Dagboek van een leerkracht

Teksten

Coronacommunicatie

Beste dagboek, Maar vooral beste meneer Ben Weyts, Als directeur van een basisschool met 535 leerlingen heb ik de voorbije periode samen met mijn team mijn uiterste best gedaan om met uw verwachtingen en die van de onderwijspartners om te gaan. Dankzij een wendbaar en flexibel team schakelden we in no time om naar afstandsonderwijs. We combineerden dit met het organiseren van noodopvang en zorgden dat ouders uit de cruciale sectoren konden blijven werken terwijl wij hun kinderen in de watten legden op school. We motiveerden ouders en leerlingen om het afstandsonderwijs te laten werken. Als directeur werkte ik de weekends door en was het mij nooit teveel om tot 's avonds laat kaders te ontwikkelen, nieuwe planning uit te schrijven, filmpjes te maken en personeel en ouders te voorzien van correcte communicatie. Na de paasvakantie ontwikkelde u samen met de onderwijspartners preteaching en opnieuw werd het schakelen, bijsturen en ontwikkelen. U maakte het ons niet gemakkelijk door steeds eerst de media in te lichten en nadien pas het werkveld in te lichten over de wijzigingen. Dat zorgde er nogmaals voor dat ik vaak 's avonds laat nog kon werken om ouders en personeelsleden te voorzien van een correcte communicatie want zowel u als diezelfde onderwijspartners geven in de media niet altijd de correcte informatie mee.Maar geen probleem we blijven gemotiveerd en nemen onze taak als motivator op en doen dit hoofdzakelijk voor onze leerlingen. Bovendien zoeken we zelf nog naar laptops en tablets om zo iedere leerling te kunnen laten genieten van afstandsonderwijs. Van uw project heb ik geen laptop gezien in mijn school. Maar geen probleem we doen dit met plezier voor onze leerlingen. Iets later bereidt u samen met de onderwijspartners het exitscenario voor het onderwijs voor. Voor de zoveelste keer wordt weer eerst de media ingelicht en moet ik als directeur van een school net zoals iedereen de nieuwe richtlijnen vernemen via de pers. Samen met het wendbare team beginnen we aan het voorbereiden van de heropstart van onze school: klassen verhuizen want de GEES wil social distancing in de klas en op de speelplaats, signalisatie aanbrengen, éénrichtingsverkeer in de gebouwen organiseren, handgel-desinfecterende gel-mondmaskers-koortsthermometer-faceshields...aankopen, leerkrachten van klas laten veranderen, essentiële doelen bepalen voor het eerste, tweede en zesde leerjaar tot het einde van het schooljaar, noodopvang organiseren, afstandsonderwijs blijven organiseren, een nieuwe procedure ontwikkelen voor brengen en komen halen van de kinderen, een poetsschema uitschrijven dat zorgt dat twee maal per dag alle contactpunten gereinigd worden en ieder lokaal dagelijks nat gepoetst wordt.... en dit alles met een team waarvan ook collega's zich in een risicogroep bevinden en dus enkel van thuis uit kunnen werken. Maar geen enkel probleem. We werken weer eens een weekend door, offeren onze avonden op en gaan met volle moed en energie er tegen aan want we zijn wendbare en zelfsturende teams. Amper 3,5 lesdagen later maakt u een evaluatie. U verkondigt dat het onderwijsveld aangeeft dat we meer klassen kunnen openen. U vergeet er wel bij te vermelden dat we ook aangaven dat dit enkel kon als de veiligheidseisen soepeler werden (lees: social distancing in de klas). Samen met die onderwijspartners beslist u om plots alle leerlingen naar school te halen. Bij vele ouders/kiezers bent u de held maar in het onderwijsveld bent u echter zeer ONGELOOFWAARDIG. Voor wie neemt u ons eigenlijk? Zonder schroom verkondigt u samen met de onderwijspartners dat er nu 20 leerlingen in een klas kunnen in de lagere school. Waar zijn die scholen met klaslokalen van meer dan 80 vierkante meter? Bent u samen met die onderwijspartners al eens in een school geweest de laatste tijd? Had u en de GEES dit een week eerder niet kunnen bedenken? En ook nu weer komt u met uw nieuwe plan eerst in de media en daarna naar het onderwijsveld. Of zullen de regels nog eens tien keer wijzigen voor dat het 2 juni is? U doet dat ook nog eens in een verlengd weekend want dan hebben de directeurs tijd om alles aan te passen. Ja, ook wij in het onderwijsveld zijn heel blij dat alle kinderen terug naar school kunnen komen. Dit scenario hadden wij al bedacht in de paasvakantie maar wie luistert er naar ons? Beste minister, ging u ons beroep niet opwaarderen? Hebt u er al eens aan gedacht om de directeurs basisonderwijs beter te ondersteunen?Was er geen masterplan in Vlaanderen voor het basisonderwijs? Al jaren moeten we horen dat we in het onderwijs staan voor de vele vakantiedagen. Premier Wilmès bezocht onlangs een ziekenhuis in Brussel en het verzorgend personeel keerde haar de rug toe. Ik vrees dat het onderwijzend personeel niet eens naar buiten zal komen als u op bezoek komt. Maar weet u wat ik zo dadelijk ga doen? Ik kruip opnieuw met volle moed en met 150% enthousiasme achter mijn laptop om het beste plan heropstart 2.0 uit te schrijven. Om zo mijn leerlingen maximaal op school te krijgen. Ik zal opnieuw mijn wendbaar team enthousiasmeren om hier nog maar eens hun schouders onder te zetten want wij doen deze job toch enkel voor de vele vakantiedagen. En dat doen we niet voor u en niet voor de onderwijspartners maar wel voor onze 535 leerlingen en hun ouders! Tim Stiers, directeur uit Landen

Dagboek van een leerkracht
16 0

Applaus!

Applaus, dagboek! Of toch niet… De krantenkoppen schreeuwen het! De minister is fier! De scholen gaan terug open….Of toch niet… Want er is iets mis met dit compromis. Mijn afgelopen maanden kan je vergelijken met een kleine rollercoaster: constante reorganisatie, ongeruste ouders, enthousiaste en vermoeide collega’s en vooral veel WIFI-problemen. Ik had, samen met 16 000 artsen https://bit.ly/36lTtaR, gehoopt dat het basisonderwijs zijn deuren ging openzetten met als motto “Het nieuwe normaal: kinderen mogen meer dan volwassenen”. Weg met de bubbels en de anderhalve meter! Voor kinderen althans. Maar de logica van 16 000 artsen werd niet gevolgd door de minister en de onderwijspartners. Ik hoor minister Weyts graag zeggen: “Die drie leerjaren komen de ene dag en die drie de andere dag.” of “Er mogen nu tot 20 lagereschoolkinderen in een lokaal zitten (als ze wel elk hun 4 vierkante meter hebben).” 🦠Het feit is, meneer de minister, dat het nu al zeer krap was om al uw bubbels een momentje speeltijd te geven in een van de verschillende vakjes op de speelplaats. Wat als 12 kleuterbubbels nu ook nog eens speeltijd moeten hebben?🦠Het feit is, meneer de minister, dat niet al mijn lokalen groot genoeg zijn om volgens de normen een klas van 25 leerlingen te ontdubbelen. Als ik ze in drie moet splitsen, kan ik nog minder kinderen naar school laten komen en heb ik nog meer leerkrachten nodig. Welke school heeft trouwens lokalen van 88 vierkante meter om een leerkracht en 20 kinderen in onder te brengen?🦠Het feit is, meneer de minister, dat als de helft in de voormiddag komt en de helft in de namiddag, mijn leerkrachten en mijn onderhoudspersoneel ’s middags alles moeten poetsen. Gaat het niet heel druk zijn aan de schoolpoort als alle ouders ’s middags hun kinderen brengen én komen halen? Ik hoop dat de Veiligheidsraad wél naar die 16 000 artsen gaat luisteren en komaf maakt met dit kladwerk, want ik krijg er een een punthoofd van. O ja, lieve ouders, wij willen heeeeeeeeeeeeel graag dat jullie kind morgen weer naar school komt. De mooie woorden van de minister hebben jullie zeker al doen dromen. Sorry dat vele scholen deze droom zullen moeten doorprikken, want alle kleuters (voltijds) en alle lagere schoolkinderen (halftijds) naar school laten komen én daarnaast opvang voorzien is een utopie. Daarvoor hebben we te weinig plaats, tijd en personeel.Dàt, meneer de minister, had u mogen vertellen in het journaal. Want nu ben ik de pineut die vanaf maandag iedereen mag wakkerschudden! Gegroet! Veva, directeur uit Vlaams-Brabant

Dagboek van een leerkracht
13 0

De collega

Beste dagboek,Er hingen nog altijd gewichtjes aan mijn oogleden op het moment dat ik na de derde snooze uit bed strompelde. We zijn ondertussen twee weken verder, maar ik moet nog altijd aan hem denken. Zijn glimlach, de manier waarop hij in zijn kist rust uitstraalde, de laatste keer dat ik hem iets toevertrouwde terwijl iedereen al weg was op het kerkhof. De dood van opa viel me ook vanochtend weer zwaar. Spijtig genoeg kon een hete douche dat rotte gevoel niet wegspoelen.Het eerste lesuur viel nog mee. Tijdens de toets van WO liep ik rustig de klas rond. Mijn gedachten dwaalden af naar het koolmeesje dat op de vensterbank was komen zitten. Het observeerde Jens die zijn toets veel te snel aan het invullen was en plots riep: “Ik ben klaar!” Hoe dikwijls had ik hem al niet gezegd om niet door de klas te roepen. Ik liet het voor één keer zo…De wiskundeles was een rommeltje. Mijn instructie ben ik drie keer herbegonnen, onderbroken door de secretaresse met een vraag over de warme maaltijden en de directie die een pestprobleem kwam aankaarten. Het gezellige geroezemoes tijdens het maken van de oefeningen vloeide ongemerkt over in luid gejoel. “Mag ik naar toilet?” Twee pennenzakken vallen op de grond. “Juuuf! Juuuuf!” Ik barst: “Kan iedereen verdomme eens stil zijn?” Saved by the bell!Had ik zonet gevloekt tegen de kinderen? Ik sleepte mezelf naar de leraarskamer in de hoop dat een fletse kop koffie die krop in mijn keel kon wegspoelen. De blik van Aïda kruiste de mijne. Ze merkte onmiddellijk dat mijn emmertje overgelopen was. Een knuffel… en dan die bevrijdende woorden: “Zal ik jouw klas het komende uur overnemen? Ik heb toch een springuur.” Wat zou ik niet zijn zonder die schatten van collega’s? Jullie maken deze job zoveel fijner dan hij al is! Dankjewel allemaal! juf Dina uit Oost-Vlaanderen

Dagboek van een leerkracht
7 0

Buiten!

Liefste dagboek,Het was weer zover! Een slaande deur en weg was hij. De trigger van deze woedeaanval? Daar had ik het raden naar... maar Leon was voor de zoveelste keer de klas uitgelopen. Ik hoorde hem met geërgerde stappen de trap aflopen. De deur naar de speelplaats gaf een luide knal. Voor de zekerheid stuurde ik Halima achter hem aan. Enkele minuten later keerde ze terug met de boodschap dat Leon zijn ‘vluchtroute’ genomen had. Hij kwam tot rust in het time-outtentje bij de zorgcoördinator.Het deed me terugdenken aan de verdwijning van Radja. Nooit vergeet ik de angsten die ik toen heb doorstaan.Ik was net gestart als leerkracht. Mijn grootste werkpunt: de klas tot rust brengen. Een paar leerlingen, waaronder Radja, vonden het hilarisch om me uit te dagen. Zelf had hij een kort lontje én een klein hartje.Agenda’s invullen... het grootste rommelmoment van de dag. Hij vond het nodig om net dan luidkeels te protesteren tegen huiswerk.“BUITEN!” Dat waren mijn woorden. Toen ik iets later met hem wilde praten, was hij verdwenen. Hij had mijn uitval heel letterlijk opgevat en was de school uitgelopen.Urenlang hebben we hem gezocht. Verschillende doemscenario’s spookten door mijn hoofd. Een ongeval? Of erger... ontvoerd? Vergeet niet dat we ons in het post-Dutroux-tijdperk bevonden.Om 21.30 uur kregen we het verlossend telefoontje van zijn ouders. Ik barstte in tranen uit. De jongen had zich verscholen in een afgelegen boomhut. Hij was bang voor de reactie van zijn ouders op de nota die ik in zijn agenda zou schrijven. Uiteindelijk had hij besloten om naar huis te gaan, maar was verloren gelopen. Een vriendelijke buschauffeur had hem opgepikt en thuis afgezet.Sindsdien heb ik geen kind meer uit de klas gezet.Juf Evelyn uit Antwerpen

Dagboek van een leerkracht
2 0

26 mei

Pfffff dagboek,   In al die jaren heb ik veel ideeën en ministers zien passeren. En neen, ik ben geen ouwe taart die tegen verandering is! Ik heb elke onderwijsverandering omarmd met één en hetzelfde doel: een betere school creëren voor mijn leerlingen. Toch heb ik keuzestress voor 26 mei, omdat de blokkentoren op hol geslagen is.   Elke onderwijsminister geeft zijn opvolger een mooie blokkentoren cadeau. Op een stuntelige manier bouwt elke volgende minister verder in de hoogte. In plaats van de fundamenten te verstevigen. De toren staat wankel, maar houdt stand.  De ene minister plaatst blokken langs de rand om alles terug in evenwicht te brengen. Terwijl de andere er hier en daar een blokje tussenuit haalt. De onderwijstoren doet sterk denken aan een gigantische Jenga. Het bouwwerk lijkt te veranderen, maar fundamenteel blijft het hetzelfde.    Iedereen kijkt vol verwachting uit naar de minister die de fundamenten van dit knutselwerk zal aanpakken. Even lijkt dat ook zo: de mooie inclusiegedachte zal de toren verstevigen aan de basis. De minister breekt alles af en gebruikt nieuwe blokken als fundament. Maar door besparingen kan ze enkel cilindervormige blokken kopen.  In plaats van die blokken als statige zuilen te gebruiken, zoals bij de Akropolis, legt ze ze op hun zijkant. En tot ieders verbazing bouwt ze bovenop die onstabiele fundamenten de oude toren gewoon weer op. Het doet me een beetje denken aan die aflevering van De Mol, waarin Elisabeth haar blokkenbouwsels maar niet onder controle WIL krijgen.   Het resultaat: ons onderwijs loopt nu niet op rolletjes, maar is op hol geslagen. Daarom wil ik zondag liever iets anders doen dan bolletjes kleuren. Ik neem zondag een alcoholstift uit mijn zak en schrijf op de stemcomputer:    “Liefste onderwijsminister-to-be,  Maak die blokkentoren gelijk met de grond! Hij rolt, brokkelt af en valt bijna om. Wees wijs en doe niet zoals uw voorgangers: zoek eerst een architect die stevige fundamenten voorziet, vooraleer u begint te bouwen!“   Nele uit Vlaams-Brabant

Dagboek van een leerkracht
9 0