De fles die eeuwig leven wou

28 okt. 2018 · 7 keer gelezen · 1 keer geliket

Ik voel een dender terwijl ik door de straat ga. Rustig op en neer schuddend over het asfaltdek. Gehavende grond is niets waard voor dit monster. Ik stel me voor dat goed schudden voor openen zo aanvoelt. Het wegdek moet ondergaan. Ik ben er nog. Meerdere keren vreesde ik te breken. Minstens een barstje te vertonen. Mijn elegante vorm voor eeuwig misvormd. Elk geschud doet mij opschrikken. Zonder inhoud komt alles harder binnen. Dender, dunder, dander. Door de Nationalestraat met het ochtenddauw nog op de stenen voor het Modemuseum. Schud, schud. De café’s en boetieken komen tot leven. Rolluiken schieten wakker zonder te snoozen. De dag begint. Met hen wordt ook de stad wakker. Her en der openen vermoeide ogen. Ze willen niet, maar moeten. Denk ik dan.

 

Jef en Jos springen van de afvaltruck. Slenterend richting de voetpaden, cirkelen ze hun palmen rond de afvalzakken op de stoepen. In één vloeiende beweging, werpen ze deze netjes in de poep van de afvaltruck. Dat vinden ze grappig, knorrend dat zij het zo graag heeft. Ze spreken over lastige familieleden en imaginaire maîtresses. Geen van beiden erkent de pietluttige armoede van hun fantasie. Het is een in stilte gesloten pact. Ik breng jou niet tot de realiteit en jij mij niet. Samen uit, samen thuis. Jef en Jos slenteren richting de stoep. Hun half kapotte schoenen willen ze niet wegdoen. Ze doen het nog prima. Kakelend over wijven op TV en klojo’s op het cinemascherm, zagen ze zich een weg door de werkuren.

 

Ik, trillend, lig angstig binnen. Jef en Jos slenterden ietwat geleden mij in één vloeiende beweging van de stoep naar hier. Ik botste naar beneden, mijn verbrijzeling tegemoet. Geheel toevallig, raakte ik geklemd in de hoek. Net boven de graaiende kaken. Jef en Jos zagen me daar niet liggen. Ze dropten meer en meer, zonder mij op te merken. Alles snelde aan me voorbij, maar ik bleef genesteld in de hoek. Ik bleef wachten op een moment. Het moment van mijn val naar boven.

 

Altijd als ik het wou wagen. Stond Jef of Jos er weer. Was het te gevaarlijk. Waren de graaiende kaken extra hongerig. Ik bleef wachten, nog niet goed durvend. Er komt iets langs. Een andere zoals de monstertruck. Kleiner. Het ding neemt zijn tijd. Zijn moddervette kop geplonsd voor de afvaltruck. Haar kont rekt zich net iets meer open, flirtend met het compacte ding. Ik val spetterpoep-gewijs uit de afvaltruck. De open lucht tegemoet. Vrij. Ik rol verder, in de straat, op de stoep. Verder, de hoek om, met een brede bocht. Ik kan geen dunne bochten nemen. Toch niet iets als ik. Gevormd als een voluptueuze vrouw. Waarom? Dat weet ik ook niet. Iets met vruchtbaarheid, zeker. Is het dat niet altijd. En dan de hoek om.

 

Laten we even terugdraaien. Terug naar de rust van een glinstering op mijn vorm bij zonsondergang. Waarom viel ik? Wat had het voor nut? Elk ding eindigt in het containerpark, toch? Ik viel omdat ik iets zag. Een foto langs de weg. Een foto van dingen als ik. In een huis, een witte mastodont voor het water. Dacht ik toch, met zwarte accenten. Over dingen die zich na jaren werken ophieven tot kunst. Daar zal ik veilig zijn, bestudeerd door grote, floue figuren. Ze lijken op Jef en Jos, maar toch anders. Ik wil daar zijn. Eeuwig bestaand voor de floue figuren. Ik ga naar de mastodont voor het water.

 

 

“Jef?”

“Ja, Jos?”

“We moeten verder, kaerel.”

“Me ni afjoagen, e manneke. Tis ni om ter eerste.”

“Lapsjoar.”

“Micropenis.”

“Wa?’

“Ge het me wel verstoan.”

“Was da?”

“Was wa?

“Daar rolt ne fles over t stroat.”

“Stapt dan af en smet diene derin e. Met a gezoag altij.”

“Seg, doar wor ek ni voor betoald.”

 

Ik rol de hoek om.

Knullig, val ik in een openstaand gat in de weg.

Ik drijf in het water onder de wegen.

Soms kom ik langs de plaats voor het afval, de zwart-witte mastodont.

Zo dichtbij.

Dan drijf ik weer weg met het water.

Jef en Jos zijn geen vrienden meer.

Jos sliep met de vrouw van Jef.

Daar wordt hij niet voor betaald.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

28 okt. 2018 · 7 keer gelezen · 1 keer geliket