“I went to New York. I had a dream. I wanted to be a big star, I didn’t know anybody, I wanted to dance, I wanted to sing, I wanted to do all those things, I wanted to make people happy, I wanted to be famous, I wanted everybody to love me. I wanted to be a star. I worked really hard, and my dream came true.” (Madonna, 1985).
Brussel bruist van talent maar weinig talent bruist. Ook in Brussel. Echt met kunst bezig zijn is meer dan een passie. Wie écht iets wil betekenen, moet voortdurend bezig zijn. Artiesten en kunstenaars moeten leren actief bezig zijn met hun creatie.
Velen zijn wars van een opleiding, nochtans is het in een opleiding dat de gezaaide zaadjes een vruchtvolle oogst kunnen opleveren. Elk seizoen, dag na dag, jaar na jaar. Bezig zijn. Oefenen. Zweten en netwerken. Een opleiding die out the box zeg maar, opleidt, is de Kleine Academie (DKA) in Brussel. De acteur, de danser, de schrijver, de auteur, de regisseur… iedereen keert naar de basis.
In een informatiebrief van DKA staat: “Beweging is het grondprincipe in de manier van werken en pedagogisch gezien is de opleiding ervaringsgericht: de student wordt geconfronteerd met allerlei situaties waar hijzelf eigen oplossingen aandraagt.” Wie creatief met lichaam, ruimte, ervaring, belevenis en beweging omgaat, klopt hier aan de juiste deur. Men gaat ervan uit dat iedereen een goed acteur[1] is en de opleiding reikt de nodige tools aan om met eigen bagage te evolueren naar bewustwording in een eigen creatie, een eigen personage, een eigen weg.
Een rondvraag aan enkele medestudenten beaamt waar DKA voor staat. Frank wil acteur worden en heeft deze opleiding nodig om technieken aan te leren die gespeeld kunnen worden in allerlei dagelijkse situaties en scènes[2] die hem hopelijk ooit worden aangeboden. Werner wil dezelfde richting uit[3]. DKA geeft positieve vibes en de opleiding maakt van iedereen een volwaardige kunstenaar. Véronique vertelt dat ze nog nooit zoveel inspiratie heeft gevonden in haar werk en haar creatie. Het acteren op zich vindt ze niet voor haar weggelegd omdat ze wat schuchter is. Het is haar creatieve hoofd dat hier adem krijgt en zo haar toekomstige carrière als regisseur uittekent. Haar ideeën in de verschillende ateliers zijn altijd van topkwaliteit en haar talent om acteurs te begeleiden zal zich hopelijk laten voelen in de Belgische cinema. Mery daarentegen wil theater doen, terwijl Sabine zich eerder in komedie ziet spelen. Daarom focust zij zich tijdens de ateliers op camerawerk.
Ik ben zot van beweging. De ruimte inpalmen met mijn lichaam. Dansen. Bewegen. Om mensen gelukkig te maken. Om iets te betekenen. Om iets te zeggen hebben.
De lessen worden ’s morgens en ’s namiddags gegeven, gespreid over ruim drie uren. De opleiding omvat een flinke brok lichaamstraining en bewegingsanalyse. Er wordt aan ieder deel van het lichaam gewerkt om het ten volle te gebruiken op een set, een podium, een visie. Er worden veel improvisatieoefeningen gegeven waarbij twee professionele regisseurs fouten analyseren, rechtzetten en ons verder in die richting te duwen waar onze lichamen en soms ook onze woorden ons naartoe leiden. De gemeenschappelijke ateliers zijn een unieke ontmoeting van verschillende talenten en disciplines waarbij wonderlijke en magische stukjes en schrijfsels uitkomen.
Er valt heel veel te schrijven over DKA maar eigenlijk zou je het zelf moeten komen beleven. We leven in rare tijden waarin iedereen denkt een talent te zijn. Tijd om eens zelfbewust met kunst om te gaan. DKA is het tijdperk zonder virtuele hoogmoed. Zo komt zeker voor jou ook die droom uit.
© Erwin Abbeloos – 1988 – 2020.
[1] Of artiest, componist, regisseur, danser enz…
[2] Frank heeft verschillende kleine bijrollen gespeeld in series zoals Witse.
[3] Werner De Smedt is een gekend Vlaams acteur.