Inspecteur Katelijne Arend probeerde haar ogen te openen. Donker, alleen donker. Ze probeerde haar handen te bewegen, touw sneed in haar vlees. Ze luisterde : stilte. 'help'! kon ze met moeite uitbrengen. Het konk als een dof gemompel. In de verte hoorde ze een trein voorbijrazen. Plots ging een deur open. 'goedemorgen inspecteur Arend lekker geslapen?' sprak een mannenstem. 'hm, hm' mompelde ze en gaf hem een trap . 'hela, braaf zijn hé!' riep hij en duwde de loop van een wapen in haar ribben. Ze verstijfde.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.
