Deze ochtend, zo rond halfnegen, stond ik in pyjama de deurmat te stofzuigen. Plots was ze daar: mijn eerste Grote Existentiële Gedachte. Is dit het nu maar? Is het leven niets meer dan to do-lijstjes afwerken en leuke dingen doen? Is het één grote “bezighouderij” op repeat tot het plots of minder plots gedaan is?
Ik schrok ervan, deed instinctief een stap achteruit. Shit, dacht ik, dit lijkt wel het begin van een midlife crisis.
Nu moet je weten dat ik pas 39 ben. Er zijn zelfs nog drie volle maanden vooraleer ik een nieuwe voordeur krijg. Ik vind mezelf nog lang niet oud, maar zeker ook niet jong meer. Ik voel me mossel noch vis.
Eerlijk? Die midlife crisis had ik nu nog niet verwacht. Ik verwachtte eigenlijk er nooit één te krijgen. Ik ben namelijk best tevreden met mijn leven. Mijn job en financiën zijn op orde en mijn relatie zit goed. Bovendien heb ik een lieve familie, enkele betrouwbare vrienden en interessante hobby’s. Geen reden tot klagen, zou je zeggen. Toch?
Maar goed. Het is wat het is. De vraag is nu : wat moet ik ermee?
Als ik een man was geweest, zocht ik me misschien een jongere vrouw. Zo’n blonde bimbo met dikke borsten, lange nagels en een dikke laag plamuur op het gezicht. Zo’n Kim Kardashian look-a-like uit de boekskes.
Helaas. Biologisch gezien ben ik een vrouw en identificeer ik me ook als zodanig. Bovendien voel ik me 100% hetero. Een jongere vrouw zoeken is voor mij dus geen optie en een jongere man zegt me niet veel. In de relatie met mijn 11 jaar oudere partner ben ik eerder zijn midlife crisis want ik ben die jongere, blonde vrouw. Helaas ben ik half werk want over dikke borsten en de looks van Kim Kardashian beschik ik niet.
Misschien moet ik dan toch maar een tattoo overwegen? Op zich is dat geen slecht idee. Alleen weet ik niet goed wat en waar. Wie me kent, weet dat ik nu niet bepaald van de impulsieve beslissingen ben. Ik besluit dan ook nog wat te wachten.
Plots schiet de eerste zin van Dante’s Divina Commedia door mijn hoofd: Nel mezzo del cammin di nostra vita, mi ritrovai per una silva oscura. Misschien sta ik in de schaduw van één grote boom en blijft het bij die zaterdagse gedachte. Misschien verdwaal ik steeds verder in een groot en donker woud en worden mijn gedachten steeds complexer.
Wordt ongetwijfeld vervolgd...