Melanieke

Over Melanieke

Creatieve duizendpoot met zeer werkzame hersenen. Schrijven is gedachten ordenen, energie kanaliseren, rust.

Teksten

Andante

De matinée met Kader Abdollah was afgelopen. Het publiek gaf een staande ovatie. Greta klapte op automatische piloot mee vanop haar stoel.  Ze vroeg zich af of ze zijn nieuwste boek zou lezen. Abdollah was weliswaar één van haar favoriete auteurs en een absolute meester-verteller, maar het thema sprak haar niet zo aan. Hij had trouwens net al zo boeiend en gedetailleerd over zijn terugkeer naar Iran verteld dat het boek alleen maar kon tegenvallen.  Greta had de voorstelling minder aandachtig gevolgd dan gewoonlijk. Steeds dwaalde haar blik af naar de gestalte van de rijzige zeventiger met het spierwitte haar die ze de voorbije maand een paar keer was tegengekomen in de stad. Ze zag hem al in de bibliotheek, op de vrijdagse markt, in het koffiehuis waar ze dagelijks kwam…  Hij moet onlangs ergens in de buurt zijn komen wonen, dacht ze. Zelf woonde ze al jaar en dag  op dezelfde plek, in het oude herenhuis dat ze vijftig jaar geleden met haar man zaliger kocht toen het centrum nog betaalbaar was.    Na vijf of zes toevallige ontmoetingen begonnen ze elkaar toe te knikken bij wijze van herkenning. Van een echt gesprek was het nog nooit gekomen. Toch was er iets, een aantrekking of zo. Misschien verbeeldde ze zich dat ook maar. Misschien wilde die man gewoon beleefd zijn, knikte hij naar iedereen die hij tegenkwam om vriendelijk te zijn. Greta stond op en begaf zich naar de foyer. Ze wilde nog even koffie drinken voor ze naar huis ging.  Zou Tina hier niet zijn? Ah ja, daar bij de bar. Fijn! Greta liet zich voorzichtig op de vrije stoel naast Tina zakken. Haar vriendin gaf haar een stevige zoen op de wang. “Oh Greta, wat fijn dat je er nog even bij komt zitten. Alles goed met je?” Die vraag was eerder pro forma want Tina ging naadloos over in een uitgebreide update over haar lichamelijke kwaaltjes. Daarna ging haar monoloog over in geroddel over buurvrouw x die iets zou hebben met buurman y, over de marktkramer van dat kraam met die lekkere paling die had gezegd dat ze zo knap en nog helemaal niet oud was, over de huisarts gespecialiseerd in homeopathie die haar was aangeraden door een vriendin…   Greta luisterde maar half. Toch hield ze van het geklets. Het leidde haar af van haar eigen gedachten. Het enthousiasme en de lach van Tina werkten altijd aanstekelijk. Soms was zo’n gesprek, waarin ze zelf eigenlijk niets moest zeggen, net wat ze nodig had.   Greta besefte dat ze vaak met opzet ergens langer bleef hangen. Dan moest ze niet terug naar huis. Ze zat er toch maar eenzaam aan de keukentafel, starend naar het behang en luisterend naar het monotone getik van de oude hangklok.  Na de dood van Gustaaf vijf jaar geleden had ze even overwogen een hondje te nemen. Ze was zelfs bij het asiel langsgegaan. Tobi, een dwergteckel, had haar hart gestolen. Ze was gecharmeerd door zijn lange oren en vriendelijke, ovale ogen die haar leken te begrijpen. Na lang twijfelen had ze hem toch maar niet meegenomen naar huis.   Een hond moet buiten kunnen om te rennen, vond ze. Zij geraakte amper tot bij de bakker op de hoek, laat staan dat ze een hond kon uitlaten. Bovendien was haar “tuin”  eerder een streepje gazon naast 4 tegels terras. Er konden net twee stoelen op, maar het was geen plek waar een hondje kon spelen. Ze had dus maar van het plan afgezien.  Haar dochter had haar, bij wijze van alternatief, een kat willen kopen. Dat had ze kordaat afgewimpeld.  Sinds ze als kind een flinke jaap had gekregen van een straatkat had ze een heilige schrik van die beesten.  Geen gezelschapsdier dus. Op de meest eenzame momenten zette ze dan maar de tv op. Sturm der Liebe, Mooi en Meedogenloos, het WK darts… Wat er te zien was, maakte haar niet veel uit. Het gebabbel gaf haar toch tenminste de illusie van gezelschap.  Iemand tikte op haar schouder. Ze schrok op. Ze had niemand horen komen want had haar hoorapparaat afgezet. Dat deed ze meestal als ze in groep was. Geluiden kwamen anders extra hard binnen en gesprekken kon ze toch niet volgen. Dat lukte tegenwoordig enkel nog één op één, met haar gesprekspartner recht voor zich zodat ze kon liplezen. Ze draaide zich om. De knappe man met het witte haar keek haar vragend aan. Hij had een thermos koffie vast. Zijn andere hand rustte op haar schouder. Bleef die daar nu niet veel te lang liggen? Ze voelde zijn warmte door de stof van haar blouse. Een tinteling ging door haar hele lijf. Ze keek verward in zijn ogen. Greta probeerde doodnormaal te doen. “Anton, aangenaam,” las ze van zijn lippen. “Wil je nog koffie?”  Ze knikte. “Melk en suiker?”  Ze schudde dwaas haar hoofd.  “Dat ze haar koffie altijd zwart dronk,” wilde ze antwoorden. Ze wilde ook haar naam zeggen, maar praten leek haar niet te lukken. Ze lachte schaapachtig en voelde zich ontzettend stom, een bakvis van 16 of zo. Hij vulde haar mok. Zijn hand trilde. Hij morste een beetje. Ze zag hem zachtjes vloeken.  Ze wilde al opstaan om een doek te halen, maar met diezelfde hand van daarnet drukte hij haar terug in haar stoel. Ze bood geen weerstand, had nog steeds die dwaze grijns op haar gezicht.  Waarom gedraag ik me zo onderdanig? Die rol wil ik toch niet meer spelen?  Haar hele getrouwde leven had Greta de brave huisvrouw gespeeld. Ze had zich ten dienste gesteld van haar kinderen en haar man zoals dat indertijd van De Vrouw werd verwacht.  Ze was jong toen ze trouwde, amper 20. Vijf jaar en vier kinderen later had ze zich een vaste routine aangeleerd die ze meer dan 40 jaar had volgehouden. Opstaan, de tafel dekken, boterhammen smeren, boodschappen doen, koken, poetsen…  Eigenlijk hadden die huishoudelijke taken en de zorg voor de kinderen haar nooit echt gestoord.  Toch had ze vaak in stilte gemijmerd over een ander leven. Ze had verlangd naar iets anders, iets naast die dagelijkse routine, iets voor zichzelf. Een eigen job, vrijwilligerswerk, een boekenclub of zelfs een echte studie…   Toen de kinderen het huis uit waren, kwamen er al snel kleinkinderen. De hele cyclus van baby’s, peuters, kleuters en pubers was voor haar gewoon opnieuw begonnen. Want moeke, zij dus, is toch alleen en nog gezond. Ze doet dat graag, dachten haar kinderen. Greta begreep best dat het leven van jonge ouders niet gemakkelijk was en dat je met twee voltijds moet werken om rond te komen. Toch vroeg ze zich af waarom mensen dan toch absoluut kinderen wilden als ze die toch de helft van de tijd bij hun moeder dumpten. Ach ja, het was haar eigen fout. Had ze haar mond maar moeten opendoen om te protesteren. Daar was het nu te laat voor, veel te laat.  Anton was teruggekomen. Hij stond opnieuw naast haar, nog net iets dichter dan daarnet. Hij veegde de tafel schoon. Daarbij tikte hij zogezegd per ongeluk even tegen haar hand die de warme koffiekop omklemde. Weer die tinteling. Zou hij dat ook voelen? Hij ging tegenover haar zitten, begon een gesprek met zijn buurman en keek haar intussen heel uitdagend recht in de ogen. Ze dwong zichzelf staalhard terug te kijken en voelde dat ze langzaam rood werd. Haar mond hing een beetje open. Dat het zou gaan sneeuwen, hoorde ze, en dat hij geen zin had in de dagschotel van blinde vinken met puree en witloof die hier op het menu stond. Dat hij ging eten bij Andante, kon ze duidelijk verstaan. Zei hij dat nu met opzet extra luid?   Anton maakte aanstalten om te vertrekken. Bij de kassa draaide hij zich nog even om en keek hij haar opnieuw recht aan. Ditmaal sloeg ze haar blik verlegen neer.  Greta voelde dat ze zelf ook voorzichtig opstond en hoorde Tina nog vragen of er iets mis was. Ze waaierde met haar hand en antwoordde dat ze zich draaierig voelde en thuis op bed ging liggen.  Snel nam ze haar sjaal van de stoelleuning en waggelde zo goed en zo kwaad als het ging naar de uitgang. Bijna vergat ze te betalen. Ze dacht er nog net op tijd aan, griste gepast geld uit haar portemonnee en legde het bij de kassa.  Eenmaal buiten zag ze Anton de hoek van de straat omslaan. Ze hinkte hem achterna. Waarom had ze het gevoel dat hij haar had uitgenodigd om samen te eten? Ze voelde haar hart veel te snel bonken. Van de lichamelijke inspanning of van de opwinding, vroeg ze zich af.   Ook zij draaide de hoek om en inderdaad, bij de deur van restaurant Andante stond hij haar op te wachten. Zou hij weten dat dat haar lievelingsrestaurant was, dat ze haar hart had verloren aan de Italiaanse keuken en dat de pasta vongole en tiramisù della casa haar favoriete comfort food waren? Galant hield hij de deur voor haar open. Steunend op zijn arm ging ze naar binnen. Hij nam haar jas aan en schoof zelfs haar stoel achteruit zodat ze gemakkelijker kon gaan zitten. Hij wenkte de ober. “Twee keer sherry graag,” zei hij nog voor ze kon protesteren.  Normaal gezien vermeed ze alcohol, dronk ze enkel water en zwarte koffie. Ze besloot haar principes voor één keer opzij te zetten en gewoon van de avond te genieten.  Het glaasje alcohol deed haar stijve houding van daarnet verdwijnen. Ze voelde dat ze zich langzaam ontspande. Loom zakte ze onderuit op haar stoel. Haar tong werd wat losser en haar gepieker stopte.  Greta en Anton begonnen te praten alsof ze elkaar al jaren kenden. Over zichzelf, over het verleden, over pijn en verdriet. Anton bleek ook weduwnaar te zijn en vaak eenzaam thuis te zitten. Al snel spraken ze ook over de tijd die hen nog restte, over wat ze nog wilden doen met hun leven.   Wat ze die avond gegeten had, wist ze niet meer. Ze gokte natuurlijk pasta vongole omdat ze daar nooit iets anders bestelde. Wel herinnerde ze zich nog het heerlijke dessert.  Ze at niet vaak zoet want moest op haar suikerinname letten van de dokter. Die tiramisù was haar guilty pleasure en blijkbaar ook die van hem. Ze hadden één portie gedeeld en langzaam genietend opgelepeld.  Daarna had ze ook nog het kleine glaasje ijskoude limoncello opgedronken dat hen met de rekening werd aangeboden.  Hij vroeg of ze nog met hem meeging naar huis. Ze knikte. Was dit niet iets uit romantische Hollywoodfilms? Was ze hier niet te nuchter en vooral niet te oud voor?  Tot haar eigen verbazing dronk ze even later ook nog vlot het glas whisky leeg dat hij haar voorzette. Een beetje smokey, honingachtig. Lekker. Ze likte haar lippen af en voelde zich licht in haar hoofd.  Ze schopte haar schoenen uit en duwde hem zachtjes, maar toch dwingend in de stoel. Haar rok trok ze op zodat ze met gespreide benen op zijn schoot kon zitten. Hij keek haar verwonderd aan. Ze las opwinding in zijn ogen. Zo kende hij haar nog niet. Zo kende ze zichzelf ook niet. Hij was benieuwd naar het vervolg. Zij ook.   

Melanieke
8 0

Sportieve strijd

Sportieve strijd  Op 17 februari was het weer zover: ik vierde mijn verjaardag. Hiep, hiep, hoera voor mezelf. 39. Nog net geen nieuwe voordeur. Het is niet jong, maar ook niet echt oud. Vlees noch vis als het ware. Hoe dan ook, ouder was het beslist en beter zou het er niet op worden.  Dat de fysieke aftakeling reeds 9 jaar geleden was ingezet, realiseerde ik me enkele weken voordien. Een wetenschappelijk onderbouwd artikel stelde dat spiermassa al vanaf de leeftijd van 30 gestaag afneemt. De enige remedie bleek krachttraining. Work that body bleek de enige echte remedie te zijn. Als verjaardagscadeautje aan mezelf schafte ik me dus een abo op de fitness aan. Ik moest en zou een poging doen om te redden wat er nog te redden viel. De gym was me niet onbekend. In mijn studententijd was ik er kind aan huis. Vrij fanatiek met enkele vriendinnen stond ik toen zo’n 4 keer per week op de step, gewoon voor de fun. Nu probeerde ik twee vaste momenten per week in mijn agenda te zetten en geen excuses te verzinnen. Ik geef eerlijk toe : zo erg is het nu ook weer niet. Die me time in mijn weekschema vind ik best ok. Ik vertrek in joggingbroek en hoodie om lekker anoniem met mijn koptelefoon op een uurtje te zweten. Meestal start ik met wat cardio voor de hartspier. Geef mij daarvoor maar een crosstrainer want vanop dat toestel kan ik onopvallend mensen kijken. Als ik erop geraak tenminste. Dat moet ik ’s morgens om 7u niet proberen, weet ik nu. Dan zijn die toestellen bezet, worden ze geclaimd door de geriatrie (niet mijn woorden, maar die van een andere gefrustreerde sporter).  Drie kwieke zeventigers, stormen elke dag bij opening de zaal binnen en gooien hun handdoek over zo’n ding alvorens ze naar de kleedkamer trekken om zich om te kleden. Het zijn net van die Hotelmensen die in Benidorm om 6u30 een strandzetel claimen op het beste plekje bij het zwembad.  Stiekem bewonder ik hun volharding want wie doet het hen na en hoe zal ik zelf zijn op die leeftijd. Sinds ik, zalig onwetend, een poging deed er een te bemachtigen en bijna mijn neus kwijt was, wacht ik nu wel wijselijk tot na 9u om in alle veiligheid mijn geliefde crosstrainer bestijgen.  Na zo’n 40 minuten trek ik naar de krachthonk. Ik sta er als klein dametje tussen de krachtpatsers met brede schouders. Ze liften met gemak halters van 50 kilo en meer. Met dumbells van 3 kilo werk ik dapper mijn lunches en Bulgarian split squats af. Daarna doe ik wat oefeningen voor de triceps en biceps en zit mijn full body workout erop.  Flink gedaan. Ik mag dan van mezelf weer in de zetel gaan liggen in de veronderstelling dat ik mijn spierdegeneratie heb vertraagd en enkele levensmaanden heb gewonnen. In een ander, meer recent artikel las ik trouwens dat vrouwen maar half zolang als mannen moeten sporten voor hetzelfde effect. Sindsdien stop ik elke training 10 minuten vroeger. Ik zou zo maar eens teveel moeite kunnen doen.     

Melanieke
0 0

Onrust

 helder lukt                                                                                                                                   niet                                                                                                                                       chaotische gedachten                                                                                                           verbeten lijf                                                                                                                             pezen spieren maag                                                                                                                       darmen vol                                                                                                                           razende kolken                                                                                                             krampachtig                                                                                                                             dolen rond                                                                                                                                 mijn binnenste                                                                                                                       tegelijk                                                                                                                                       mijn hoofd                                                                                                                                 mijn benen                                                                                                                                 weg                                                                                                                                       zonder vijand                                                                                                                                  - reptielenbrein  verbeten poging                                                                                                                           tot kalmte  ik geef op

Melanieke
4 0

Rouw

Rouw iets in mij zegt dat het niet wil worden geheeld                                                                                                        niet nu niet nooit niet eeuwig                                                                                                                                                                                                                                                                                                                              ik wil altijd rauw rouwig blijven                                                                                                                            verdriet moet me verteren want                                                                                                                              leven zonder jou is te ondraaglijk                                                                                                                            pijnlijk                                                                                                                                                                        het mentale leed moet ook                                                                                                                                          fysiek geworden  ik wil lijden onder het gemis  

Melanieke
1 0

Wat eten we vandaag?

Wat eten we vandaag?  Te veel, te vet, te zoet en te alcoholisch… Na dagen van vreten en schransen kan ik geen eten meer zien. Hoera voor de matigheid. Gezond eten staat dan ook (alweer) met stip op één op mijn lijstje met goede voornemens.                                                                                      Helaas, de intentie is goed maar verwatert vast weer snel in de dagelijkse ratrace. Dan lonkt opnieuw die vettige hap van het frietkot op de hoek en is Dr Oetker weer mijn beste vriend.      Is er dan echt geen manier waarop ik mijn goede voornemen kan waarmaken? Er zijn firma’s die beweren de ultieme oplossing te bieden aka de maaltijdbox. Mag ik eerlijk zijn? Het concept is niet aan mij besteed. Agressief met eten Als je nog nooit hebt gehoord van Hello Fresh, Food Bag of Quiso, dan leef je op een andere planeet. Ga maar eens na hoeveel keer je al werd gebeld door een overijverige jobstudent en hoeveel flyertjes met 15 euro korting je al bij het oud papier gooide. Hield je echt nog nooit je voordeur dicht als een promoteam aanbelde? Ik krijg dan trouwens een flashback naar mijn kinderjaren. Toen verstopte ik me onder de keukentafel als de getuigen van Jehovah voor de deur stonden.                                                                                                                       Omwille van deze agressieve marketingstrategie heb ik het niet voor maaltijdboxen. Die stalkneigingen roepen bij mij weerstand op.  Ooit belde zo’n firma me op: “Mevrouw, hebt u even? Mag ik u iets meer vertellen over ons uitzonderlijke aanbod bij het afsluiten van een abonnement?” Ik antwoordde pretentieus dat ik zelf sneller, beter, gezonder én creatiever kan koken, dat ik het te duur en te omslachtig vind. Ik vermoed dat het studentje me toevoegde aan de blacklist want dergelijke telefoontjes kreeg ik niet meer.   Dood aan de culinaire creativiteit Eén keer liet ik me toch overtuigen. In de winkelstraat. In een vlaag van emotionele zwakte bestelde ik een kennismakingspakket.                                                                                      Alles werd netjes aan de deur geleverd op het afgesproken moment. In net zo’n fancy box als in de reclame. De ingrediënten waren individueel verpakt en aanwezig in exact de vereiste hoeveelheid voor de bereiding van het voorgekauwde recept. Best grappig om één eenzame preistengel in een plastic hoesje te zien liggen.                                                                    Hoewel ik dubbel zo lang als aangegeven deed over de bereiding van mijn gerecht, moet ik toegeven dat het resultaat best smakelijk was en er min of meer uitzag als op de foto.            Als een braaf schoolmeisje had ik de instructies gevolgd. Flink gedaan, hoor. Kus van de juf en een bank vooruit. Wat me naast de agressieve marketing dus stoort, is de afstomping van mijn eigen culinaire creativiteit. Tegen betaling dan nog wel.   Onthaastingsritueel Het bleef bij die ene bestelling. Liever schuim ik voor de sport bewust traag supermarkten en buurtwinkels af, check ik de Too Good to Go apps van deze wereld en duik ik promobakken in. Ik kick op kortingen van -30% tot -50%. Trots overzie ik bij thuiskomst mijn oogst en daag mezelf uit met het verzamelde allegaartje iets creatiefs te maken dat nog lekker is ook.  Probeer het eens, zou ik zeggen. Quality time voor jezelf met resultaat voor het hele gezin. Beschouw het als een nieuwe hobby. Vrijheid blijheid Misschien heb jij een superdruk leven en vind je die maaltijdboxen juist de heilige graal. Jij doet misschien een vreugdedansje als de doos van de week voor de deur staat en je weet dat je alweer enkele dagen healthy and safe bent.  Of je bent vastbesloten je goede voornemen dit jaar nu eens echt waar te maken en gelooft rotsvast in een maaltijdboxabonnement als partner in crime. Je hebt je vorige week een laatste keer goed overeten aan een grote friet met stoofvleessaus én curryworst in je favoriete frituur en at gisteren weemoedig je laatste diepvriespizza. Nu ga je ervoor! Welke keuze je ook maakt, ik respecteer je beslissing en duim voor jou. Zelf houd ik me ver weg van de maaltijdboxen. Ik blijf trouw aan mijn onthaastingsritueel en hoop stiekem dat ik je heb overtuigd het op zijn minst eens te proberen. Vrijheid blijheid, uiteraard. Is dat niet schoon bij het begin van het nieuwe jaar?

Melanieke
6 0

Elba

Elba  Buiten adem arriveert Anna op perron 2. De trein richting luchthaven staat met 22 minuten vertraging op het bord. Daarnet in de app waren het er nog maar 8. Ze focust op haar podcast en probeert zich niet te ergeren.                   Na zijn mislukte veldtocht in Rusland werd Napoleon in 1814 tot aftreden gedwongen                  en verbannen naar het eiland Elba. Het eiland behoorde toen tot het Oostenrijkse …  34 minuten al. En geen andere opties. Fuck. Om op te warmen stapt ze dan maar het stationscafé binnen.                                                                                                                    “Een cappuccino met havermelk en een kaneelbroodje graag.”                                              “Verder nog iets?”                                                                                                                        “Neen, dank je.”                                                                                                                                “Dat is dan 8,40 euro, alstublieft.”                                                                                                  Ze wappert met haar bankkaart.                 …Rijk. De Oostenrijkse keizer maakte Napoleon tot soeverein vorst van het eiland. Op                   Elba leefde hij in een gouden kooi. Het was hem niet toegestaan het eiland te                                 verlaten, maar hij beschikte wel over een luxueuze villa en een leger van 600 man.                         Toch was dit leven voor hem niet bevredigend. Op 26 februari 1815 ontsnapte hij,                         keerde terug naar Frankrijk en pleegde een staatsgreep.  Napoleon intrigeert haar sinds ze vorige maand de film met haar favoriete acteur Joaquin Phoenix zag. Het is haast een obsessie zonder dat ze goed weet waarom. Ze herinnert zich een schooluitstapje naar de leeuw van Waterloo in het vijfde leerjaar, waarbij de suikerspin later die dag interessanter was. En vaag het schilderij van de keizerskroning in het Louvre.                    Nu heeft ze in amper een maand twee biografieën gelezen en zit ze middenin de laatste episode van een boeiende podcastreeks.                                                                                      Na episode vier over zijn ballingschap naar Elba boekte ze impulsief tickets naar het eiland. Wat ze er hoopt te vinden, weet ze eigenlijk niet. Napoleon alleszins niet. Waarschijnlijk enkel zon en lekker eten.                  Hoewel Napoleon amper een jaar op Elba verbleef, liet hij er toch zijn sporen na. Hij                      maakte van de hoofdstad Portoferraio een bloeiende stad dankzij de modernisering                      van oude ijzermijnen en een verhoogde wijnproductie en -export. Hij liet ook twee                          forten en twee paleizen bouwen. De IC-trein met bestemming Kortrijk via Brussel-Nationale luchthaven komt aan op spoor 2. EINDELIJK. Anna wurmt zich de trein in. Met een halve bil op het enige nog vrije bankje leunt ze ongemakkelijk tegen haar grote valies. Ze wil net op play drukken als de trein alweer vertraagt en met piepende remmen tot stilstand komt.                                                                        Serieus? Geërgerd rukt ze haar koptelefoon af. Ze heeft geen idee waarom ze zo plots stoppen. Tien minuten later weet ze het nog steeds niet.                                                                          De man naast haar probeert wat op te schuiven zodat ze plaats krijgt voor haar hele zitvlak. Hij is lang en licht kalend, draagt een blauw hemd en een jeans. Geen fotomodel, wel een vriendelijk gezicht. Door haar jarenlange ervaring met Tinderfoto’s schat ze hem 35.   “Waarom staan we stil?”                                                                                                          “Geen idee. Dat gebeurt de laatste tijd wel vaker.”                                                                       “Het is uitzonderlijk dat ik de trein neem. Dat doe ik dat enkel als het werk betaalt.”                   Ze knikt.                                                                                                                                      “Waar ga je heen?”                                                                                                                      “Naar een congres over cyber security in Londen. Ik ben…”  Goedemorgen, dames en heren. Omwille van een aanrijding met een persoon staat deze trein stil. Wij excuseren ons voor het ongemak en houden u op de hoogte. Anna luistert niet meer naar het gekwebbel van haar buurman. Starend naar zijn bewegende lippen overweegt ze haar opties. Terug naar huis? Om wat te doen? Twee weken alleen thuis te piekeren?                                                                                                                                       Ze wil juist weg, weg van de moordende routine van werken, eten, sporten en slapen. Met een vast contract bij de koffiebar om de hoek, drie krachttrainingen per week en een abonnement op een biologisch groenten- en fruitpakket heeft ze haar volwassen leven goed op orde.        Ze vindt het gewoon zo saai. Daar veranderen die occasionele dates weinig aan. Die doet ze enkel om zichzelf wijs te maken dat die fijne partner er vroeg of laat zal komen, als ze het maar blijft proberen.                                                                                                                      Eigenlijk wil ze nu vooral weg van haar eigen gedachten, uit haar eigen hoofd. Ze wil iets avontuurlijks, of toch ten minste al eens iets anders.  Via de chatbot op de site van Air Malta probeert ze haar tickets in te ruilen voor een latere vlucht. Ze staat tweede in de wachtrij.  “Waar ga je heen? Je lijkt klaar voor een lange reis.”                                                                   Haar reisgenoot kijkt haar vragend aan.                                                                                    “Naar Elba, maar door die kutvertraging mis ik mijn vlucht naar Pisa. Verdomme, hé. Waarom ben ik ook zo laat vertrokken?”                                                                                                “Elba? Voor werk? Reis je alleen? Heb je daar vrienden?” Dat zijn teveel vragen tegelijk. Ze heeft geen zin om te antwoorden en gebaart dat ze dringend verder moet doen op haar telefoon. Uiteindelijk krijgt ze tickets vast voor de namiddagvlucht. 100 euro extra. Dat moet dan maar.                                                                                              Opgelucht en gefrustreerd tegelijk besluit ze er het beste van te maken. Wachten moet ze toch. Die kerel wil alleen maar vriendelijk zijn. Wie weet waar het toe leidt.   “Ik reis Napoleon achterna. En er is zon en pasta.”                                                                “Gelukzak. Ik wil mee. Pokkenweer hier. Het is drie jaar geleden dat ik vakantie nam.”            “Werk je voor de politie?”                                                                                                                “Neen, ik doctoreer en hoop in Londen een uitgever te vinden voor mijn laatste artikel. Dat zou goed staan op mijn CV. Nu riskeer ik de inleidende netwerkreceptie te missen. Gelukkig vertrekt mijn Eurostar pas over drie uur.”                                                                                                    Ze zwijgen even. “Wat een toeval. Ik ging vorige week ook naar Napoleon kijken. Hij boeit mij sinds ik als kind met mijn ouders de leeuw van Waterloo bezocht. Heb je het boek van Johan Op de Beeck gelezen trouwens? Dat is echt een aanrader.”                                                                                       “Neen. Op de Beeck zeg je? Bedankt voor de tip. Misschien download ik het boek straks op mijn e-reader. Voor in het vliegtuig.” Dames en heren, deze trein rijdt verder tot Schaarbeek. Daar zullen bussen klaarstaan om u naar de luchthaven of naar het station van Brussel-Zuid te brengen. Wij excuseren ons nogmaals voor het ongemak en wensen u een prettige reis.  De trein remt af. Ze ziet het naambord Schaarbeek-Schaerbeeck verschijnen.                          “Fijne reis. Geniet van Elba. We moeten nog eens afspreken als ik terug ben uit Londen.”             “Ja. Dat zou fijn zijn.”                                                                                                                     “Ik zal je …” Door het plotse geroezemoes kan Anna zijn antwoord niet meer horen. De mensenmassa duwt haar uit de trein. Bij de uitgang van het station staan twee bussen. Die naar de luchthaven is al overvol. Snel perst ze zich nog met bagage en al naar binnen.  Ze kijkt om en ziet dat hij hetzelfde doet in de bus naar Brussel-Zuid. Kort steekt ze haar hand op. Hij zwaait terug. Ze bedenkt dat ze niet eens zijn naam heeft gevraagd. Hij de hare ook niet.                

Melanieke
0 0

De flat waar het licht altijd brandt (1) en (2)

De flat waar het licht altijd brandt (1) - 15 december 2022 Bij het opstaan om 5u30 zie ik door het raam een flat waar altijd licht brandt. Elke dag, bij mijn eerste koffie, vraag ik me af wie daar woont en waarom het licht er niet wordt gedoofd. Is het iemand met schrik in het donker? Een single mum met huilbaby, oververmoeid door een eindeloze reeks slapeloze nachten? Een drugsbaron die de veiligheid van de nacht opzoekt voor zijn louche praktijkjes? Of een schrijver die zich graag omhult met duistere stilte voor het schrijven van zijn nieuwste misdaadroman?  Hoogst waarschijnlijk is het gewoon iemand die systematisch vergeet het licht uit te doen. Ik bedenk vervolgens dat de verrassing hoe dan ook komt bij de volgende elektriciteitsfactuur.   De flat waar het licht altijd brandt (2) – 19 december 2023 In de flat waar het licht altijd brandt, brandt het licht nog steeds altijd. Als ik opsta, check ik het. Het stelt me gerust, dat is alvast één zekerheid in mijn dag. Nog steeds weet ik niet wie er woont en waarom het licht nooit wordt gedoofd. Stiekem keek ik al op het naambordje. De gedachte om aan te bellen, spookt steeds vaker door mijn hoofd. Het wordt stilaan een drang. Die baby moet nu toch al minder huilen, de alleenstaande moeder is nu ongetwijfeld in a relationship of in iets dat complicated is. Die vermoeidheid moet zijn verholpen met een multivitaminekuur. Van de arrestatie van een drugsbaron of de publicatie van een nieuwe misdaadroman heb ik geen weet. Torenhoge elektriciteitsfacturen veranderden niets aan de realiteit: het licht is aan, altijd.  Vaak beeld ik me ook het onmogelijke in: dat het licht op een ochtend opeens is gedoofd. Nu leef ik met de prangende vraag:  wat zal ik doen als het licht niet meer brandt in de flat waar het licht altijd brandt?

Melanieke
8 0

De gouden oorbel

Fuck, ook dat nog. Tomas gromde. Stomme Veerle. Wie gaat nu in het bos wandelen met dure juwelen? Had ze toch wel een gouden oorbel van haar overleden oma verloren. Nu kon hij die gaan zoeken. Door de invallende duisternis zag hij nauwelijks een hand voor ogen. Hij trok zijn laars los uit de modder en rilde.  Liever was hij onder een dekentje in de zetel gekropen met een grote mok warme chocolademelk en enkele speculaasjes. De gedachte daaraan maakte hem nog kwader. Op Veerle maar ook op zichzelf. Was deze zoektocht echt nodig? Waarom moet ik per se bewijzen dat ik geen minnares heb? Dat die sms’jes aan Tamara niets betekenen? Een fijn contact met je ex is toch juist goed? Wie checkt trouwens de telefoon van zijn partner?   Hij probeerde zich te herinneren hoe ze waren gelopen. Waarom hebben we niet gewoon het betonnen wandelpad gevolgd? Hij stak de lamp van zijn oude Nokia 3010 aan. Dat kon die baksteen gelukkig nog net. Hier zijn we naar rechts gegaan, dan daar naar links, hier weer een beetje naar rechts. Plots stond Tomas stil. Hoorde ik nu net geritsel? Hij draaide zich om. Niets te zien. Ik zal het me wel verbeeld hebben. Hij zette enkele stappen. Dat geritsel weer. Word ik nu gevolgd? Tomas besloot het te negeren. Straks word ik nog paranoïde. Hij stapte koppig verder. Tot hier zijn we gelopen, daarna zijn we teruggedraaid.  Zag ik nu net een flits? Hij voelde een lichte paniek opkomen en versnelde zijn pas. We liepen hier naar links, dan bogen we af en daarna terug een beetje naar rechts. Alweer een lichtstraal. Nu was hij er zeker van. Hij begon te lopen. Die oorbel kan me gestolen worden. Ik koop wel een nieuwe. Aan het pad kwam maar geen einde. Dit klopt niet. Hier zijn we nooit geweest. Die lage struikjes heb ik nog nooit gezien.                                                                                                          Tomas besloot een eindje terug te keren in de hoop een herkenningspunt te vinden. Waarom wilde ik ook alweer geen smartphone? Ik had nu wel een GPS kunnen gebruiken.                      Dat licht weer. Plots zag hij een soort kleine vuurtoren naast de weg. Het leek wel het huisje uit Hans en Grietje maar dan in steen, niet in peperkoek. Daar komt dat licht dus vandaan. Nieuwsgierig sloop Tomas dichterbij. Hij keek rond. Niemand te bespeuren.                               Is dat de deur? Hij duwde er voorzichtig tegen. Kleren en een slaapzak. Een nachttafeltje en een opengeslagen boek. Hier woont iemand. Dat kan toch niet? Tomas kon zich niet bedwingen en stapte naar binnen. Een gasstelletje en enkele blikken witte bonen in tomatensaus. Een half opgegeten stuk brood. Twee paar Dr Martens en een verscheurde foto. Wat ruikt het hier raar.                                                                                Tomas zag nog een deurtje en duwde het open. De geur werd sterker, indringender, haast niet te houden. Hij bedekte zijn mond met zijn sjaal. Is dat een lichaam, onder dat doek?  Behoedzaam ging hij dichterbij. Hij schoof het doek een beetje weg, schrok van de plotse aanblik van het bleke vrouwengezicht met wijd open ogen en deinsde achteruit. Hij draaide zich om, wilde het op een lopen zetten en zag nog net iets blinken bij het oor van de vrouw.

Melanieke
0 0

Veldboeket

Vrijdag 10 november, 3u47, toonde het schermpje van de digitale alarmklok. Helena lag klaarwakker en met wijd open ogen in bed. Een luid gebonk had haar gewekt. Net nu Thomas op zakenreis was en ze voor het eerst een nachtje alleen sliep in hun nieuwe huis.  Ze vloekte stilletjes. Een beveiligingssysteem hadden ze overwogen maar uiteindelijk toch niet geïnstalleerd wegens te duur. Ze hadden zich immers al laten verleiden door een luxueuze sofa met bijhorend eikenhouten salontafeltje. Misschien was het de investering toch waard geweest? Nu lag ze daar. Alleen. Angstig was ze niet, eerder ongerust.  Zou er iemand beneden zijn? Zou een inbreker er met de mooie designsofa en het tafeltje vandoor zijn?  Ze overwoog vanuit bed de politie te bellen. Helena, doe niet zo kinderachtig, waarschijnlijk is het gewoon Rémy die van de kast is gesprongen. Zo sprak ze zichzelf moed in en besloot te gaan kijken.  Voorzichtig gleed ze vanonder het warme dekbed in haar pantoffels, griste haar badjas van het haakje aan de slaapkamerdeur en baande zich een weg naar de trap. Trede per trede sloop ze naar beneden, zorgvuldig de plekken vermijdend waar het hout zou kraken. Rémy, haar geliefde grijze Chartreux, lag vredig te ronken in zijn mand. Hij was het dus niet geweest. Vanop de laatste traptrede keek ze rond. In de ruime living met open keuken was niets of niemand te bespeuren. Alle meubels stonden ook nog keurig op hun plaats. Had ze gedroomd, zich het geluid gewoon ingebeeld? Ze voelde een koude windvlaag en rilde. Nu werd ze wel bang.                                                                                                                                        Plots zag ze dat de schuifdeur naar de tuin op een kier stond, net breed genoeg om de nachtelijke bries binnen te laten. Dat had ze zich alvast niet ingebeeld. Gauw trok ze de deur in het slot. Ze keek nog een keer rond in het lege huis. De maan zorgde voor juist voldoende licht om te zien dat alles rustig was.  Helena liep naar de keuken, vulde een glas met kraantjeswater en besloot terug naar bed te gaan. Vermoedelijk had Thomas de schuifdeur niet goed gesloten na zijn laatste sigaret. Ze voelde zich nu eerder geërgerd en best wel kwaad. Haar nachtrust verstoord voor niets voor zo’n prul. Ik geef Thomas onder zijn voeten als hij thuiskomt.   Na een halfuurtje woelen en draaien, viel ze uiteindelijk terug in slaap. Pas toen ze de volgende ochtend nog half slapend beneden kwam om koffie te zetten, merkte ze de enorme vaas met prachtig boeket veldbloemen op in het midden van de salontafel. Had die er vannacht ook gestaan? Plots hoorde zachte muziek. Your Song van Elton John. Hun liedje. Was dit wat ze dacht dat het was? Ineens voelde ze beweging achter zich. Twee sterke armen namen haar stevig vast. Ze draaide haar hoofd en zag het gezicht van haar lieve Thomas. "Ja, ja, ja !!!" Helena riep het nog voor Thomas iets kon vragen of zeggen. Hij lachte breed. Zijn nachtelijke plannetje was dan toch gelukt.

Melanieke
1 0

Oudejaarsavond - Nieuwjaarsdag

Oudejaarsavond Wat doe jij met de jaarwisseling?  Dé vraag die vanaf begin november gemiddeld drie keer per week komt. Mijn 15 jaar jongere ik kreeg er FOMO van. Ik zocht tot ik iets vond dat door kon gaan als leuk genoeg voor de avond van 31 december. En nu… Eerlijk? Nu heb ik er lak aan. Dat iedereen maar doet wat hij wil. Dat iedereen maar hard gaat feesten en zich lazarus drinkt. Dat iedereen maar lekker een nachtje doordoet.  Ik nestel me na het avondeten van 18u30 onder een deken in de zetel. Met een boek of Netflixserie, een grote mok thee. Laat. Mij. Allemaal. Gerust.                                                     Om 22u kruip ik in mijn bed. Oordoppen in. Geen vuurpijl of uitgelaten vreugdekreet krijgt me wakker.    Nieuwjaarsdag Ik heb er niets mee. Die lamlendige, lege dag waarop het leven stil ligt, het land slaapt. Ik start het jaar, élk jaar, monter en fris om 5u45. Boterhammetje en koffie. Wandelingetje daarna. Het is een dag zoals een andere.  Na het douchen onderga ik de verplichte huisbezoeken.  Geforceerd glimlachen naar familieleden die vermoeid in de zetel hangen. Liever waren ze in bed gebleven want vaak nog half dronken, brak van een nacht zonder slaap.                     Luister naar zatte nonkels, roddelende tantes, conversaties over de prijs aan de pomp, vastgoed en geplande citytrips.                                                                                                                 Eten dat vreten om te vreten wordt. Het derde stuk taart dat m’n strot uit komt na die afgezaagde gourmet of kaasfondue.                                                                                          Een stroom van onverstaanbaar voorgelezen, zeemzoet rijmende nieuwjaarsbrieven aan meters en peters in ruil voor een briefje van 20 euro.  Liefste peter, hoe meer ge mij geeft, hoe beter. Maar geeft ge mij niets, dan zijt ge mijne peter niet. 

Melanieke
11 0

Toverbal

Waar het altijd goed is, waar er kip aan het spit is, waar de kerk in ’t midden staat. Ik groeide op in de streek die Raymond van het Groenewoud zo liefdevol bezong. Op het Vlaamse platteland, in een stad die eigenlijk die naam niet waardig is. Heerlijk rustig was het er, zo tussen de varkensboerderijen en maïsvelden. Vlaanderen boven. Zo was het een traditie om elke zondagmiddag op de koffie te gaan bij de grootouders in een naburig dorp. Vaak met de auto maar bij mooi weer ook op de fiets. Dan maakte een bezoek aan Fons het uitstapje compleet. De lieve man baatte destijds een winkel uit in visgerief, op de hoek van het centrale plein. Open op zondag, al was dat niet zo duidelijk. Pas als er een klant binnenkwam, ging één enkele TL-lamp aan en verscheen de brave man in ruitjeshemd en debardeur. Zijn moeder in blauwe werkschort ging achter de toonbank staan.  Naast vislijnen en aas werden er ook conserven en drankjes verkocht. Ik had echter enkel oog voor het rek naast de kassa waar het schepsnoep stond uitgestald. Ik kreeg een plastic bakje en mocht dat opvullen met smoelentrekkers, lange matten, perziken, aardbeien met en zonder suiker, kikkertjes, smurfen en colalollies. Heerlijk, heerlijk. Een zakje vol voor 20 frank.  Het summum was de toverbal, zo’n hele grote witte met spikkeltjes. Je kent hem wel, hij heeft van die gekleurde laagjes en laat een wit laagje achter op je tong. Je likt en likt en likt tot je écht niet meer kan. Dan ligt hij daar op een bordje te wachten tot de volgende dag. Wat ik als tienjarig meisje haast magisch vond, is nu wansmakelijk.  

Melanieke
0 0

Het appartement in Athene

Athene op een ochtend in februari. Ik kijk naar de twee citroenbomen in de tuin. Het wordt langzaam licht, veel vroeger dan in België. De zon schijnt al. Natuurlijk. Ik kook water voor sterke instantkoffie en een bord havermoutpap. Een schep Griekse yoghurt erbij en een sinaasappel. Ik ga zitten en vind langzaam mijn routine in het nieuwe oude appartement in Athene.  Ik schakel de elektrische waterboiler in omdat ik binnen 20 minuten wil douchen en denk terug aan  de vorige avond. De hartelijke verwelkoming door buurvrouw Maria. Met veel gebak en chocolaatjes. Griekse gastvrijheid en nieuwsgierigheid liggen dichtbij elkaar. Geduldig wachtend tot de tank van 80 liter voldoende warm water bevat, maak ik nog mijn dagelijkse sudoku op de app van De Morgen.  Dan baan ik me een weg naar de douche. De vouwdeur van de badkamer werd reeds verwijderd. In afwachting van een volle deur verwittigen we elkaar dan maar als we naar de wc moeten.  Ik word stilaan gewoon aan de logge, oude stoelen met foute bekleding, de uitklapbare salontafel, het bijzettafeltje met de porseleinen vaas en bloemen in glas, de herderspostuurtjes op de eikenhouten kast, het Chinese theeservies met veel te veel kopjes. Dit zou op Camping Flamingo vintage zijn. Prijzen tot 100 euro niet vreemd.  De nieuwe airfryer van Xiaomi staat te pronken op het aanrecht. Glanzend wit en vierkant met bijhorende app. 24u op voorhand te programmeren én met 100 eenvoudige recepten. Van een stijlbreuk gesproken. 

Melanieke
5 0

Hoe het zou zijn om te roken

De medische wetenschap staat verder dan ooit tevoren. Recente ontdekkingen en moderne technieken laten ons toe kanker en andere ziektes steeds beter te behandelen. Nooit eerder waren we ons zo bewust van ons eigen lichaam. Nooit eerder wisten we zo goed hoe we onszelf moeten verzorgen. De maakbare mens in een krampachtige poging om zo oud mogelijk te worden.  Op bakfietsen en voorzien van katoenen zakjes halen we dus boodschappen bij de verpakkingsvrije biowinkel. Onbespoten en van de korte keten, met respect voor boer en dier. Daarna trekken we het bos in voor een wandeling of gaan we naar de yogales. Want aarden en dichtbij onszelf blijven in het “nu” schijnen cruciaal te zijn.    In deze tijd van gezondheidshypes à la ginger shots, collageenpoeder en botox overweeg ik geregeld te beginnen met roken. Hoe zou het zijn om een sigaret op te steken? vraag ik me af. Gewoon, ’s morgens, net uit bed met een verse pot koffie. De balkondeur open, een aansteker zoeken en dan eens goed trekken aan die eerste sigaret van de dag.  De dwarrelende rook in de koude ochtendlucht heeft iets romantisch. Het doet denken aan de affiches voor Hollywoodfilms uit de jaren 50. Toen roken nog stoer en sexy was. Toen nog niemand stilstond bij Fumer tue en de zieke longen op het pakje.  Nu klinkt dit bijna als vloeken in de kerk. Hoogstens kom je nog weg met vapen. Dat elektrisch gedoe met veel stoom en kauwgomballengeur. Verstokte rokers zijn verbannen. Je vindt hen tegenwoordig in een kamertje op het eind van de gang of verregend in een hoekje van de binnenkoer. Hun glorietijd is voorbij.  

Melanieke
0 0

Opleiding

Licentiaat in de Taal- en Letterkunde, Romaanse talen (Frans-Italiaans)

Master in de Bedrijfscommunicatie

Geaggregeerde voor het secundair onderwijs

Diverse schrijfcursussen bij Wisper en Creatief Schrijven