Beste dagboek,
Er hingen nog altijd gewichtjes aan mijn oogleden op het moment dat ik na de derde snooze uit bed strompelde. We zijn ondertussen twee weken verder, maar ik moet nog altijd aan hem denken. Zijn glimlach, de manier waarop hij in zijn kist rust uitstraalde, de laatste keer dat ik hem iets toevertrouwde terwijl iedereen al weg was op het kerkhof. De dood van opa viel me ook vanochtend weer zwaar. Spijtig genoeg kon een hete douche dat rotte gevoel niet wegspoelen.
Het eerste lesuur viel nog mee. Tijdens de toets van WO liep ik rustig de klas rond. Mijn gedachten dwaalden af naar het koolmeesje dat op de vensterbank was komen zitten. Het observeerde Jens die zijn toets veel te snel aan het invullen was en plots riep: “Ik ben klaar!” Hoe dikwijls had ik hem al niet gezegd om niet door de klas te roepen. Ik liet het voor één keer zo…
De wiskundeles was een rommeltje. Mijn instructie ben ik drie keer herbegonnen, onderbroken door de secretaresse met een vraag over de warme maaltijden en de directie die een pestprobleem kwam aankaarten. Het gezellige geroezemoes tijdens het maken van de oefeningen vloeide ongemerkt over in luid gejoel. “Mag ik naar toilet?” Twee pennenzakken vallen op de grond. “Juuuf! Juuuuf!” Ik barst: “Kan iedereen verdomme eens stil zijn?” Saved by the bell!
Had ik zonet gevloekt tegen de kinderen? Ik sleepte mezelf naar de leraarskamer in de hoop dat een fletse kop koffie die krop in mijn keel kon wegspoelen. De blik van Aïda kruiste de mijne. Ze merkte onmiddellijk dat mijn emmertje overgelopen was. Een knuffel… en dan die bevrijdende woorden: “Zal ik jouw klas het komende uur overnemen? Ik heb toch een springuur.” Wat zou ik niet zijn zonder die schatten van collega’s? Jullie maken deze job zoveel fijner dan hij al is!
Dankjewel allemaal!
juf Dina uit Oost-Vlaanderen