vlinders dansen rond de struik
doen zich te goed aan nectar
openen en sluiten de vleugels
stil zitten ze en wiegen toch mee
met de wind ik observeer
het ritme van beweging
vleugels veren op en neer
en op en neer als hartgeklop van ogen die
zich openen en sluiten
zo verstild zit jij
kijk voorzichtig naar je op
zie je voeten het radioritme tikken
je benen wiegen mee
toch overstemt muziek
de stilte niet
een voorzichtig onderzoek
naar je stille staren, je ogen
eigenlijk hebben we nooit geweten
wat je denkt,
wat je voelt
Je licht me je systeem toe;
nieuwe titels van oude bekende artiesten.
Je weet wat je wil;
het laatste nieuwe.
Muziek is onze taal die jij koos.
Als ik zeker wist dat ik alles zou vinden in je blik,
durfde ik misschien langer staren.
Ik besluit dat dat ongepast is en egocentrisch;
deze vlinderstruik woont in mijn buik,
niet in de jouwe.
Ik kijk weer naar de struik voor ons
en tel voor t gemak
met hoeveel ze daar af en aan vliegen
vraag me af waar ze zijn als ze daar niet meer zijn?
Betrapt op alweer een associatie op eindigheid...
Deze vlinders houden binnenkort gewoon een winterslaap.
Ik klap mijn gedachten dicht
en wieg
mee met de wind.