Het strand en zee zijn goed gevuld
Mannen dobberen in ongeduld
Ik zie de boot met dame ‘Wild’
Ze heeft alweer geen tijd verspild
De ene na de andere man,
Hun gat ontbloot, klaar voor gezang.
‘Hé gluurders’, roept ze ons luid toe,
‘Ik ben het gluren meer dan moe’.
Oh let toch op, wat zie ik daar
Een driehoeksvin, een groot gevaar
Help, help, een haai en ik ben bloot
Toe neem me rap mee in de boot
Oh kijk het water kleurt daar rood
Maar oef hij leeft, hij is niet dood.
Zijn elfde vinger is hij kwijt
De man kreunt luid en heeft nu spijt
Ach was ik maar bij vrouw en kind,
Was ik maar trouw en braaf gezind
De gluurders vallen van het dak
Ook zij zijn niet meer op ‘t gemak
De zee loopt leeg, het strand neemt rust
En alle zinnen zijn geblust
De golven schuimen dapper door
Wij blijven trouw, ruist het in koor.
De baden van Oostende - Ensor - nieuwe versie: Athos Burez
Schrijven in het museum met Creatief Schrijven - september 2022