De antwoordput

bobcom
6 mrt 2022 · 7 keer gelezen · 0 keer geliket

“Ik heb een vriend die in de put zit.” Zo zou je een gesprek kunnen beginnen wanneer je zelf iemand om raad wilt vragen. Of je hebt echt een kennis die in de penarie zit en die je wilt helpen. In elk geval: je zoekt iemand op die het beter weet dan jij en vertelt dan een verhaal over die kennis (of over jezelf). En degene die je hebt opgezocht komt met oplossingen, allemaal goedbedoeld, en meestal gepareerd met een “ja, maar”. Een situatie die de meesten wel zullen herkennen.

Voor Johan zouden de zaken anders hebben gelegen. Om te beginnen wist Johan niet of hij wel vrienden had. Er waren vast wel mensen die het terloops over hem hadden als “mijn vriend Johan”, maar dan moest er eerst een onderwerp ter sprake komen dat Johan speciaal maakte. In een gesprek worden vrienden nu eenmaal vooral genoemd om de spreker een plaats te geven. Wie rijker bedeeld is met bewonderenswaardige eigenschappen krijgt eerder de status van vriend, de minder opvallenden blijven kennissen.
Johan had niets wat hem speciaal maakte, en bracht het meestal niet verder dan “een kennis”. Hij had gewoon zijn hele leven gedaan waar hij goed in was: feiten verzamelen waar niemand op zat te wachten, en die neerschrijven in publicaties waar ook niemand op zat te wachten.

 Als Johan vóór zijn pensioen gestorven was dan zou hij waarschijnlijk best tevreden met zijn leven zijn geweest. Maar hij bereikte de pensioengerechtigde leeftijd en kreeg niet langer opdrachten voor het verzamelen van nutteloze feiten en het schrijven van even nutteloze publicaties. Om de dagen te vullen ging hij op eigen houtje feiten verzamelen en hij deed dat zoals hij zijn werk altijd had gedaan: vol overgave. Binnen de kortste keren had hij dossiers vol informatie over ambtsdragers, besmettelijke ziekten,  chemische bestrijdingsmiddelen, en zo het hele alfabet door tot en met ijskappen en zwarte gaten aan toe. En elke keer als hij weer een dossier had doorgespit wilde hij niets liever dan wat hij had gevonden in een publicatie verwerken.

Alleen zat niemand meer op Johan’s werk te wachten. Er waren geen opdrachtgevers en collega’s meer die geld konden verdienen met wat hij gevonden had, en geen geld betekent geen interesse. Een tijdlang vond Johan vertroosting in het cliché van wandelaars en fietsers: “het gaat niet om de bestemming, maar om de reis ernaartoe”. Hij onderzocht dingen uit nieuwsgierigheid, zo hield hij zichzelf voor, en hij schreef ze op omdat het uiteenzetten van zaken hem plezier verschafte. Maar diep van binnen wist hij wel beter. Het ging wel degelijk om de bestemming, een leuke reis is hoogstens de helft van je vakantie . Hij had dingen gevonden die nuttig konden zijn voor de wereld, moest die wereld dat dan niet weten? Zodat tenminste een paar mensen wisten wie Johan was, en wat hij gevonden had? Net als vroeger zijn opdrachtgevers en de enkele collega’s met wie hij had samengewerkt?

Maar zo zat de wereld niet in elkaar. Niemand kende Johan, en Johan kende niemand. Hij deelde zijn bevindingen met kennissen, stuurde zijn publicaties naar kranten en zelfs kamerleden. Maar de kamerleden namen niet eens de moeite om te antwoorden, de kranten stuurden steeds lulliger afwijsbriefjes en toen helemaal niets meer, en ook de reacties van zijn kennissen werden steeds lauwer. Op het laatst leek het wel of ze hem helemaal niet hoorden als hij weer eens enthousiast over een recent stokpaardje begon.

Daardoor raakte Johan gaandeweg steeds dieper in de put. Toen hij nog optimistisch was over zijn nieuwgevonden levensvervulling had hij alles wat hij had geschreven op het internet gezet, zodat hij daar altijd naar kon verwijzen. Maar toen niemand interesse had gehad was daar de klad in gekomen. Hij betrapte er zich er steeds vaker op dat hij geen zin had iets uit te zoeken, laat staan daar ook nog een publicatie aan te wijden. Dan zat hij lusteloos voor zich uit te staren, of zwierf door de omgeving zonder er iets van te zien. 

Zo ook op de dag dat hij bij de waterput belandde. Op het nieuws en in de krant was weer gerept van talloze problemen en bedreigingen. Johan was afgehaakt. Hij was tot de slotsom gekomen dat problemen niet bestonden: ze werden alleen zo genoemd om kijk- en oplagecijfers op te krikken of mensen geld uit de zak te kloppen via, heffingen, bijdragen of wat dan ook. Een mens had geen hoger doel dan ervoor te zorgen dat alles bij het oude bleef, desnoods tot op het moment dat de aarde een ontvolkte planeet zou zijn waarop ruïnes en hopen plastic naar het verleden verwezen. Misschien met nog wat rudimentair leven, dat koolzuurgas kon ademen en zich met afval kon voeden, en een paar biljoen jaar mocht doorvegeteren tot het moment dat een exploderende zon de planeet tot een magmabal zou reduceren. Niemand zat intussen te wachten op de bevindingen van ene Johan. Hij was afgeschreven, een soort naslagwerk waar niemand meer in keek en dat net zo goed bij het oud papier kon worden gezet.

Door zijn gesomber had hij de oude waterput niet eens opgemerkt. Ooit was het de watervoorziening van een nu eveneens volledig vervallen villa geweest. Een kale vijgenstruik drong zich ernaast omhoog, De halfopen ijzeren deksel lag onwrikbaar vast. Toen Johan de put zag, liep hij eropaf en keek in de diepte. Hij riep zijn eigen naam, maar er schalde geen “Johan” terug, alleen stilte. Zelfs daar krijg ik geen antwoord, dacht hij. Ik kan net zo goed in die put gaan zitten en als iemand dan iets naar beneden roept roep ik terug hoeveel megaton koolzuur er de afgelopen week is uitgestoten of zo. Onwillekeurig grinnikte hij. Kan ik nog furore mee maken, dacht hij, als ik er een bordje “Antwoordput” bij zet. Misschien een project van maken, met een YouTubekanaal of zo…

Toen hij zich omdraaide om terug naar huis te gaan was zijn stemming een stuk opgeklaard. Over een paar biljoen jaar maakt het toch niet uit of iemand mij heeft gehoord of niet, dacht hij. Dus waarom nu wel? Ik kan altijd nog in de put gaan zitten…

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

bobcom
6 mrt 2022 · 7 keer gelezen · 0 keer geliket