die kleine onmiddellijk de mantel hebben uitgeveegd. Tegenspreken? Sebiet een kakesmete.
Maar diep vanbinnen peist ze in haar eigen, minzamer geworden, doodvermoeid van lastig te hebben geleefd, van negen kinders op haar eigen te hebben grootgebracht, van met de riem te zijn geslaan en van venten bespuwd en vernederd geweest (maar luctor et emergo), wel, na een hele Eeuw te hebben moeten overleven, na al die vele worsteling, denkt ze tegenwoordig diep vanbinnen, de oermoeder: "Mmmm.. Ik heb misschiens al genoeg van mijn gelijk gekregen. Het grote gelijk moet nu van langsom aan de kindjes toe gaan komen."
Ze ziet, op die kleine Laïs, een vlindertje landen.
"Moh! Tuurlijk," denkt Mee magisch, "het moest een vlinderke wezen of een dunne gulden zonnedraad. 't Kan pertan ook een bloemblaadje zijn, als ik die kleine goed bezie.."
Ze smelt, Meeke, een heel klein beetje wegens het lef van haar dappere achterkleindochter.
Ze plooit, om al haar kinderen ter wereld, en zegt: "Akkoord, mijn kind, speciaal voor U, me wijveke", en knipoogt Laïs met een warme glimlach toe, die onmiddellijk komt te stralen, in liefde weer ontsteekt.
---
Laïs' grappige mama, Elske, Zazie, ontsteekt tevreden mee. Ze draagt haar dochter op een wolk.
Zij, die dolgraag Franse literatuurles geeft, ze mijmert: "On est toujours trop bon avec les femmes" en glimlacht om de deugniet Queneau.
Het was absoluut Le dimanche de la vie -wat anders- dat haar de ogen opende rond de oersimpele ingeving om het zondagse genotsgevoel ook langs dinsdags zo naar vrijdag door te trekken.
Sindsdien is ze een stuk gelukkiger.
---
Meeke verstaat amper Engels maar komt in gedachten gaarne bij Ted Neeley terecht.
Who are you to criticise her?Who are you to despise her?
Leave her, leave her, let her be now.Leave her, leave her, she's with me now.
If you na na na-na.
---
"Voilà. Dat is gesproken. Woorden mogen kort zijn."
Meeke draait het hoofd, de glimlach verdwijnt. "Celia? Sieleke? Zeg eens rap tegen uw tante Juul, lieveke, dat ze voor Sturm en Liebe de videorecorder programmeert. En dat hij van deze keer moet marcheren. Zeg het maar twee-drie keren. Zeg maar dat het rechtstreeks van mij afkomt. En géén reclames wil ik zien. Neh."
Odile, een Amazone, altijd fier op Mee, ze lacht om zoveel lef. Ook Vinnie doet dat steeds, al krijgt ze soms nog van grootmoeder op haar donder.
Maarten, dromerig, tikt Laïs op de schouder en reikt haar een kop verse chocomelk met een scheef torentje slagroom. Ze bedankt hem en knipoogt. Hij bloost en denkt: "Ik heb toch weer iemand gelukkig gemaakt."
Kwinten, met een plakker op het oor, schuift geamuseerd bij en fezelt Laïs een nieuw vers raadsel toe. "Pss-psss.. Een vrouw werd 's ochtends wakker, keek naar buiten, en benam zich van het leven. Raad eens? Wat zou er gebeurd kunnen zijn, Laïs?"
"Wow," denkt ze gelijk, "Waanzinnig wijs raadsel! En macaber. Dat moet in ons verhaal."
"Danku Kwinten," zegt ze, "Danku iedereen.." Blozend werpt ze een kusje in de lucht.
Meeke, zij glimlacht alweer om zoveel mooie oprechte beleefdheid.
"Een dankbaar kind," kijkt ze vervuld naar de vogeltjes in de lucht.
Dankbaarheid de schoonste deugd
---
Alix peilt de gemoederen. Zij adviseert de verteller. Zijn hoofd is te klein, denkt ze, om onze vertelling ook maar in de buurt van een goed einde te brengen. Hij is impulsief, meent ze, en veel te gevoelig. Voer voor spychologen. De hele Mythos, vreest ze, is hem te machtig.
Ze staat op wacht, Alix, om te helpen mocht het nodig zijn.
Tenslotte wordt ook zij door hem geholpen en, met hem naast haar, versterkt. Het schijnt een eeuwige beurtrol. Maar het is fair, rechtvaardig. Ze kan erin berusten. Om hem geeft ze wel ergens, ja.
(Toen ze klein was en niet slapen wou kwam hij traag en dramatisch de krakende houten trap opgekropen -zij giechelde- om voor te lezen uit Het herdersleven van James Rebanks. Hij liet overal veelzeggende stiltes. Het werden haar eerste verre reizen. Later kregen zij en Laïs voorgelezen uit de boeken van Daniel Wallace en uit de raadselachtige avonturen van Hercule Poirot. "Zodat ge mettertijd een beetje voor uzelf leert denken," zei hij tot slot, en knipte met die boodschap het licht uit, waarna ze slaapwekkend wat lag na te tobben.)
Hij probeert nog altijd om regelmatig attent te zijn en mooie dingen in haar te sommeren. Het lukt soms (maar nooit op een maandag: een van haar bijnaams is Garfield). Dan gaat ze op in de schoonheid van de verhalen die ze uit de vingers tovert en tot werkelijkheid brengt.
Anderzijds kan ze zeer aandachtig luisteren, Alix. Om de zoveel tijd, bijvoorbeeld, vergezeld van haar neef, luistert ze gekluisterd naar Isis van Bob Dylan, een parel van een avonturenlied. De platenspeler gaat aan, de terrasdeuren zwaaien open, yada yada yada enzovoort
---
"Seg vriend," segt ze, "Om uw verhaalke spannender en sappiger te maken: kunnen we hier en daar een dooie mus uit de dakgoot laten vallen? Een lijk dat van het dak afdondert?"
Ze wijst omhoog. "Ge wwweet wel," zegt ze dikwijls.
Ik kijk haar gepuzzeld aan, de gewiekste Alix, en speur onwillekeurig naar onraad omdat ze weer een grijns onderdrukt.
"Oh my God!" acteert ze slecht (maar echt heel slecht), "Oei! Dat dooi vogeltje hier. Wiene, o wien heeft dien onweerbare vogel vermoord? Monster!"
"Ik start een afleidingsmaneuver," verklaart ze droog, "Om de wankele structuur van uw verhaal met een extra steunbeer te ontlasten. Moord. Een whodunit. Waarom ook niet? Ook onze vertelling mag in de hoekjes versierd en verlucht worden, toch, zoals een miniatuur?"
We gaan zien, Alix. We gaan zien of dat met mussen lukt.
---
Piano piano. Geen zorgen importeren.
Sachte bitte, Jungs.
Niet teveel hooi op onze riek nemen.
Meeke, in de eiken schommelstoel bij het haardvuur, met omzwachtelde benen en geruite pantoffeltjes, een geruit dekentje over de schoot, klapt blijmoedig in de handen.
Ze is verzot op roodborstjes en mussen. Zot van dooie ratten.
"Meikevers en rodododenrons, dr"..oomt ze even naar heel vroeger weg, toen zijzelf geducht was om vanalles, Meeke, en de Klereberg in Kerelbeke nog veels en veel steiler om met haar roze fietske tegenop te piepen.
"Maar vroeger is van tel niet meer. En ook het nu is zo zo wreed belangrijk niet. Later.. Binnenkort kom ik bij Jezuske terecht," glimlacht ze verzaligd. "En quasi al mijn kiendjes schijnen gelukkig. Ze zorgen voor mekander. Gelijk ik het wens. Ze gaan ook goed voor mij zorgen.."
A cruce salus
De dood is maar een deur.
"Ik hoop wel, aan de hemelpoort gekomen, dat Sinte-Pieter geen difficiele vragen meer stelt," heeft ze altijd gepeinsd, "Of ik zou het aan de meet nog zelf durven om zeep helpen. Ik heb geen goesting om weer alle dagen te lopen sleuren en stofzuigen."
---
Neef Stefaan is weer veel te laat. Hij tuimelt binnen. De ruimte staat met 113 kilo neef erbij gevuld en Hannah sluipt begrijpelijk een ogenblik naar buiten.
"Om vrijheid in te ademen," lacht ze naar Willem. "Is er daarboven in de dakgoot nog plek voor mij?" - "Ik wil ook!" roept Mila.
Nee nee, lieve kleine vriend, vergeet dat maar. Dat soort van gedoe gaan we zo vroeg in uw leven nog niet aanmoedigen.
Gelukkig heeft Laïs een verlenging van de leuke namiddag bij Meeke kunnen bedingen. Anders had Stefaantje bij zijn binnenkomst volledig moeten zwijgen om naar tv mee te kijken.
Maar dat is nu nergens meer voor nodig.
Dim zit aan de taart en schijnt Stefaan aan te lokken met een begeerlijke moot Brésilienne.
De paar défauts die Stefaan naar overal mee naartoe sleurt compenseert hij makkelijk met de jovialiteit en affectie die al de mensen van hem ontvangen.
Momenteel is hij bezig de helft van Dim zijn taart af te snoepen, maar in ruil heeft Dim een pint gekregen, plus een natte Brusselse zoen.
---
Meetje, nog steeds op Aarde, roept genegen om de engel Helen, de liefste onder al haar Wienes, althans vanuit Meekes perspectief, en om een tasje muntthee met honing, of rietsuiker is ook goed.
"Merci me wijveke," fezelt Meeke enige momenten later al en streelt Helentje langs de arm, wrijft haar warm over de hand, en langs de lachende kaakjes van de kleine keizerin Maxine, Meekes fierste Moederschat. Een traantje rolt van haar kaak af. Een traantje van geluk.
Meeke warmt zich liever aan Helen of aan Celia dan aan de open haard.
"Mijn wassen engelkes," zegt ze.
Helen smelt weg. Some people are worth melting for..
Daarom.
We vertellen maar gewoon verder, lieve Laïs, zodat ons verhaal kan verderkachelen, opdat de warmte niet uit Mee vertrekt.
---
I guess it's the chain that binds me.I can't shake it loose, these chains and things.