Ik kijk naar de knieën van een wildvreemde
Met de ogen van een wildvreemde
Ik weet niet wat hij morgen doet
Niet de helft van wat hij gisteren deed
Ik weet niet waar zijn gedachten vandaan komen
Of waar ze naartoe gaan
Ik kan hem enkel een knieklopje geven,
Zeggen dat het goedkomt
Maar dat doe ik niet