Vanop een bank op het plein
Kijkt ze vrank de wereld in
Haar jas hooggesloten
Met dit warme weer
Haar schouderlange haar
Grijs maar getemd
Door een jeugdig roze sjaal
Haar lippen kersenrood
Ze heeft haar eigen winkelwagen
In de straat geparkeerd
Geladen met papieren zakken
Gouden letters dure merken
Vanmorgen zag ik haar
Voor het hotel
Later bij een koffiebar
Kartonnen beker in de hand
Niemand die er geld in gooit
Niemand die zich afvraagt
Waar ze slaapt en eet
Waar ze zich wast
Waar ze haar haar kamt
En haar lippen verft
En wat ze daarbij denkt