De kast

4 mrt. 2024 · 31 keer gelezen · 2 keer geliket

Ik kreeg hem van mijn vader toen ik een jaar of 25 was: een zeventiende-eeuwse ‘baljuwkast’, dixit mijn vader, al vond ik deze benaming later nergens terug. Mijn vader had hem op de kop getikt op de meubelveiling van een voormalige minister van Staat. Hij was zo fier als een hoentje. 
Nadat de kast enkele jaren de inkomhal van mijn ouderlijk huis had opgewaardeerd, mocht hij verhuizen naar mijn poststudentenstulpje. Via een tweetal tussentijdse woningen kwam hij ten slotte terecht in het huis waar ik neerstreek en nog steeds woon. 
            Ik vond de kast prachtig. Dat kwam door zijn opwindende geschiedenis, door de laudatio’s die mijn vader ervoor gehouden had en doordat hij al zo oud was, wat tot mijn verbeelding sprak. Het kwam ook doordat hij gewoon prachtig wás. Ik vond de kast zó prachtig dat ik er beretrots op was en me werkelijk niet kon voorstellen dat iemand er niét dol op zou zijn. Wanneer ik op reis ging sloot ik zorgzaam mijn gordijnen, om te voorkomen dat iemand mijn huis met een bezoek zou vereren na het zien, door het raam, van mijn kast.
            Regelmatig onderzocht ik de kast. Bezorgd over enkele houtwormgaatjes, zo oud dat zelfs de nakomelingen van de nakomelingen onmogelijk nog in leven konden zijn. Bezorgd over een hersteld hoekje van de deur, afgebroken en nu onvindbaar. Wat was er mis met mij dat ik zo nonchalant met erfgoed omging? Langzaam maar zeker werd de kast een bron van bezorgdheid.
            Op prepensioenleeftijd kwam ik bij toeval de vrouw van mijn leven tegen en we gingen samenwonen. Onze gezamenlijke collectie boeken bleek zo buitensporig dat we een nieuwe boekenkast moesten aanschaffen. Plots was er geen plaats meer voor de baljuwkast.
‘Antiek verkoopt niet meer’, waarschuwde men mij. Ik stuurde de prijs van de kast bij, maar bleef hoopvol. Ten onrechte: veilingmeesters wilden na het zien van de foto’s zelfs niet komen kijken. Met een groot hart besloot ik de kast cadeau te doen aan mijn neef, uit sympathie voor zijn eigenhandig bouwen van een huis in een zelfbedruipend dorp. Maar die had geen plaats meer en ook andere familieleden hadden noch plaats, noch belangstelling. Het internet leverde geen kopers, maar wel schampere opmerkingen op. ‘Dit is geen 17e eeuwse kast’, klonk het. ‘Toen hadden ze nog geen zo’n houtverbindingen. Toen bestónden deze kasten zelfs nog niet’. De prijs van de kast ratelde onbarmhartig verder naar beneden. Maar het mocht niet baten: geen kat was geïnteresseerd. Een goed doel? Niet te vinden. Gratis weggeven op het internet? 
De dag waarop de nieuwe boekenkast zou geleverd worden kwam akelig dichtbij. ‘Ik heb een voorwaarde’, zei ik stoer aan de geschikte gegadigde die eindelijk opdook. ‘Geef mij de primeur wanneer je de kast ooit weer van de hand wil doen’. ‘Geen voorwaarden’, zei de gegadigde. ‘Gegeven is gegeven’. Geen deal dus.
            En hier zit ik nu, met de handen in het haar. Morgen wordt onze grote boekenkast geleverd … en we hebben er geen plaats voor.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

4 mrt. 2024 · 31 keer gelezen · 2 keer geliket