Zijn blad glanzend en scherp, de steel gaaf en glad. Mijn nog onervaren handen strelen dit schitterend instrument, als om het moed in te spreken: zet je schrap, hier komt het, de eerste steek in rasechte polderklei.
Zoals ik het mijn grootoom altijd heb zien doen, zet ik beide voeten stevig en een beetje uit elkaar op de zompige grond. Met al mijn kracht hei ik mijn gloednieuwe spade in de zware klei. Twee vingers diep zakt het blad, en niet verder. Ik wrik hem er weer uit en steek de spade opnieuw stevig in de kier die ik net heb gemaakt. Met mijn voet op het blad en mijn hele gewicht ga ik nu zowat op de spade staan. Dieper zakt het blinkende blad in de donkere aarde. Wanneer ik de spade nu omhoog krik, bid ik stilletjes dat de steel niet zal afbreken. Maar hij is van goeden huizen, mijn spa. Een hele kluit komt los. Die keer ik om en herbegin.
‘In het zweet uws aanschijns zult gij werken’. Zoveel is duidelijk, een moestuin zet je niet klaar in een handomdraai en een groentenbed moet nu eenmaal bewerkt worden voor je er het kostbare zaad in kwijt kunt. Na ettelijke omgekeerde aardkluiten, spa in de grond, met beide armen geleund op het handvat én met het zweet op de rug, overschouw ik mijn eerste kleine moestuin. Ik wil de blaren die op mijn handen beginnen te kniezen niet voelen. Eén met de aarde en haar groeikracht, dat is waar het om gaat. Maar niet getalmd. Er moet nog gevoed worden met compost. En dan die dikke kluiten klein krijgen. Want zaaien op een veldje vol blokken gaat ook niet. Met mijn intussen al geroutineerde spade hak ik de kleibrokken nog eens door en dan eggen en harken. Tot de zwarte aarde murw en ontvankelijk is, klaar voor de sla en de erwtjes, de peterselie en ajuintjes, een beetje kool en tomaten…
Terwijl de avondzon achter wat wolken verdwijnt, hurk ik uiteindelijk neer en kijk voldaan naar dat veelbelovend stukje grond. Mijn spade staat trouw naast me. Het blad vol knoesten klei, de steel al even zwart als mijn handen. Weer aai ik hem even en voel onze verbondenheid. Samen kunnen we die koppige grond wel aan. Samen zorgen we voor een mooie oogst.