ik ben naar de andere kant gelopen
op stiletto's en kort gerokt
door straten waar vroeger niemand naar me keek
tussen madeliefjes over betonnen tegel
fluit ik naar een man die was
er blikken ogen achter vensters
ze tikken vingers tegen raam
de vrouwentongen aan deze kant staan niet in potgrond
ik stift de lippen en loop terug