In haar ogen schuilt een storm,
gesloten achter glas.
Ze kijkt zoals ik ooit keek,
toen stilte nog een keuze was.
Haar tred is sluipend,
alsof ze over mijn zenuwen loopt.
Onder haar vacht beweegt iets
dat ik herken als mezelf —
maar ouder, scherper,
met minder genade.
Ze buigt haar rug
tegen mijn gedachten,
krabt aan de rand van mijn naam,
likt het bloed van mijn herinnering.
Als ze slaapt,
ademt ze mijn dromen uit.
En als ze ontwaakt,
weet ik niet meer
wie van ons twee
het dier is.
Mephis (aka) Evelyn Mérida

