Ik was nauwelijks vertrokken en voelde me al uit de mode. Mensen schudden de nieuwe sporten zo uit hun mouw. Een kerel deed op de terugweg van de supermarkt met een zelfvoldane smoel aan aardappelzakheffen. Die betaalt van zijn leven geen fitnessabonnement meer.
Twee zussen gaven een nieuwe dimensie aan snelwandelen. Ze droegen jassen zonder mouwen en mutsen in bijpassende pastelkleuren waaronder ze zorgvuldig zoveel mogelijk haar hadden laten uitsteken. Hun benen waren gehuld in hun mooiste pyjamabroeken, net niet doorkijk en zonder onderbroek. Ze gingen eigenlijk niet erg snel.
Hun bolle billen brachten me zo in de war dat ik een willekeurige voorbijganger veel te enthousiast begroette. Tot mijn grote angst was het een man met dwerggroei. Ik zag dat hij zich positief gediscrimineerd voelde, maar ik wist dat elke uitleg alles alleen maar erger zou maken.
Op de terugweg stond ik voor de overweg, op veilige afstand van vijf individuen die zich fietser voelden, en hun gemotoriseerde tweewielers hadden gecombineerd met de obligatoire fluo-outfit. Toen de trein voorbij was, zette ik een denkbeeldige helm op mijn hoofd, klikte de gesp onder mijn kin vast, en reed luid brommergeluiden makend het laatste stuk naar huis.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.