Hoeveel zijn er?
Binnenin die rode, volle vrucht
met voelbaar dunne en toch alles bij elkaar houdende schil verzameld.
Sommige willen geboren worden. Nog niet allemaal.
Toch snijd ik haar voorzichtig open. Dwars doormidden.
Sommige bloeden al. Andere zijn nog helemaal dicht.
Al ben ik heel voorzichtig, de bloedwraak van de rijpe is duidelijk.
Mijn keuken helderrood bekladdend in spetterende woede.
Ik excuseer me, voed me met hun vlees en sap.
We worden uiteindelijk sterk één, die granaatappelpitjes en ik.