Over Lisalina

Lisa Maréchal sprak op tweejarige leeftijd met volzinnen en liet haar liefde voor taal sindsdien permanent aanwassen, vooral in bed. Tegenwoordig schrijft ze tussen de lijnen van het leven door, in de hoop van haar ochtendhumeur af te geraken. Haar grootste angst is dat de hangkasten naar beneden vallen.

Teksten

Protectus cactus prospectus

De vrouw hield een glas onder de kraan en draaide hem open. De leidingen begonnen te kraken en te borrelen. Hoestend kwam er een guts water uit. Toen niets meer. Stilte. Het glas was half vol en dat was dat. Ze haalde haar hand van de kraan, hield het glas op ooghoogte en bestudeerde de inhoud ervan. Het water was bruingeel en er dwarrelden kleine stukjes in van iets onbestemds. Voorzichtig bracht ze het water in beweging, stak haar neus in het glas, sloot haar ogen en snoof diep. Even hield ze haar adem in, waarna ze het glas een eindje van haar gezicht hield en gelukzalig de ingeademde lucht weer liet ontsnappen. Die handeling herhaalde ze tot ze een drukkend gevoel kreeg in haar longen. Toen liep ze met het glas naar de eetkamer, zette het op tafel, ging op een stoel zitten en keek ernaar. Nee, de vrouw keek niet naar het glas. Ze staarde ernaar. Ze hield haar hoofd afwisselend schuin naar links en schuin naar rechts en af en toe ontsnapte haar een diepe zucht. Al die tijd hield ze haar ogen gefocust op het water in het glas. Minuten gingen voorbij. Plots stond ze met een ruk recht en beende met grote passen naar het raam aan de achterkant van het huis. De vrouw keek naar wat er overbleef van haar tuin. Hier en daar stak nog een dor stukje plant de lucht in. De klimop aan de zijmuur was bruin. Het gras was weg. De plantenbakken waren leeg. Aan de tomatenstokken hing hier en daar nog een stukje uitgedroogde nachtschade te bengelen. Daar viel niets meer te redden. Op de vloer aan haar voeten stond een cactus. De cactus was meer dan een meter hoog en verkeerde in uitstekende gezondheid. De vrouw draaide haar hoofd in de richting van de cactus en zuchtte. Langzaam draaide ze zich om en slenterde naar het bureau. Daar schreef ze op een briefje: “Sorry”. Ze liep terug naar de cactus en prikte het briefje op een van zijn stekels. Daarna ging ze opnieuw aan tafel zitten, nam het glas water in haar hand en zette het aan haar lippen. Ze sloot haar ogen, liet haar schouders zakken en ademde uit. Even bleef ze in die houding bewegingloos zitten. Toen zette ze het glas voorzichtig weer neer en liep weer naar het bureau. Opnieuw schreef ze een briefje: “Liefste cactus, je was fijn gezelschap. Ik heb je altijd graag gezien. Echt. Vergeef me.” De scène herhaalde zich. De vrouw verving het eerste briefje aan de stekel van de cactus door het tweede, ging aan de tafel zitten en zette het glas aan haar lippen. Zodra het water haar lippen raakte liet ze het glas opnieuw zakken. Een traan liep langzaam over haar wang naar beneden. Ze stond recht, liep naar de cactus, goot het water in de pot, nam haar rugzak en liep langs de voordeur naar buiten.

Lisalina
0 0

De slaap der rechtvaardigen

Onlangs vulde ik een vragenlijst in die mijn gewoonten in kaart moest brengen. Op een avond installeerde ik me daarvoor in de zetel: kussentje in de rug, dekentje, en chips, olijven en een glas rode porto binnen handbereik. Halverwege de lijst was mijn glas leeg, dus ik stond recht om een pizza in de oven te schuiven. Smakelijk likte ik de vingers van mijn linkerhand af, klopte de chipskruimels van mijn buik en dumpte de olijven die naast mijn mond beland waren terug in het potje. Ik zette een thermos thee en voerde een doos koekjes aan, zodat ik niet nog een keer moest opstaan na de pizza. Preventief ging ik al een keer naar de wc en ik poetste ook alvast mijn tanden. Zo kon ik onmiddellijk naar bed als de koekjes op waren. Ik werkte de pizza naar binnen en worstelde me verder door de lijst. Dat was een hele krachttoer. Ik ben het niet gewoon om kruisjes te zetten. Bovendien kijk ik liever op Facebook als ik onder een dekentje in de zetel lig. Alsof die hele lijst nog niet genoeg van me gevergd had, luidde de laatste vraag: ‘Doet u regelmatig aan sport?’ Er waren twee opties: ‘Ja’ en ‘Neen’. Automatisch bewoog ik de balpen naar het vakje voor ‘Ja’, en ik kon maar net voorkomen dat ik daar daadwerkelijk een kruisje zette. Ik twijfelde. De balpen waarmee ik zonder aarzelen alle andere kruisjes had gezet, zweefde boven het papier. “Ik ben toch sportief,” dacht ik, en ik probeerde me te herinneren waneer ik de laatste keer gesport had. Stilaan drong het tot me door. Ik doe helemaal niet regelmatig aan sport. Sterker nog, ik doe eigenlijk helemaal niet aan sport. Wie was ik eigenlijk geworden? Maar wacht eens even. Sporten, dat is eigenlijk echt niet milieuvriendelijk, toch? Om te beginnen ga je overmatig ademen. Het is ronduit verwaand te menen dat je het recht hebt om overmatig te ademen en zo het broeikaseffect in de hand te werken. Ondanks dat overmatig ademen, warm je toch op, met alle gevolgen van dien. Vervolgens ga je zweten, dus de kleren die je aan hebt om te sporten, moeten in de was, en na het sporten moet je douchen, want je stinkt. Pure verspilling van water. Waarschijnlijk gebruik je nog zeep ook om je lijf en je kleren te wassen. Het ergste is dat je tijdens dat sporten extra veel energie verbruikt, en we weten allemaal dat we zuinig moeten zijn met energie. Op de koop toe gaat de energie die je opwekt integraal verloren. Je drijft er niks mee aan: geen klas die wordt opgewarmd, geen veld dat wordt omgeploegd, geen trein die gaat rijden. Hoe kan het eigenlijk dat sporten überhaupt nog niet verboden is? Trots vinkte ik ‘Neen’ aan en tot mijn tevredenheid stelde ik vast dat er verder geen bijvragen waren. Had ik echter ‘Ja’ aangekruist, dan had ik nog uitleg moeten geven ook.

Lisalina
0 0

Publicaties

Trimestrieel een column in Frontaal (https://www.gentsmilieufront.be/gents-milieufront/communicatie/frontaal) sinds 2016.

DEM 117

Prijzen

Het Bankje (2022)
Het Bankje (2021)
Top 5 België EACWP (2021)