Andante
De matinée met Kader Abdollah was afgelopen. Het publiek gaf een staande ovatie. Greta klapte op automatische piloot mee vanop haar stoel. Ze vroeg zich af of ze zijn nieuwste boek zou lezen. Abdollah was weliswaar één van haar favoriete auteurs en een absolute meester-verteller, maar het thema sprak haar niet zo aan. Hij had trouwens net al zo boeiend en gedetailleerd over zijn terugkeer naar Iran verteld dat het boek alleen maar kon tegenvallen.
Greta had de voorstelling minder aandachtig gevolgd dan gewoonlijk. Steeds dwaalde haar blik af naar de gestalte van de rijzige zeventiger met het spierwitte haar die ze de voorbije maand een paar keer was tegengekomen in de stad. Ze zag hem al in de bibliotheek, op de vrijdagse markt, in het koffiehuis waar ze dagelijks kwam…
Hij moet onlangs ergens in de buurt zijn komen wonen, dacht ze. Zelf woonde ze al jaar en dag op dezelfde plek, in het oude herenhuis dat ze vijftig jaar geleden met haar man zaliger kocht toen het centrum nog betaalbaar was.
Na vijf of zes toevallige ontmoetingen begonnen ze elkaar toe te knikken bij wijze van herkenning. Van een echt gesprek was het nog nooit gekomen. Toch was er iets, een aantrekking of zo. Misschien verbeeldde ze zich dat ook maar. Misschien wilde die man gewoon beleefd zijn, knikte hij naar iedereen die hij tegenkwam om vriendelijk te zijn.
Greta stond op en begaf zich naar de foyer. Ze wilde nog even koffie drinken voor ze naar huis ging. Zou Tina hier niet zijn? Ah ja, daar bij de bar. Fijn!
Greta liet zich voorzichtig op de vrije stoel naast Tina zakken. Haar vriendin gaf haar een stevige zoen op de wang. “Oh Greta, wat fijn dat je er nog even bij komt zitten. Alles goed met je?” Die vraag was eerder pro forma want Tina ging naadloos over in een uitgebreide update over haar lichamelijke kwaaltjes. Daarna ging haar monoloog over in geroddel over buurvrouw x die iets zou hebben met buurman y, over de marktkramer van dat kraam met die lekkere paling die had gezegd dat ze zo knap en nog helemaal niet oud was, over de huisarts gespecialiseerd in homeopathie die haar was aangeraden door een vriendin…
Greta luisterde maar half. Toch hield ze van het geklets. Het leidde haar af van haar eigen gedachten. Het enthousiasme en de lach van Tina werkten altijd aanstekelijk. Soms was zo’n gesprek, waarin ze zelf eigenlijk niets moest zeggen, net wat ze nodig had.
Greta besefte dat ze vaak met opzet ergens langer bleef hangen. Dan moest ze niet terug naar huis. Ze zat er toch maar eenzaam aan de keukentafel, starend naar het behang en luisterend naar het monotone getik van de oude hangklok.
Na de dood van Gustaaf vijf jaar geleden had ze even overwogen een hondje te nemen. Ze was zelfs bij het asiel langsgegaan. Tobi, een dwergteckel, had haar hart gestolen. Ze was gecharmeerd door zijn lange oren en vriendelijke, ovale ogen die haar leken te begrijpen. Na lang twijfelen had ze hem toch maar niet meegenomen naar huis.
Een hond moet buiten kunnen om te rennen, vond ze. Zij geraakte amper tot bij de bakker op de hoek, laat staan dat ze een hond kon uitlaten. Bovendien was haar “tuin” eerder een streepje gazon naast 4 tegels terras. Er konden net twee stoelen op, maar het was geen plek waar een hondje kon spelen. Ze had dus maar van het plan afgezien.
Haar dochter had haar, bij wijze van alternatief, een kat willen kopen. Dat had ze kordaat afgewimpeld. Sinds ze als kind een flinke jaap had gekregen van een straatkat had ze een heilige schrik van die beesten.
Geen gezelschapsdier dus. Op de meest eenzame momenten zette ze dan maar de tv op. Sturm der Liebe, Mooi en Meedogenloos, het WK darts… Wat er te zien was, maakte haar niet veel uit. Het gebabbel gaf haar toch tenminste de illusie van gezelschap.
Iemand tikte op haar schouder. Ze schrok op. Ze had niemand horen komen want had haar hoorapparaat afgezet. Dat deed ze meestal als ze in groep was. Geluiden kwamen anders extra hard binnen en gesprekken kon ze toch niet volgen. Dat lukte tegenwoordig enkel nog één op één, met haar gesprekspartner recht voor zich zodat ze kon liplezen.
Ze draaide zich om. De knappe man met het witte haar keek haar vragend aan. Hij had een thermos koffie vast. Zijn andere hand rustte op haar schouder. Bleef die daar nu niet veel te lang liggen? Ze voelde zijn warmte door de stof van haar blouse. Een tinteling ging door haar hele lijf. Ze keek verward in zijn ogen.
Greta probeerde doodnormaal te doen. “Anton, aangenaam,” las ze van zijn lippen. “Wil je nog koffie?” Ze knikte. “Melk en suiker?” Ze schudde dwaas haar hoofd.
“Dat ze haar koffie altijd zwart dronk,” wilde ze antwoorden. Ze wilde ook haar naam zeggen, maar praten leek haar niet te lukken. Ze lachte schaapachtig en voelde zich ontzettend stom, een bakvis van 16 of zo.
Hij vulde haar mok. Zijn hand trilde. Hij morste een beetje. Ze zag hem zachtjes vloeken.
Ze wilde al opstaan om een doek te halen, maar met diezelfde hand van daarnet drukte hij haar terug in haar stoel. Ze bood geen weerstand, had nog steeds die dwaze grijns op haar gezicht.
Waarom gedraag ik me zo onderdanig? Die rol wil ik toch niet meer spelen?
Haar hele getrouwde leven had Greta de brave huisvrouw gespeeld. Ze had zich ten dienste gesteld van haar kinderen en haar man zoals dat indertijd van De Vrouw werd verwacht.
Ze was jong toen ze trouwde, amper 20. Vijf jaar en vier kinderen later had ze zich een vaste routine aangeleerd die ze meer dan 40 jaar had volgehouden. Opstaan, de tafel dekken, boterhammen smeren, boodschappen doen, koken, poetsen…
Eigenlijk hadden die huishoudelijke taken en de zorg voor de kinderen haar nooit echt gestoord. Toch had ze vaak in stilte gemijmerd over een ander leven. Ze had verlangd naar iets anders, iets naast die dagelijkse routine, iets voor zichzelf. Een eigen job, vrijwilligerswerk, een boekenclub of zelfs een echte studie…
Toen de kinderen het huis uit waren, kwamen er al snel kleinkinderen. De hele cyclus van baby’s, peuters, kleuters en pubers was voor haar gewoon opnieuw begonnen. Want moeke, zij dus, is toch alleen en nog gezond. Ze doet dat graag, dachten haar kinderen. Greta begreep best dat het leven van jonge ouders niet gemakkelijk was en dat je met twee voltijds moet werken om rond te komen. Toch vroeg ze zich af waarom mensen dan toch absoluut kinderen wilden als ze die toch de helft van de tijd bij hun moeder dumpten. Ach ja, het was haar eigen fout. Had ze haar mond maar moeten opendoen om te protesteren. Daar was het nu te laat voor, veel te laat.
Anton was teruggekomen. Hij stond opnieuw naast haar, nog net iets dichter dan daarnet. Hij veegde de tafel schoon. Daarbij tikte hij zogezegd per ongeluk even tegen haar hand die de warme koffiekop omklemde. Weer die tinteling. Zou hij dat ook voelen?
Hij ging tegenover haar zitten, begon een gesprek met zijn buurman en keek haar intussen heel uitdagend recht in de ogen. Ze dwong zichzelf staalhard terug te kijken en voelde dat ze langzaam rood werd. Haar mond hing een beetje open.
Dat het zou gaan sneeuwen, hoorde ze, en dat hij geen zin had in de dagschotel van blinde vinken met puree en witloof die hier op het menu stond. Dat hij ging eten bij Andante, kon ze duidelijk verstaan. Zei hij dat nu met opzet extra luid?
Anton maakte aanstalten om te vertrekken. Bij de kassa draaide hij zich nog even om en keek hij haar opnieuw recht aan. Ditmaal sloeg ze haar blik verlegen neer.
Greta voelde dat ze zelf ook voorzichtig opstond en hoorde Tina nog vragen of er iets mis was. Ze waaierde met haar hand en antwoordde dat ze zich draaierig voelde en thuis op bed ging liggen.
Snel nam ze haar sjaal van de stoelleuning en waggelde zo goed en zo kwaad als het ging naar de uitgang. Bijna vergat ze te betalen. Ze dacht er nog net op tijd aan, griste gepast geld uit haar portemonnee en legde het bij de kassa.
Eenmaal buiten zag ze Anton de hoek van de straat omslaan. Ze hinkte hem achterna. Waarom had ze het gevoel dat hij haar had uitgenodigd om samen te eten? Ze voelde haar hart veel te snel bonken. Van de lichamelijke inspanning of van de opwinding, vroeg ze zich af.
Ook zij draaide de hoek om en inderdaad, bij de deur van restaurant Andante stond hij haar op te wachten. Zou hij weten dat dat haar lievelingsrestaurant was, dat ze haar hart had verloren aan de Italiaanse keuken en dat de pasta vongole en tiramisù della casa haar favoriete comfort food waren?
Galant hield hij de deur voor haar open. Steunend op zijn arm ging ze naar binnen. Hij nam haar jas aan en schoof zelfs haar stoel achteruit zodat ze gemakkelijker kon gaan zitten. Hij wenkte de ober. “Twee keer sherry graag,” zei hij nog voor ze kon protesteren.
Normaal gezien vermeed ze alcohol, dronk ze enkel water en zwarte koffie. Ze besloot haar principes voor één keer opzij te zetten en gewoon van de avond te genieten.
Het glaasje alcohol deed haar stijve houding van daarnet verdwijnen. Ze voelde dat ze zich langzaam ontspande. Loom zakte ze onderuit op haar stoel. Haar tong werd wat losser en haar gepieker stopte.
Greta en Anton begonnen te praten alsof ze elkaar al jaren kenden. Over zichzelf, over het verleden, over pijn en verdriet. Anton bleek ook weduwnaar te zijn en vaak eenzaam thuis te zitten. Al snel spraken ze ook over de tijd die hen nog restte, over wat ze nog wilden doen met hun leven.
Wat ze die avond gegeten had, wist ze niet meer. Ze gokte natuurlijk pasta vongole omdat ze daar nooit iets anders bestelde. Wel herinnerde ze zich nog het heerlijke dessert. Ze at niet vaak zoet want moest op haar suikerinname letten van de dokter. Die tiramisù was haar guilty pleasure en blijkbaar ook die van hem. Ze hadden één portie gedeeld en langzaam genietend opgelepeld.
Daarna had ze ook nog het kleine glaasje ijskoude limoncello opgedronken dat hen met de rekening werd aangeboden.
Hij vroeg of ze nog met hem meeging naar huis. Ze knikte. Was dit niet iets uit romantische Hollywoodfilms? Was ze hier niet te nuchter en vooral niet te oud voor?
Tot haar eigen verbazing dronk ze even later ook nog vlot het glas whisky leeg dat hij haar voorzette. Een beetje smokey, honingachtig. Lekker. Ze likte haar lippen af en voelde zich licht in haar hoofd.
Ze schopte haar schoenen uit en duwde hem zachtjes, maar toch dwingend in de stoel. Haar rok trok ze op zodat ze met gespreide benen op zijn schoot kon zitten.
Hij keek haar verwonderd aan. Ze las opwinding in zijn ogen. Zo kende hij haar nog niet. Zo kende ze zichzelf ook niet. Hij was benieuwd naar het vervolg. Zij ook.