tekening © giart productions
Het gaat (te) vlug. Telkens er een jaartje bij komt beseft men hoe het steeds sneller gaat.
Van oude mensen zegt men wel eens dat ze weer kinds worden. Ondertussen weten we dat een kort geheugen afbrokkelt en het tollen in het hoofd steeds dieper zoekt naar herinneringen van weleer.
De geheugens op een computer en wat erin wordt opgeslagen of gewist, kunnen met een druk op de knop gecontroleerd worden.
Over hoeveel gigabytes het ook gaat, men kan de intelligentie op een artificiële gegevensdrager amper vergelijken met de ongebreidelde hoeveelheid aan indrukken, gevoelens, herinneringen en kennis die wij onder de eigen hersenpan opslaan. Alleen ontbreekt een knop om er enige controle op uit te oefenen en stopt het heen en weer slingeren in gedachten nooit.
Of wij nu slapen of dagdromen, de molen maalt steeds door.
Zo loop je toevallig onder een eeuwenoude boom in een bos en zie je de wortels die aan de voet van zijn stam boven de grond uitsteken.
Plots worden die wortels weer trappen en sta je met jouw schoolkameraden weer onder een soortgelijke boom op de speelplaats.
Met zessen staan jullie paraat om de burcht te bestormen. De boom is de imaginaire toren die moet beklommen worden. Elke wortel is een trede.
Het beklimmen begint. De voorste krijger staat klaar met ingebeelde helm en zwaard en zet de eerste stap. Voorwaarts!
Behoedzaam volgen, één voor één zijn vijf kompanen. Het zestal stapt in wijzerzin rond en mist geen enkele wortel. Langzaam wordt de snelheid opgedreven en alras rennen jullie om de dikke boom.
Dan stopt de aanvoerder bruusk en botsen jullie tegen elkaar aan. Er is tegenstand opgedoken en jullie moeten terug. Keren is moeilijk op de smalle trap. De laatste moet in tegenovergestelde richting terug stappen, de overige vijf volgen tot de aanvoerder roept dat jullie aan de winnende hand zijn en weer in wijzerzin omhoog kunnen.
De inname van de toren duurt nooit langer dan een speeltijd en keer op keer zal de vijand verslagen worden en zal de één of andere burchtvrouw gered worden, waarbij ieder aan zijn eigen liefje denkt.
Je weet ondertussen al lang niet meer wie de vijf kompanen waren en je kan ze dus, alle facebooks, instagrams of emails ten spijt, niet vragen of de boom ook bij hen op de harde schijf een onvergetelijk, onuitwisbaar plaatsje heeft ingenomen.