De wereld stremt langzaam
voor mijn beslagen raam.
Alles
is
onveranderd.
In de verte een buur
druk in de weer met
hamer en sikkel
Wind waait
ruisend
door takken
van kale bomen
die wachten tot de lente
nieuw leven vuurt.
Iedere keer
opnieuw
en toch anders
telkens weer.
Slechts
de vogels
hun lied
verandert
niet.