De kluizenaar (2)

27 jan 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

 

Vooraleer we vertrekken, moogt u nog één drank nuttigen. Kies iets warms. Het sneeuwt.

Mijn vrouw zal thee zetten.

Op het gebruik van een bezittelijk voornaamwoord staat een Danctie.

Zij zet zeer goed Bengaalse thee. Wie zal dat straks doen? U bederft ons geluk!

Nogmaals, kameraad, op het gebruik van bezittelijke voornaamwoorden staat een Sanctie.

Ik heb trouwens een geldig Huwelijkscontract. Zij mag overal met mij mee!

Drink de thee op. We moeten voort.

Ik wil afscheid nemen van de vrouw.

De vrouw is denkbeeldig, kameraad. U zette zelf water op het vuur.

Laat mij dan tenminste een boodschap achterlaten voor de zoon uit het eerste Huwelijk.

Waar is de zoon?

Hij woont in een grot, niet ver weg. Op zondag komt hij altijd voor het middageten.

De grot is van Plato en de zoon is denkbeeldig. Sta op. We moeten naar het Bureau.

(bij de voordeur hangt een gekleurde jas aan een kapstok)

Dat zal niet gaan, kameraad. Alles is wit buiten. Deze grijze trui zal volstaan.

 

- II -

uit de reeks 'Dialogen met monsters en dia's'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

27 jan 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket