De chauffagist

16 sep. 2022 · 17 keer gelezen · 0 keer geliket

Een volkswijsheid, nu ja wijsheid, stelt dat lelijke ouders mooie kinderen krijgen. Lelijkheid  is een rekbaar begrip. Schoonheid betreft evenzeer de innerlijke mens.
Wie zijn uiterlijk niet mee heeft, onderscheidt zich vaak op andere vlakken en zal voorkomen weerzin op te wekken.

Wij wonen in een opgeknapte huurwoning. Opknappen betekent hier het plaatsen van een badkamer en een verwarmingsinstallatie. De stookolieketel staat in een nieuw aangebouwde garage. Zodra koning winter zijn intrede doet, laat de verwarming het afweten. Omdat het te duur is voor de krenterige huiseigenaar  wordt de installatie  niet onderhouden door een gespecialiseerd bedrijf uit de omgeving, maar door een figuur, die men moeilijk als moeders mooiste kan bestempelen.
De kinderen schrikken en verstoppen zich wanneer de man aanbelt: groot met rode piekharen, ongeschoren, een bril die op het puntje van zijn neus staat waardoor de loensende ogen nog meer opvallen,  een slecht gebit waarin meerdere tanden ontbreken en een mond waaruit een putachtig geurtje opstijgt. Het beeld wordt  vervolledigd door vieze handen en een gore overall. Ik ben niet van het discriminerende type, god weet wat een bekwame technieker staat hier voor mij?
Terwijl  ik mijn eerste gevoelens van walging onderdruk, toon ik de installatie.
Ik ben ook niet van het type dat op de vingers van iemand blijft kijken terwijl hij aan het werk is, dus laat ik de man zijn gang gaan.
Even later, staat hij in de keuken en vraagt of hij het toilet mag ‘bezigen’.  Na een tiental minuten stapt hij terug naar de garage en laat op alle deurklinken sporen van zijn vettige handen na. Bij een korte inspectie blijkt dat hij zijn grote boodschap op het toilet niet heeft doorgespoeld.  Het onaangeroerde handdoekje is nog kraaknet.
Opnieuw onderdruk ik mijn gevoelens van weerzin. Ik vraag of hij haast klaar is met de reparatie en voeg er terloops aan toe hoe onaanvaardbaar het is dat een nieuwe installatie het zo snel begeeft. Hij lacht zijn vergeelde tanden die hem nog resten bloot en zegt dat hij in de Rosse buurt, waar hij klant aan huis is, ook niet altijd waar voor zijn geld krijgt.  
Als jongeling kwam ik al eens voorbij een oord van lichte zeden. De meisjes keken mij steeds liefelijk aan.  Eén van hen heette Mireille  en ik was unilateraal verliefd op haar.  Ik moet er niet aan denken dat deze viespeuk ooit iemand als zij in zijn klauwen krijgt.

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

16 sep. 2022 · 17 keer gelezen · 0 keer geliket