de leegte dient
voor de oneindigheid
ik houd me nog
voor even vast
aan het tijdelijke
verlies
de hoop
dat ik je straks zal zien
dat ik horen kan
het koppige getok
van de specht
hij kent die schrik niet
die insekten voelen
het is
vandaag te warm om aan verlies te denken
dat iets
met de zomer straks
verdwijnen zou
in de put
van de oase wachten kuit drie kikkervisjes op
de overstroming die niet komen wil
schat jij kent
het overleven weet
de stengels groeien die niet plooien willen
voor het pemanent verlies
eerst
wil ik nog
Tibetaanse
vlaggetjes planten op de toppen van geluk
ik wil
weemoed
fado haperende
plaatjes liefs met je verzamelen
niet bang zijn van het stof
de resten in de toekomst
want ik heb nog
maïszetmeel
voor de smeltende minuten morgen maandag
koop ik in de apotheek wat
bloedverdunners voor het zwijgen
voor die blauwe lippen
uit de reeks 'Waanhoop'